Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.Het onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,welke vorenomschreven poging tot doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal (met geweldpleging)
3.De voorvragen
- is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is;
- is gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het ten laste gelegde kennis te nemen;
- zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen;
- zijn geen gronden voor schorsing van de vervolging gebleken.
4.De beoordeling van het bewijs
- uit de aangifte van [slachtoffer] (hierna te noemen: [slachtoffer]) blijkt dat zij op 16 februari 2013 omstreeks 17:45 uur is gaan wandelen;
- er, gelet op de aangifte van [slachtoffer] en de verklaringen van de getuigen [getuige 1] (hierna te noemen: [getuige 1]) en [getuige 2], vanuit moet worden gegaan dat [slachtoffer] tussen even voor 18:00 uur en 18:30 uur is overvallen;
- uit camerabeelden blijkt dat de verdachte om 18:08 uur het flatgebouw aan de [adres 1] te Venray is binnengegaan, terwijl hij iets in zijn handen had;
- uit de verklaring van de verdachte ter terechtzitting, in combinatie met het aantreffen van de telefoon, blijkt dat hij op dat moment de telefoon van [slachtoffer] in zijn handen had;
- uit telecomgegevens blijkt dat tussen 17:57 uur en 18:40 uur met de telefoon van [slachtoffer] diverse telefooncontacten met een duur van nul seconden hebben plaatsgevonden.
- het aantreffen van bloed op het vest van de verdachte en
- de schoensporen op de plaats delict die zijn veroorzaakt met soortgelijke schoenen als die van de verdachte.
Twee forse wonden achterhoofd; 10 en 12 centimeter.
Bloeduitstorting rechter hand en bloeduitstorting rechter oog.
Ja, ernstig.
16-02-2013.
Zeer ernstig hersenletsel.
- de verdachte voor en ten tijde van zijn aanhouding verbleef op het adres van zijn zus aan de [adres 1] te Venray;
- de verdachte op 16 februari 2013 om 16:47 uur de flat aan de [adres 1] te Venray verliet;
- er op 16 februari 2013 om 17:57:15 uur, 17:58:16 uur, 18:02:06 uur, 18:02:39 uur, 18:06:32 uur, 18:07:38 uur en 18:07:44 uur uitgaande gesprekken zijn geregistreerd met het telefoonnummer van aangeefster [slachtoffer]: zes gesprekken van nul seconden en één gesprek van 26 seconden;
- de verdachte op 16 februari 2013 om 18:08 uur de flat aan de [adres 1] te Venray weer binnenkwam met in zijn handen de mobiele telefoon, merk Samsung, van aangeefster [slachtoffer];
- er op 16 februari 2013 om 18:12:11 uur en 18:12:12 uur uitgaande sms-berichten zijn geregistreerd met het telefoonnummer van aangeefster [slachtoffer];
- er op 16 februari 2013 om 18:23:59 uur, 18:36:46 uur en 18:37:48 uur uitgaande gesprekken zijn geregistreerd met het telefoonnummer van aangeefster [slachtoffer]: twee gesprekken van nul seconden en één gesprek van 14 seconden.
- de verdachte op 16 februari 2013 tussen 18:42:24 uur en 18:48:29 uur de simkaart van de telefoon van aangeefster in zijn mobiele telefoon heeft gedaan.
- de verdachte ruim elf minuten na de diefstal ervan kennelijk en zichtbaar beschikte over de mobiele telefoon van aangeefster en
- in die ruim elf minuten voortdurend iets met de telefoon is gedaan: er zijn in die periode zeven uitgaande ‘gesprekken’, veelal van nul seconden, geweest.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De oplegging van straf
8.De benadeelde partij
9.Het beslag
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 5.2 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
een gevangenisstraf van 54 maanden;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer], [adres 2], [woonplaats], van een bedrag van € 42.289,94 (zegge: tweeënveertigduizendtweehonderdnegenentachtig euro en vierennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2013 tot aan de dag van volledige voldoening;
- bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij voor het overige gedeelte, dat betrekking heeft op vergoeding van p.m.-kosten, niet ontvankelijk is en dat de benadeelde partij dit gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [slachtoffer] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] het bedrag van € 42.289,94 (zegge: tweeënveertigduizendtweehonderdnegenentachtig euro en vierennegentig eurocent) te betalen, bij niet betaling te vervangen door 30 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 februari 2013;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer] vervalt en omgekeerd;
- gsm, merk Nokia, voorwerpnummer 356565, en
- simkaart, prepaid ‘Hollandse Nieuwe’, voorwerpnummer 358186.