ECLI:NL:RBLIM:2014:7026

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 augustus 2014
Publicatiedatum
6 augustus 2014
Zaaknummer
C/03/193805 / KG ZA 14-387
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op plaatsing hekwerk door Gemeente nabij horecaonderneming

In deze zaak vorderde de erfpachter van een horecaonderneming een verbod voor de Gemeente om een hekwerk te plaatsen nabij zijn onderneming. De vordering werd afgewezen door de Rechtbank Limburg. De Gemeente, als eigenaar van het terrein, had het recht om een hekwerk te plaatsen, en er was geen sprake van een door verjaring ontstane erfdienstbaarheid. De rechtbank oordeelde dat er geen misbruik van bevoegdheid of rechtsverwerking was en dat de brandveiligheid niet in het geding was. De erfpachter stelde dat de plaatsing van het hekwerk zijn inkomsten zou schaden en de veiligheid van zijn gasten in gevaar zou brengen, maar de rechtbank oordeelde dat de Gemeente bevoegd was om het hekwerk te plaatsen. De vorderingen van de erfpachter werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De Gemeente's reconventionele vorderingen werden eveneens afgewezen, omdat er onvoldoende spoedeisend belang was aangetoond. Het vonnis werd uitgesproken op 6 augustus 2014.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/193805 / KG ZA 14-387
Vonnis in kort geding van 5 augustus 2014
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie],

