7.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft een grote hoeveelheid kinderporno gedownload en op zijn laptop ter beschikking gehad, waarop vergaande seksuele handelingen met en bij kinderen te zien zijn. Het bezit van kinderporno is buitengewoon verwerpelijk, omdat bij de vervaardiging van deze afbeeldingen kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd door volwassenen, die hen juist behoren te beschermen. In veel gevallen lopen de kinderen die hieraan bloot worden gesteld grote psychische schade op, die ook vele jaren later nog diepe sporen nalaat. Verdachte moet medeverantwoordelijk worden gehouden voor dit seksueel misbruik van kinderen, omdat hij, door kinderporno te bezitten, heeft bijgedragen aan de vraag ernaar. Verdachte heeft hier naar eigen zeggen wel bij stilgestaan, maar is niettemin doorgegaan met het downloaden van kinderporno, hetgeen de rechtbank des te kwalijker acht. Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen en verspreiden, maar zeker ook degenen die kinderporno downloaden en bezitten.
Ten nadele van verdachte neemt de rechtbank bij de straftoemeting in overweging dat verdachte zich gedurende een lange periode intensief heeft beziggehouden met het zoeken, downloaden en opslaan van kinderpornografische afbeeldingen, getuige de grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal dat hij binnen - naar eigen zeggen - een tijdbestek van een paar maanden had verzamel. Uit de verklaring van verdachtes vrouw leidt de rechtbank af dat verdachte al minimaal anderhalf jaar bezig was met het downloaden van kinderporno, waardoor gezegd kan worden dat verdachte daar een gewoonte van heeft gemaakt. Een andere strafverzwarende factor bij de straftoemeting is de omstandigheid dat op het merendeel van de kinderpornografische afbeeldingen die verdachte in zijn bezit had, kinderen te zien zijn van jonger dan 12 jaar, waarbij in sommige gevallen zelfs sprake is van seksueel binnendringen. Op één van de beschreven kinderpornografische afbeeldingen is zelfs een baby van jonger dan 1 jaar oud te zien.
Ten gunste van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het reclasseringsrapport en de verklaring van de deskundigen Van Heteren, psycholoog en
H. Droomers, reclaseringswerker, zoals zij deze ter terechtzitting hebben afgelegd. Hieruit komt naar voren dat verdachte inmiddels is gestart met een ambulante behandeling bij FPP De Horst. Hij is zich bewust van zijn problematiek en lijkt blijk te geven van een serieuze wens om in de toekomst niet meer in dit soort gedrag terug te vallen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is echter ook gebleken dat verdachte al eerder, in de periode van 1995 tot 1996 diverse zeer jonge meisjes heeft benaderd en hun onderbroekjes heeft uitgetrokken. Vervolgens rook verdachte aan deze onderbroekjes en masturbeerde hij hierbij. Verdachte is hiervoor in de periode van 1996 tot 1998 bij het RIAGG behandeld. Desondanks is verdachte in de periode 2002- 2003 opnieuw in hetzelfde gedrag is vervallen: hij heeft toen weer onderbroekjes van jonge meisjes in de leeftijd van 5 en 6 jaar uitgetrokken. Toen verdachte in 2003 werd aangehouden voor de aanranding van deze meisjes, werd op zijn laptop kinderporno aangetroffen, hetgeen tot een veroordeling in 2003 voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid en het bezit van kinderporno heeft geleid. Verdachte is in het kader van deze veroordeling forensisch behandeld bij een psycholoog/seksuoloog bij GGZ Eindhoven “De Omslag”.
