Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juni 2014, met productie,
- de brieven van 23 mei 2014, 3 juni 2014, 16 juni 2014 van [gedaagde],
- de akte houdende producties van [eisers],
- de brieven van 18 juni 2014 van [gedaagde], met producties,
- de mondelinge behandeling van 19 juni 2014,
- de pleitnota van [eisers],
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
€ 300.000,00 en op de rekeningen van de gemeenschap aangehouden bij de Rabobank te betalen € 10.000,00 op rekeningnummer [XXXXXXXXXX 1], op rekening [XXXXXXXXXX 2] € 7.000,00, op rekening [XXXXXXXXXX 3] € 13.000,00, en op rekeningnummer [XXXXXXXXXX 4] € 10.000,00, alle bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119a althans artikel 6:119 BW ingaande 5 mei althans 11 mei 2014 tot de dag der terugbetaling,
€ 5.000,00 voor iedere dag dat, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, [gedaagde] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen c.q. daarmee in strijd handelt,
4.De beoordeling
[eiser 1] als verantwoordelijk voor het dagelijks financiële beheer van de gemeenschap op de hoogte wordt gehouden van de mutaties terzake de verhuur van de panden. Voldoende aannemelijk is derhalve dat de gemeenschap als geheel in beginsel daardoor voldoende geïnformeerd is. Door [eisers] is onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] over de administratie die door Rentservice wordt gevoerd op enigerlei wijze zou (kunnen) beschikken. Het enkele feit dat Rentservice kantoor houdt bij [naam 1] en (een van) zijn medewerkers uitgeleend wordt/worden en in het kader van die uitlening alsdan belast is/zijn met het operationeel beheer, maakt dat niet anders. Terecht is door [gedaagde] derhalve opgemerkt dat Maastricht Rentservice B.V. desgewenst bevraagd dient te worden.
5.De beslissing
€ 13.000,00 en op rekeningnummer [XXXXXXXXXX 4] € 10.000,00, alle bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW ingaande 5 mei 2014 tot de dag der terugbetaling,