ECLI:NL:RBLIM:2014:7054
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van omgang tussen grootmoeder en kleinkinderen wegens zwaarwegende belangen
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 6 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een moeder en de grootmoeder van haar kinderen, [minderjarige A] en [minderjarige B]. De grootmoeder verzocht om omgang met haar kleinkinderen, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat omgang met de grootmoeder in strijd is met de zwaarwegende belangen van de kinderen. De rechtbank baseerde haar beslissing op een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, waarin werd geadviseerd om de omgang te ontzeggen en het schriftelijk contact te beperken tot het maandelijks sturen van kaartjes door de grootmoeder. De rechtbank benadrukte dat de kinderen momenteel rust nodig hebben en dat de volwassenen hun onderlinge problemen moeten oplossen.
De moeder heeft verklaard dat de kinderen geen contact willen met de grootmoeder en dat zij zelf psychische problemen ondervindt als gevolg van de situatie. De grootmoeder heeft geprobeerd om contact te leggen, maar haar gedrag heeft geleid tot spanningen en angst bij de kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de grootmoeder onvoldoende rekening houdt met de belangen van de kinderen en dat haar verzoek om een bijzondere curator te benoemen niet in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft de grootmoeder toestemming gegeven om maandelijks een kaartje te sturen, mits de inhoud daarvan de kinderen niet emotioneel belast.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De uitspraak benadrukt het belang van de emotionele en psychologische veiligheid van de kinderen in situaties van conflict tussen ouders en grootouders.