Ook na deze behandeling is verdachte echter weer de fout in gegaan door het nu bewezenverklaarde feit; het downloaden van kinderporno. Met andere woorden: deze behandelingen in het verleden hebben er niet toe geleid dat verdachte zijn foute gedrag definitief heeft kunnen of willen veranderen. Ook baart het de rechtbank grote zorgen dat, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, het kennelijk de droom is van verdachte om seksueel contact te hebben met een minderjarig meisje. Hoewel verdachte dat ter terechtzitting bagatelliseert, leidt de rechtbank uit de verklaring die verdachte en zijn echtgenote bij de politie hebben afgelegd, af, dat verdachte niet alleen zelf - via chatsites - met dat doel op zoek is gegaan naar een minderjarig meisje, maar dat hij ook zijn vrouw bij die plannen heeft betrokken. Hij heeft haar immers aangezet tot het zoeken van een meisje en zij heeft dat ook gedaan. De enige reden dat het niet tot seksueel contact met dat meisje is gekomen, is kennelijk de omstandigheid geweest dat het meisje - zo verklaart verdachte bij de politie - op enig moment haar vader heeft gewaarschuwd, waarna verdachte “geblokt” werd op de chat. De rechtbank acht het onaannemelijk dat verdachte, zoals hij stelt, het contact met dit meisje zelf wilde verbreken, omdat hij zich inmiddels realiseerde dat het niet juist was waarmee hij bezig was. Verdachte heeft diverse keren ter terechtzitting verklaard dat hij wilde stoppen met het downloaden van kinderporno én wilde stoppen met het contact met minderjarige meisjes. Het lijkt er echter sterk op dat de motivatie hiervoor niet vanuit verdachte zelf kwam, maar werd ingegeven door factoren van buitenaf: zo heeft de politie op 5 december 2013 de laptop van verdachte in beslag genomen nét voordat verdachte naar eigen zeggen kon stoppen met het downloaden van kinderporno. Ook wilde verdachte naar eigen zeggen stoppen met het chatcontact zoeken met het minderjarige meisje, maar verbrak zij nét daarvoor het contact met verdachte en zijn vrouw.
Een behandeling voor seksueel grensoverschrijdend gedrag bij FPP De Horst of een soortgelijke forensische instelling acht de rechtbank gelet op het voorgaande hoogstnoodzakelijk. Een dergelijke behandeling bij De Horst heeft volgens de psycholoog nu wel kans van slagen, omdat ten tijde van de vorige behandelingen nog niet bekend was dat verdachte lijdt aan een autisme-achtige stoornis. Bij die behandelingen werd de nadruk gelegd op cognitieve controle, terwijl verdachte daartoe gezien zijn autisme-achtige stoornis niet of nauwelijks in staat is. De behandeling bij De Horst zal meer aansluiten bij zijn capaciteiten.
Het bezit van kinderpornografische afbeeldingen, zoals hierboven overwogen, is een zeer ernstig en zeer kwalijk strafbaar feit. Dat komt ook tot uitdrukking in de straffen die voor zulke zaken doorgaans worden opgelegd, te weten een haar gevangenisstraf. In beginsel acht de rechtbank, gelet op het hiervoor overwogene en in lijn met soortgelijke zaken, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf ook hier passend. De enige reden dat de rechtbank thans afziet van het opleggen van die onvoorwaardelijke gevangenisstraf is dat zowel de deskundige als de reclassering dat ten zeerste ontraden. Behandeling is het allerbelangrijkste. Daarom zal de rechtbank verdachte het grootste deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen.
De rechtbank stelt aan die voorwaardelijke gevangenisstraf - zoals de reclassering heeft geadviseerd - de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, ook indien dat ambulante behandeling bij FPP De Horst of een soortgelijke forensische instelling inhoudt. Daarnaast dient verdachte zich te melden bij de reclassering en zich gedurende door de reclassering bepaalde perioden te blijven melden zo frequent als door de reclassering nodig wordt geacht.
Gelet op de bijzondere problematiek van verdachte en het feit dat eerdere behandelingen geen blijvend resultaat hebben gehad, acht de rechtbank het van groot belang dat verdachte zo lang mogelijk begeleid en gecontroleerd wordt. Hoewel verdachte zijn medewerking hieraan heeft toegezegd, wil de rechtbank dit ook verplichten. Daarom acht de rechtbank, nu ook de deskundigen ter terechtzitting hebben aangegeven dit een goede optie te vinden, het opleggen van de maximaal toelaatbare proeftijd van 10 jaren noodzakelijk.
Om de ernst van het feit te benadrukken zal de rechtbank daarnaast nog een taakstraf van 200 uren aan verdachte opleggen.
De rechtbank zal, alles afwegende, aan de verdachte opleggen een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 11 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 10 jaren, met daaraan gekoppeld de volgende bijzondere voorwaarden:
- reclasseringstoezicht;
- een ambulante behandeling voor seksueel overschrijdend gedrag bij FPP De Horst of een soortgelijke forensische instelling.