Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de besloten vennootschap DOUVERHAAVE BEHEER B.V.,
[eiser 2],
[eiser 3],
1.De procedure
2.De feiten
[eiser 2] is enig bestuurder van Egteluyden. Egteluyden is houder van een derde van de aandelen in Douverhaave. Lumo Beheer B.V. (hierna: Lumo) is houder van een derde van de aandelen in Douverhaave. [eiser 3] is enig bestuurder van Lumo. [gedaagde] is eveneens houder van een derde van de aandelen in Douverhaave.
27 februari 2014) heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, in een geschil tussen partijen onder meer overwogen:
[eiser 3]. Dit brengt met zich, voorshands oordelend, dat het appartement het vermogen van Douverhaave niet heeft verlaten en de onder (2) gevorderde ongedaanmaking van de transactie tot overdracht in strikte zin niet aan de orde is. Niettemin zal de vordering, mede gelet op de overige bewoordingen daarvan, worden toegewezen en wel voor zover nodig, zulks ook met het oog op het gegeven dat inschrijving van de eigendom in de openbare registers heeft plaatsgevonden en bij notariële akte van 19 augustus 2013 een recht van hypotheek ten behoeve van de Sparkasse Aachen op het appartement is gevestigd, dat in de openbare registers is ingeschreven.”
€ 225.000,00 per overtreding met een maximum van € 450.000,00,
19 augustus 2013) en wel zodanig dat de volle en onbezwaarde eigendom van voornoemd appartement (mitsdien vrij van hypotheken en beslagen en huur en ieder ander gebruiksrecht) terugkeert in het vermogen van Douverhaave, binnen twee manden na betekening van het vonnis, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 225.000,00 per overtreding, met een maximum van € 450
.0000,00”
[eiser 3] vervolgens het appartement geleverd aan Douverhaave tegen een koopprijs van € 205.000,00. Met betrekking tot de voldoening van de koopprijs vermeldt de akte (onder meer) dat het onder 2.4 genoemde bedrag van € 154.000,00 door Douverhaave niet aan [eiser 2] en [eiser 3] is voldaan. Douverhaave verklaart in de akte uitdrukkelijk dit bedrag aan hen schuldig te zijn.
[eiser 3] en Douverhave. Het gaat (onder meer) om beslag op onroerende zaken van [eiser 2], [eiser 3] en Douverhave, derdenbeslagen onder diverse banken, beslag op de aandelen van [eiser 2] in Egteluyden en de aandelen van
[eiser 3] in Lumo, derdenbeslag onder Movir ten laste van [eiser 2] en beslag op de aandelen van [eiser 2] en [eiser 3] in de nalatenschap van [naam 1]. Diverse beslagen hebben geen doel getroffen.
3.Het geschil
primair:
(a) schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van 27 februari 2014 totdat door de rechtbank beslist zal zijn op de door [eisers] in te stellen bodemprocedure op straffe van verbeurte van een dwangsom,
15 mei 2014 veroordeling 5.2 naleven. Hoewel sinds die dag voldaan is aan veroordeling 5.2, blijft [gedaagde] executoriaal beslag leggen. Tegen deze achtergrond zijn [eisers] van mening dat [gedaagde] misbruik maakt van zijn executiebevoegdheid en dat de gelegde beslagen vexatoir zijn (primaire vorderingen) en dat er termen zijn om eventueel verbeurde dwangsommen op te heffen, dan wel op te schorten dan wel te verminderen (subsidiaire vordering).
4.De beoordeling
(1) de opgelegde termijn van twee maanden is niet nageleefd
(2) er is nog steeds geen sprake van herstel in de toestand zoals deze bestond op
19 augustus 2013.
hebben dan ook twee keer een dwangsom van € 225.000,00 verbeurd, hetgeen betekent dat ieder 1/3 van € 450.000,00, ofwel € 150.000,00 aan verbeurde dwangsommen verschuldigd is, aldus [gedaagde].
- a) De toestand op 19 augustus 2013 hield in dat tot het vermogen van Douverhaave behoorde de volledige en onbezwaarde eigendom van een appartement op de Weltertuijnstraat. Ter zake van dit appartement bestonden er geen financiële verplichtingen jegens derden. Sinds de (terug)levering van het appartement op
- b) Het appartement is vóór teruglevering een aantal maanden verhuurd geweest.
15 mei 2014. Er heeft immers doorhaling van de hypotheek door de Sparkasse plaatsgevonden, het appartement is aan Douvenrade teruggeleverd en de registratie in het kadaster is gewijzigd. Ook de ontvangen koopsom is geretourneerd, weliswaar niet in contanten maar in de vorm van een aan [eiser 2] en [eiser 3] verleend vorderingsrecht. In rechtsoverweging 4.14 van het vonnis van 27 februari 2014 valt niet te lezen dat de voorzieningenrechter naast de onbezwaarde teruglevering van het appartement en het corrigeren van de gegevens in het kadaster, tevens het oog heeft gehad op het vergoeden van eventuele gevolgschade die is voortgevloeid uit de verkoop en de levering van het appartement in 2013. Hetgeen [gedaagde] heeft aangevoerd met betrekking tot de door hem gestelde schade, zoals verwoord onder 4.3.1. onder (b), kan dan ook niet tot de conclusie leiden dat veroordeling 5.2 niet is nageleefd.
[eiser 2] en [eiser 3] voorgestelde wijze was dan ook niet mogelijk. Gelet op de thans volledig verstoorde relatie tussen de drie aandeelhouders, blijkend uit de procedures bij de Ondernemingskamer en de voorzieningenrechter en de opstelling van de bank ten aanzien van de huidige vermogenspositie van Douverhaave kan de stelling dat de waarde van de aandelen van [eiser 2] en [eiser 3] in respectievelijk Egteluyden en Lumo toereikend is als verhaalsmogelijkheid evenmin gevolgd worden.
[eiser 2] en [eiser 3] gelukt om op een andere manier zekerheid te stellen voor de door hen aangegane geldleningen bij de Sparkasse, maar toen was de termijn van twee maanden al verstreken.