Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de vennootschap onder firma
[betrokkene 1]VOF,h.o.d.n.
[naam 1]en
2.haar vennoot
[betrokkene 2],3.haar venoot
[betrokkene 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 april 2014, met 34 producties,
- (voorlopig) antwoord in conventie tevens eis in reconventie,
- de mondelinge behandeling van 22 mei 2014,
- de pleitnota tevens conclusie van antwoord in reconventie,
- de pleitnota antwoord in conventie tevens eis in reconventie.
2.De feiten
13 juni 2015 een eerste recht van hypotheek gevestigd op de aan hen in eigendom toebehorende woning gelegen aan de [adres], een en ander tot zekerheid van de nakoming van de door hen met Obvion gesloten geldlening. De hieruit voortvloeiende vordering ad € 237.744,86 is door Obvion bij de curator aangemeld ter verificatie.
€ 23.115,75 en dat zij tot opzegging van de overeenkomst en tot gedwongen executoriale verkoop zal overgaan als niet wordt betaald.
3.Het geschil in conventie
- de openbare verkoop van het registergoed [adres] te staken en gestaakt te houden,
- zich te onthouden van enige handeling, die de curator hindert in de uitoefening van zijn wettelijke taak ten aanzien van de vereffening c.q. liquidatie van het genoemde registergoed overeenkomstig de wet,