Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het procesverloop
2.De feiten
Convenant Bijzondere ondernemingsraad Zorgbedrijf Volwassenen Mondriaan” (hierna: convenant) ondertekend. In dit convenant zijn afspraken vastgelegd betreffende de oprichting, het mandaat en de werkwijze van de BOR.
“voorgenomen besluit tot (hervorming van de) medezeggenschapsstructuur per 1 juli 2014”op de hoogte gebracht. Op 7 april 2014 heeft de ondernemer het
“Concept Reglement OR Zorgbedrijf Volwassenen April 2014” en het “Concept Reglement Centrale Ondernemingsraad Mondriaan April 2014”aan de BOR gezonden. Op 9 april 2014 hebben de vijf voorzitters van de afzonderlijke ondernemingsraden van de vijf divisies binnen het Zorgbedrijf Volwassenen bezwaar aangetekend tegen het voorgenomen besluit d.d. 13 maart 2014 van de Raad van Bestuur van de ondernemer. De Raad van Bestuur van de ondernemer heeft op 11 april 2014 schriftelijk gereageerd op dit bezwaar, waarop de vijf OR-voorzitters op 17 april 2014 weer schriftelijk hebben geantwoord.
3.Het geschil
4.De beoordeling
de ondernemingsraad kan met toestemming van de ondernemer in zijn reglement zowel een afwijkend aantal leden vaststellen, als (…)”.
elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht”. Het onderdeel waarvoor een afzonderlijke ondernemingsraad is ingesteld, wordt op grond van artikel 4 lid 2 WOR beschouwd als een onderneming in de zin van de wet. Vast staat dat de vijf divisies vóór 1 januari 2013 (dus voordat zij werden samengevoegd in het bedrijf Zorgbedrijf Volwassenen) als ondernemingen in de zin van de WOR moeten worden aangemerkt en deze vijf divisies ieder een eigen ondernemingsraad hadden. Bij het convenant is van 29 januari 2013 is de BOR opgericht. De vijf afzonderlijke ondernemingsraden zijn blijven voortbestaan, alhoewel zij de BOR hebben gemandateerd om overleg te voeren over alle aangelegenheden die het Zorgbedrijf Volwassenen betreffen. In dit convenant is ook bepaald dat
“hoewel de samenstelling van de COR niet verandert, gedurende de lopende zittingstermijn, geldt voor de bevoegdheden van de COR dat het Zorgbedrijf Volwassenen wordt beschouwd alséén onderneming”(onderstreping kantonrechter). Onder de kop opheffing BOR is in het convenant opgenomen:
“de BOR neemt op enig moment in overleg met directie van het Zorgbedrijf Volwassenen het initiatief tot het inrichten van denieuwemedezeggenschapsstructuur en draagt zorg voor het tot stand komen daarvan en organiseert de verkiezingen voor denieuweondernemingsraad”(onderstrepingen kantonrechter). Gelet op deze geciteerde passages uit het convenant, in samenhang bezien met het feit dat de vijf divisies zijn samengevoegd in één zorgbedrijf én de door de WOR gegeven definitie van onderneming, is voldoende aannemelijk dat het Zorgbedrijf Volwassenen als nieuwe onderneming (in de zin van de WOR) moet worden aangemerkt. Vervolgens dient beoordeeld te worden of de ondernemer zich met succes op het bepaalde in artikel 48 WOR kan beroepen.
“de ondernemer op wie de verplichting tot het instellen van een ondernemingsraad rust, treft bij voorlopig reglement, voor zover nodig, de voorzieningen die tot de bevoegdheid van de ondernemingsraad behoren, totdat de ondernemingsraad zelf die bevoegdheid uitoefent. De vereniging of verenigingen van werknemers, bedoeld in artikel 9, tweede lid onder a, worden over het voorlopige reglement gehoord”.
Concept Reglement OR Zorgbedrijf Volwassenen April 2014”, dat op 7 april aan de BOR is toegezonden, is voldoende aannemelijk dat dit concept moet worden aangemerkt als een voorlopig reglement in de zin van artikel 48 lid 1 WOR.
400,00(2 punten x tarief € 200,00)