ECLI:NL:RBLIM:2014:7551

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 augustus 2014
Publicatiedatum
28 augustus 2014
Zaaknummer
C/03/193167 / KG ZA 14/365
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbestedingsrecht en gelijkwaardigheid van alternatieve camera's in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de besloten vennootschap DIT IS BEVEILIGEN B.V. (hierna: DIB) een kort geding aangespannen tegen de stichting ONDERNEMEND VENLO. De procedure betreft een vrijwillige aanbesteding voor camerabewaking op bedrijventerreinen in Venlo en Venray. DIB had ingeschreven met een offerte die zowel een hoofdaanbieding als een alternatief bevatte. Het alternatief, een camera van Hikvision, werd door Ondernemend Venlo afgewezen omdat deze niet gelijkwaardig zou zijn aan de in de aanbestedingsleidraad genoemde camera's. DIB vorderde primair de gunning van de aanbesteding aan haar en subsidiair een herbeoordeling van de aanbesteding, waarbij de alternatieve camera's betrokken zouden worden.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Ondernemend Venlo de alternatieve aanbiedingen van DIB terecht terzijde heeft geschoven. De rechter oordeelde dat DIB niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de aangeboden Hikvision camera's gelijkwaardig zijn aan de Axis camera's die in de aanbestedingsleidraad zijn genoemd. DIB had nagelaten om een objectief tegenonderzoek te presenteren en de voorzieningenrechter concludeerde dat de beoordeling van Ondernemend Venlo op goede gronden was. De vordering van DIB werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de kosten van het geding.

De uitspraak benadrukt het belang van objectieve en onderbouwde argumenten in aanbestedingsprocedures, vooral wanneer alternatieve aanbiedingen worden gedaan. De rechter heeft de kosten van het geding begroot op € 1.424,00, die door DIB aan Ondernemend Venlo moeten worden vergoed. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 28 augustus 2014.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/193167 / KG ZA 14/365
Vonnis in kort geding van 28 augustus 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIT IS BEVEILIGEN B.V.,
gevestigd te Haarlemmermeer,
eiseres,
advocaat mr. R. van Viersen,
tegen
de stichting
ONDERNEMEND VENLO,
gevestigd te Venlo,
gedaagde,
advocaat mr. M.E. Overwater.
Partijen zullen hierna DIB en Ondernemend Venlo genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding bij herstelexploot van 27 juni 2014, met vier producties,
  • de brief van 8 augustus 2014, met producties genummerd 5 tot en met 12,
  • ongedateerde zending van Ondernemend Venlo met drie producties,
  • de mondelinge behandeling van 14 augustus 2014,
  • de pleitnota van DIB,
  • de pleitnota van Ondernemend Venlo.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Ondernemend Venlo is een stichting die ten doel heeft de belangen te behartigen van ondernemers in de gemeente Venlo. Binnen Ondernemend Venlo is een werkgroep ingericht die belast is met het realiseren van camerabewaking op een aantal bedrijventerreinen in Venlo en Venray.
2.2.
Ondernemend Venlo is geen aanbestedende dienst in de zin van Europese of nationale regelgeving.
2.3.
De selectie van offertes heeft plaatsgevonden door middel van een vrijwillige aanbesteding in de vorm van een meervoudige onderhandse procedure. Een negental bedrijven is uitgenodigd in te schrijven op het bestek “Collectieve camerabewaking bedrijventerrein Venlo en Smakterheide in Venray” van 19 maart 2013. Het gaat onder meer om levering en plaatsing van camera’s, inclusief het beheer en onderhoud. Een zevental bedrijven, waaronder DIB en Intergarde, heeft ingeschreven.
Gegund wordt op basis van het EMVI-criterium (economisch meest voordelige inschrijving). Intergarde is als winnaar uit de bus gekomen. DIB is tweede geworden.
2.4.
De aanbestedingsleidraad vermeldt uitdrukkelijk dat geen ander reglement van toepassing is dan hetgeen is omschreven in die leidraad.
Een beoordelingscommissie heeft de offertes beoordeeld op basis van het beoordelingsprotocol, dat als bijlage 5 bij de aanbestedingsleidraad is gevoegd.
2.5.
Het programma van eisen (bijlage 6 bij de aanbestedingsleidraad) kent een negentiental eisen. Relevant in dit geding zijn de volgende eisen:
“Eis 3
Eisen aan waarnemen, herkennen en identificeren.
Eisen aan waarnemen, herkennen en identificeren volgens de beoordelingsrichtlijn (BRL)
Het toe te passen camerasysteem moet binnen het gestelde dekkingsgebied (…) geschikt zijn om te kunnen waarnemen, herkennen en identificeren conform de BRL (beoordelingsrichtlijn) Cameratoezicht voor Openbare Plaatsen (zie bijlage 6.1). Elke camera moet minimaal voldoen aan de eisen die gesteld zijn aan de objectgrootte die op het beeldscherm gerealiseerd kan worden en aan de kwaliteit van dit beeldmateriaal.
Voor de objectgrootte geldt paragraaf 7.6 uit de NEN-EN-50132-7 als eis voor:
(…).”
en
“Eis 9
Functionele eisen dome camera’s
1. (…)
2. Aanvullende op de BRL dienen de dome camera’s minimaal te voldoen aan de volgende types of gelijkwaardig (te bepalen door Ondernemend Venlo)
* Axis Q60-E serie
* Bosch autodrome 7000 serie
* Pelco spectra serie.”
2.6.
DIB heeft ingeschreven met een offerte die bestaat uit een begroting op basis van camera Axis Q-6042-E en uit een – goedkoper – alternatief op basis van de E-camera van Hikvision, te weten de DS-2DE5274-A. Ondernemend Venlo heeft het alternatief van DIB beoordeeld en deze bieding terzijde geschoven, omdat zij van oordeel is dat deze E-camera van Hikvision niet gelijkwaardig is aan de in de aanbestedingsleidraad uitdrukkelijk benoemde camera’s.
2.7.
Na sluiting van de inschrijving en na de presentaties door de inschrijvers heeft Ondernemend Venlo alle inschrijvers in de gelegenheid gesteld de inschrijving aan te passen terzake van de uitgevraagde masten. DIB heeft bij die gelegenheid in haar alternatieve begroting ook de aangeboden camera gewijzigd, namelijk in de F-camera van Hikvision, te weten de DS-2DF5274-A, zonder dat dit tot een prijsaanpassing inzake de camera leidde.
2.8.
Na het mededeling van de gunningsbeslissing heeft DIB om een toelichting gevraagd. Daarbij is naar voren gekomen dat Ondernemend Venlo de F-camera in de alternatieve begroting over het hoofd had gezien. Daarop heeft Ondernemend Venlo de F-camera alsnog beoordeeld op gelijkwaardigheid met de in de aanbestedingsleidraad benoemde camera’s. Ondernemend Venlo is van oordeel dat ook de F-camera niet gelijkwaardig is en voldoet aan de beoogde eisen, zodat deze alternatieve aanbieding terzijde kon worden geschoven. Ondernemend Venlo heeft DIB medegedeeld dat haar gunningsmededeling niet behoefde te worden herroepen.

3.Het geschil

3.1.
DIB vordert dat Ondernemend Venlo wordt veroordeeld tot:
primair: gunning van de aanbesteding aan DIB,
subsidiair: herbeoordeling van de aanbesteding, waarbij de alternatieve camera’s betrokken worden.
Een en ander onder veroordeling van Ondernemend Venlo in de kosten van het geding, vermeerderd met rente.
3.2.
DIB legt aan de vordering ten grondslag dat Ondernemend Venlo ten onrechte haar alternatieve aanbod buiten beschouwing heeft gelaten, omdat de camera’s niet van vergelijkbare kwaliteit zouden zijn.
3.3.
Ondernemend Venlo voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid vloeit voort uit de aard van de zaak.
De omvang van het geding
4.2.
DIB heeft ter zitting nog een tweetal nieuw grondslagen aangevoerd, te weten (1) dat de inschrijving van de winnaar Intergarde niet voldoet aan de eisen die worden gesteld aan het verbindingsnetwerk en aldus niet voldoet aan het bestek, en (2) dat de beoordeling heeft plaatsgevonden zonder de benodigde objectiviteit, omdat de voorzitter van Ondernemend Venlo gelieerd is aan een bedrijf dat belangen heeft inzake de inschrijving van de winnaar.
4.3.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het in strijd is met de goede procesorde dat DIB deze gronden ter zitting aan de vordering ten grondslag legt, omdat door deze handelwijze Ondernemend Venlo in haar verdediging wordt geschaad. De voorzieningenrechter zal een en ander dan ook niet in haar beoordeling betrekken. Dat DIB in ieder geval ten aanzien van de eerste grondslag reeds bij dagvaarding productie 12 heeft overgelegd, doet aan dit oordeel niet af, omdat uit de dagvaarding op geen enkele wijze blijkt met welk doel deze productie in geding is gebracht en van Ondernemend Venlo, noch van de voorzieningenrechter, verwacht hoeft te worden zelf daaruit een mogelijke grondslag te destilleren.
De beoordeling van de camera’s
4.4.
Vast staat dat de verschillende uitgenodigde leveranciers geen vragen hebben gesteld over de specificaties van de domecamera’s ter verduidelijking van eis 9 van het bestek. Evenmin zijn voorafgaand aan de inschrijving vragen gesteld over de gelijkwaardigheid van mogelijke alternatieven.