wonende te [woonplaats 1],
2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie 1],
wonende te [woonplaats 1],
3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie 2],
wonende te [woonplaats 2],
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. J.P.H. Timmermans te Beek (L),
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE STEIN,
zetelend te Stein,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STEINERBOS B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudend te Stein,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. M.C.G. Nijssen te Heerlen.
Partijen zullen hierna ook [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en de Gemeente c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
  • de pleitnota van de Gemeente c.s.
  • de eis in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn exploitant van Zalencentrum Vivaldi (hierna: het zalencentrum), gelegen aan de rand van recreatiepark Steinerbos (hierna: het park). De betreffende onroerende zaak hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in erfpacht. De Gemeente is daarvan de eigenaar.
2.2.
Vanuit een loket aan de achterzijde van het zalencentrum verkopen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] frites etc. aan bezoekers van het park.
2.3.
De Gemeente is eigenaar van het park. Steinerbos B.V. is huurder/exploitant van het park. Zij heeft de Gemeente verzocht een erfafscheiding te plaatsen tussen het park en het zalencentrum om te voorkomen dat personen via het zalencentrum zonder toegangskaartje het park kunnen betreden en met het oog op de door haar in het park te ontplooien horeca-activiteiten.
2.4.
Bij brieven van 26 juni 2014 zijn [eisers in conventie, verweerders in reconventie] aangeschreven door de Gemeente met de mededeling dat de Gemeente het verzoek van Steinerbos B.V. om over te gaan tot plaatsing van een hekwerk gezien artikel 5:48 BW zal toestaan. Daarbij is toegelicht dat er geen recht op loketverkoop bestaat. Daarnaast is een tekening verstrekt van de locatie van het te plaatsen hekwerk.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vorderen in kort geding:
1. De Gemeente c.s. te verbieden om een hekwerk dan wel enige andere erfafscheiding tussen (de achterzijde van) het zalencentrum en het park op te richten en opgericht te houden, dan wel de bereikbaarheid van het loket op enige andere wijze te frustreren, bemoeilijken, tegen te werken en/of verhinderen, op straffe van een dwangsom;
2. De Gemeente c.s. te verbieden om de verkoop vanuit het loket op enigerlei wijze te frustreren, bemoeilijken, tegen te werken en/of te verhinderen op straffe van een dwangsom;
3. hoofdelijke veroordeling van de Gemeente c.s. tot betaling van de proceskosten.
3.2.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen dat zij inkomsten mislopen als zij in het zomerseizoen in de verkoopactiviteiten vanuit het loket worden belemmerd. De continuïteit en de financiële situatie van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is mede van de verkoop vanuit het loket afhankelijk. Daarnaast brengt het geplande hekwerk de veiligheid van het zalencentrum in gevaar, omdat de nooduitgangen van het zalencentrum uitkomt op het terras achter het zalencentrum. In geval van calamiteit kunnen gasten van het zalencentrum (maximaal 350) via die route het park in vluchten. Indien het hekwerk zoals voorgenomen wordt geplaatst, lopen vluchtende gasten van het zalencentrum zich vast op het terras; zij kunnen dan geen kant meer op. Ten slotte bemoeilijkt het hekwerk het onderhoud van het gebouw, zoals het wassen van de ramen.
3.3.
Ter onderbouwing van hun vorderingen stellen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zich primair op het standpunt dat zij een recht hebben op loketverkoop, omdat dat recht volgt uit de overeenkomst van 27 februari 1985 gesloten tussen de Gemeente, [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en Daneve Tennis Stein B.V. Deze overeenkomst bepaalt onder meer het volgende:
“[Daneve Tennis Stein B.V.] verleent bij deze aan [[eisers in conventie, verweerders in reconventie]] het exclusieve recht om vanuit zijn bedrijf via een loket frites, snacks en aanverwante artikelen – niet zijnde drank, snoep, ijs e.d. – te doen verkopen ten behoeve van de personen, welke zich bevinden op of bij de ligweiden van de zwembaden…”
en
“Deze overeenkomst kan slechts worden beëindigd casu quo gewijzigd na verkregen toestemming van [de Gemeente]”.
Volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is deze overeenkomst in 2009, na het vertrek van Daneve Tennis Stein B.V., een tweepartijen-overeenkomst geworden, waarbij de Gemeente de plicht tot dulden van loketverkoop heeft overgenomen van Daneve Tennis Stein B.V. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben daarop mogen vertrouwen, nu er door de Gemeente na 2009 nooit is gesproken over de loketverkoop.
Subsidiair gronden [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hun vordering op verkrijgende verjaring nu het recht op loketverkoop een vermogensrecht is en daarmee een goed in de zin van artikel 3:6 BW. Nu zij (i) het recht op loketverkoop sinds 1985 bezitten, (ii) hun bezitsdaden tegenover derden, meer specifiek de Gemeente kenbaar zijn geweest, (iii) zij het recht onafgebroken bezitten en zij (iv) te goeder trouw zijn geweest hebben zij, aangezien sinds 1985 meer dan 20 jaar zijn verstreken hun recht verkregen via verjaring.
Bovendien is er sprake van bevrijdende verjaring, nu een eventuele vordering van de Gemeente na 20 jaar niet meer ingesteld kan worden om het recht van loketverkoop te eindigen of er voorwaarden aan te verbinden.
3.4.
De Gemeente c.s. voeren verweer.
in reconventie
3.5.
De Gemeente c.s. vorderen:
1. aan elk van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te verbieden activiteiten op het gebied van de verkoop van consumptieartikelen te ontplooien op het terras en/of op dan wel ten opzichte van de ligweide behorende bij het aangrenzende zwembadcomplex gelegen aan de Dieterenstraat 17 te Stein op verbeurte van een dwangsom;
2. aan elk van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te verbieden inbreuk te maken op het exclusieve exploitatierecht van Steinerbos B.V. door vanuit het loket aan de achterzijde van het zalencentrum consumptieartikelen te verkopen;
3. veroordeling tot betaling van de kosten van de procedure in conventie en in reconventie.
3.6.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Een spoedeisend belang bij de vorderingen wordt aanwezig geacht.
4.2.
Centraal staat de vraag of het de Gemeente c.s. verboden kan en moet worden om op het aan de Gemeente in eigendom toebehorende terrein - het park - een omheining te plaatsen. Uitgangspunt is daarbij dat artikel 5:48 BW bepaalt dat de eigenaar van een erf bevoegd is dit af te sluiten.
4.3.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen zich primair op het standpunt dat de Gemeente niet tot afsluiting bevoegd is gelet op de over de loketverkoop gemaakte afspraken. Zij verwijzen daarbij naar de hiervoor sub 3.3. aangehaalde overeenkomst. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] kunnen hierin echter niet worden gevolgd. In de eerste plaats geldt dat de Gemeente bij die overeenkomst geen verplichtingen op zich heeft genomen. Het exclusieve recht tot loketverkoop waarvan in de overeenkomst sprake is, werd aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] verleend door Daneve Tennis Stein B.V., de toenmalige erfpachter van de destijds aanwezige tennishal. De omstandigheid dat de tennishal inmiddels is afgebroken en de betreffende onroerende zaak (sinds 2009) niet langer in erfpacht is bij Daneve Tennis Stein B.V., maakt niet dat de verplichtingen van Daneve Tennis Stein B.V. op de Gemeente zijn overgegaan. Bij het voorgaande komt dat, naar tussen partijen vaststaat, de tussen de Gemeente en [eisers in conventie, verweerders in reconventie] van kracht zijnde (gewijzigde) erfpachtsvoorwaarden een uitdrukkelijk verbod aan de erfpachter bevatten om op het terras en/of ten opzichte van het park consumptieartikelen te verkopen. De omstandigheid dat de Gemeente door medeondertekening van de overeenkomst van 27 februari 1985 loketverkoop ten behoeve van Daneve Tennis Stein B.V. heeft geduld, maakt niet dat zij, nu van een dergelijke verkoop geen sprake meer is, loketverkoop ten behoeve van anderen of aan bezoekers van het park mogelijk moet (blijven) maken en geen hekwerk op haar eigendom mag plaatsen.
4.4.
Het subsidiaire beroep van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op verjaring van evenmin slagen. Het door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gestelde recht van loketverkoop betreft geen onroerende zaak, noch een recht aan order of toonder, zodat artikel 3:99 BW waarop [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zich in dezen beroepen hier toepassing mist. Voorts geldt dat de bevoegdheid van een eigenaar om zijn terrein af te sluiten niet verjaart. Dat sprake zou kunnen zijn van een door verjaring ontstane erfdienstbaarheid ten laste van het park op grond waarvan de loketverkoop niet belemmerd mag worden, is niet gesteld en kan ook niet volgen uit de in dit geding gebleken feiten en omstandigheden.
4.5.
De stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat het beoogde hekwerk uit een oogpunt van brandveiligheid voor een onverantwoorde situatie zorgt, is niet aannemelijk geworden. Uit de overgelegde berichten van de brandweer volgt integendeel dat de beide door de Gemeente voorgestelde varianten door de brandweer in orde bevonden zijn. De stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat de vluchtweg naar het terras na plaatsing van het hekwerk niet voldoet gelet op de wijze waarop hun nooddeur scharniert, kan wellicht aanleiding zijn tot aanpassing van die deur, maar niet tot een verbod aan de Gemeente op haar terrein een hekwerk te plaatsen.
4.6.
Gelet op het voorgaande kan voorshands niet geoordeeld worden dat de Gemeente in haar verhouding tot [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet bevoegd is een hekwerk op haar terrein te plaatsen. Evenmin is gebleken van omstandigheden op grond waarvan geoordeeld moet worden dat de Gemeente haar recht om een hekwerk te plaatsen heeft verwerkt of de plaatsing van een hekwerk misbruik van bevoegdheid zou opleveren. De vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zullen dan ook worden afgewezen.
in reconventie
4.7.
Gelet op de beoordeling in conventie en gelet op het voornemen van de Gemeente c.s. tot plaatsing van een hekwerk, is van een spoedeisend belang aan de zijde van de Gemeente c.s. bij de reconventionele vorderingen onvoldoende gebleken. Die vorderingen zullen worden afgewezen.
in conventie en in reconventie
4.8.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in conventie worden veroordeeld in de proceskosten en de Gemeente c.s. in reconventie. Het verzoek van de Gemeente c.s. om waarmerking als Europese Executoriale Titel wordt afgewezen, nu het hier geen onbetwiste geldvorderingen betreft.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van de Gemeente c.s. tot op heden begroot op € 816,00 voor salaris advocaat,
5.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
wijst de vorderingen af,
5.5.
veroordeelt de Gemeente c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] tot op heden begroot op € 408,00,
5.6.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2014. [1]

Voetnoten

1.type: EvdP