Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[naam 1]”,
[naam 2]”,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 27 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een professionele fotograaf, eiser, en een gedaagde die zonder toestemming foto's van eiser op zijn website en Facebookpagina heeft geplaatst. Eiser, handelend onder de naam [naam 1], vorderde schadevergoeding van € 2.400,00 wegens inbreuk op zijn auteursrecht en persoonlijkheidsrechten, alsook vergoeding van proceskosten conform artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De gedaagde, [naam 2], voerde verweer en betwistte de inbreuk, maar de kantonrechter oordeelde dat eiser voldoende bewijs had geleverd van het ongeoorloofd gebruik van zijn foto's.
De procedure begon met een dagvaarding en verschillende schriftelijke stukken van beide partijen. Eiser legde zwart-wit fotoprints van de betrokken foto's over en stelde dat deze auteursrechtelijk beschermd zijn. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde inbreuk had gemaakt op de auteursrechten van eiser door de foto's zonder toestemming te publiceren. De kantonrechter verwierp het verweer van gedaagde dat de dagvaarding nietig zou zijn en dat hij geen inbreuk had gepleegd. De rechter concludeerde dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld en dat hij aansprakelijk was voor de schade die eiser had geleden.
De kantonrechter heeft de vorderingen van eiser toegewezen, inclusief de schadevergoeding en de proceskosten. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 2.400,00 aan schadevergoeding, € 2.620,95 aan proceskosten, en € 100,00 aan nakosten, met wettelijke rente vanaf de dag van betekening van het vonnis. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, behoudens de verklaring van recht. Dit vonnis benadrukt de bescherming van auteursrechten en de noodzaak voor gebruikers om toestemming te vragen voordat zij beschermd materiaal publiceren.