Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Onderzoek van de zaak
2.Overwegingen van de rechtbank
3.Beslissing
gegrond;
uren taakstraf op nihil.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 4 juli 2014 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van de veroordeelde tegen de tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis wegens het niet verrichten van een taakstraf. De veroordeelde had een werkstraf van 240 uur opgelegd gekregen, waarvan 80 uur voorwaardelijk, en bij niet-nakoming zou dit leiden tot 120 dagen vervangende hechtenis. De veroordeelde stelde dat hij niet in staat was om de taakstraf uit te voeren vanwege een foutieve inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie (GBA).
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de veroordeelde niet had gereageerd op uitnodigingen van de reclassering voor een intakegesprek en dat hij in totaal 0 uren had gewerkt. Het Openbaar Ministerie had geconcludeerd dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren had verricht en had besloten de vervangende hechtenis ten uitvoer te leggen. De rechtbank oordeelde echter dat het Openbaar Ministerie niet aan zijn onderzoeksplicht had voldaan door de feiten rondom de inschrijving in de GBA niet te controleren.
De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en stelde het aantal nog te verrichten uren taakstraf op nihil, mede omdat de veroordeelde inmiddels rauwelijks in hechtenis was genomen. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het onderhouden van contacten met de reclassering bij de veroordeelde ligt, maar dat het Openbaar Ministerie had moeten verifiëren of de inschrijving in de GBA correct was. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken.