Uitspraak
RECHTBANK limburg
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 januari 2014 in de zaak tussen
[eiser], te[woonplaats], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Limburg
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Limburg, gedateerd 27 januari 2014, wordt de bestuurlijke lus toegepast in een geschil over de toekenning van een WIA-uitkering aan eiser, die leraar lichamelijke opvoeding is en zich op 18 november 2008 ziek heeft gemeld. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts het rapport van het Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid (NKCV) niet als uitgangspunt heeft genomen bij de herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiser. Dit rapport biedt volgens de rechtbank voldoende aanknopingspunten voor de conclusie dat eiser beperkingen ondervindt die het gevolg zijn van ziekte. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen, waarbij zij aanbeveelt om een andere bezwaarverzekeringsarts in te schakelen.
De rechtbank stelt vast dat verweerder in zijn besluit van 2 september 2013, waarin hij oordeelt dat eiser per 15 november 2011 niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser arbeidsgeschikt is voor zijn eigen aangepaste werk. De rechtbank wijst erop dat de BVA niet heeft aangetoond dat eiser daadwerkelijk in staat was om 24,5 uur per week te werken zonder zijn gezondheid te schaden. De rechtbank benadrukt dat de BVA de scores in het NKCV-rapport had moeten vertalen naar de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en dat de herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid tekortschiet.
De rechtbank geeft verweerder zes weken de tijd om de gebreken te herstellen en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. De rechtbank benadrukt dat het geding na deze tussenuitspraak beperkt blijft tot de beroepsgronden die in deze uitspraak zijn besproken. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 januari 2014.