Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf en/of maatregel
8.De benadeelde partijen
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het onder 1 en onder 3 tot en met 7 ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van het onder 1 en onder 4 tot en met 7 meer of anders ten laste gelegde;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat de verdachte voor het einde van
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en,
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland;
- zich moet blijven melden bij de Reclassering Nederland zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich (ambulant) moet laten behandelen voor zijn alcoholverslaving bij de (Forensische) verslavingszorg of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen die in het kader van die behandeling door of namens de instelling of behandelaar zullen worden gegeven;
- zich laat opnemen in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang (zoals Exodus), zulks ter beoordeling van de reclassering, en in bedoelde instelling dient te verblijven;
- dient mee te werken aan dit begeleid wonen en zich dient te houden aan het (dag-) programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dient mee te werken aan een intake bij Novadic-Kentron, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenismet ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis – waaronder op de voet van het bepaalde bij artikel 72, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering begrepen de tijd in verzekering doorgebracht – gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 6] voor wat betreft de gevorderde post “aanleg alarmsysteem” en de immateriële schade, in haar vordering niet-ontvankelijk is;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij [slachtoffer 6] in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 6], [adres 2],
voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 13 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- verklaart de
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 8] in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.
16 juli 2014.