Vast staat dat Ondernemend Venlo uitdrukkelijk in het bestek heeft opgenomen dat het aan haar is om te beoordelen of aangeboden alternatieven gelijkwaardig zijn aan de drie benoemde domecamera’s.
4.5.
Ondernemend Venlo heeft zowel het eerste alternatief de Hikvision E-serie camera, als het tweede alternatief, de Hikvision F-serie camera beoordeeld en DIB van haar bevindingen op de hoogte gesteld. Beoordeeld is op de punten image sensor, resolutie, lens en zoom; een en ander in het licht van de kenmerken van de te beveiligen terreinen, namelijk met lange straten en onder omstandigheden met een lage lichtopbrengst. Ondernemend Venlo heeft daarbij aangegeven dat het geen uitputtende vergelijking betreft.
4.6.
DIB heeft ter onderbouwing van haar stelling dat de Hikvision camera van de E-serie en van de F-serie wel degelijk gelijkwaardig zijn een medewerker van ADI Global Distribution, een distributeur van beveiliging- en laagspanningsproducten, (hierna: ADI Global) gevraagd de beoordeling van de gelijkwaardigheid te beoordelen. Gesteld wordt dat ADI Global een objectieve beoordeling heeft uitgevoerd, omdat zij geen belang heeft. ADI Global concludeert dat ofwel de beoordeling van Ondernemend Venlo is gebaseerd op verkeerde aannames en onjuiste feiten omtrent de toegepaste technieken, dan wel dat de besproken specificaties niet relevant zijn, gelet op het object en doel van de aanbesteding.
4.7.
Ondernemend Venlo stelt dat de gekozen technologie, zoals die wordt toegepast in de “voorbeeldcamera” van Axis, met name de image sensor net CCD-HAD techniek en de optical zoomtechniek, het uitgangspunt is en dat de Hivision camera’s met COMS-techniek, die minder geschikt is voor CCTV-toepassing met weinig lichtopbrengst, en met een beperkte zoomopbrengst, die mede afhankelijk is van de image sensor, daaraan niet gelijkwaardig zijn, en dat niet aangetoond is op andere specificaties, zoals de resolutie (maar ook de zoom), dat de Hikvision camera’s gelijkwaardig zijn, althans dat niet is gebleken dat dit zo is, omdat resultaten van een proefopstelling niet voorhanden zijn. Ondernemend Venlo heeft voorts gesteld dat ADI Global voor dit soort projecten met CCTV-toezicht Hikvision levert en dus niet objectief is in haar oordeel.
4.8.
De voorzieningenrechter stelt vast dat DIB heeft nagelaten tegenover de beoordeling van Ondernemend Venlo een adequaat en objectief tegenonderzoek te stellen, afkomstig van een niet aan de branche gelieerde onderzoeksinstelling, zoals bijvoorbeeld TNO. Niet uitgesloten kan immers worden dat ADI Global – als leverancier van Hikvision camera’s – een belang heeft bij het oordeel dat Hikvisiontechnologie gelijkwaardig is aan de in Axis camera’s toegepaste technologie.
Daarnaast stelt de voorzieningenrechter vast dat niet alleen wordt verwezen naar onbetrouwbare, niet-objectieve, bronnen zoals wikipedia, maar dat ook beweringen dat informatie achterhaald is niet nader wordt onderbouwd met verwijzing naar objectieve bronnen. DIB laat bovendien na de uitkomsten van proefopstellingen in geding te brengen om de aannames en stellingen van Ondernemend Venlo te weerleggen.
DIB is er derhalve naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet in geslaagd aannemelijk te maken, laat staan aan te tonen, dat Ondernemend Venlo ten onrechte de Hikvision camera’s niet gelijkwaardig vindt aan de (technische specificaties van de) Axis voorbeeldcamera.
4.9.
Ondernemend Venlo heeft naar het voorshands oordeel van de voorzieningenrechter terecht en op goede gronden de alternatieve aanbiedingen van DIB met de E-camera van Hikvision en met de F-camera van Hikvision terzijde geschoven, zodat DIB enkel met haar hoofdaanbieding inzake de Axis-camera in de EMVI-vergelijking is betrokken. DIB heeft (ook) niet gesteld dat de beoordeling van haar Axis-aanbieding niet voldoet aan de eisen die de aanbestedingsregels in geval van een vrijwillige onderhandse meervoudige aanbesteding daaraan stellen, zodat de vordering zal worden afgewezen.
4.10.
DIB zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van Ondernemend Venlo. Deze kosten worden tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 608,00
  • salaris advocaat
  • totaal € 1.424,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt DIB in de kosten van het geding aan de zijde van Ondernemend Venlo tot op heden begroot op € 1.424,00,
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: EvB