In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de Rechtbank Limburg op 5 augustus 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen EYE WATCH SECURITY GROUP B.V. en de GEMEENTE VENLO, met als tussengekomen partij SEVERENS BEVEILIGING B.V. De procedure is gestart naar aanleiding van een Europese openbare aanbesteding die de Gemeente op 16 april 2014 heeft uitgeschreven voor beveiligings- en consignatiediensten. EYE WATCH heeft bezwaar gemaakt tegen de gunning van de opdracht aan SEVERENS, omdat laatstgenoemde niet beschikte over het vereiste certificaat, het 'Keurmerk Beveiliging, herziene versie 3'. De Gemeente heeft echter gesteld dat SEVERENS de facto voldeed aan de eisen, ondanks het ontbreken van het juiste certificaat op papier.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat EYE WATCH bij de indiening van haar inschrijving het vereiste certificaat had bijgevoegd, terwijl SEVERENS dat niet had gedaan. De rechter oordeelde dat het ontbreken van het gevraagde bewijsstuk niet als een kennelijke omissie kan worden beschouwd en dat SEVERENS derhalve niet besteksconform had ingeschreven. Dit leidde tot de conclusie dat de Gemeente de inschrijving van SEVERENS buiten beschouwing moest laten en de aanbestedingsprocedure opnieuw moest beoordelen.
De voorzieningenrechter heeft de Gemeente opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak de gunningsbeslissing aan SEVERENS in te trekken en de geldige inschrijvers opnieuw te beoordelen. Tevens is de Gemeente veroordeeld in de proceskosten van EYE WATCH, die zijn begroot op € 1.501,52, en in de kosten van SEVERENS, die zijn begroot op € 527,00. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de eisen in aanbestedingsprocedures en de noodzaak voor inschrijvers om de juiste bewijsstukken tijdig te overleggen.