Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser 1],
[eiseres 2],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de mondelinge behandeling;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Limburg op 17 mei 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eisers, [Eisers], en de gezamenlijke erfgenamen van de heer [erflater]. Eisers verblijven sinds 4 mei 2010 in een chalet dat eigendom was van de overleden heer [erflater]. Na zijn overlijden heeft zijn zoon, [zoon erflater], de sloten van het chalet vervangen, waardoor eisers de toegang tot hun woning werd ontzegd. Dit leidde tot een rechtszaak waarin eisers vorderden om ongehinderd toegang te krijgen tot het chalet en om de sleutels terug te ontvangen.
De rechtbank oordeelde dat de vervanging van de sloten door de zoon van de erflater onrechtmatig was en dat dit een vorm van eigenrichting vormde. De rechtbank stelde vast dat eisers een spoedeisend belang hadden bij hun vordering, aangezien zij persoonlijke eigendommen in het chalet hadden. De rechtbank oordeelde dat er geen rechtsgeldige beëindiging van de overeenkomst was geweest, en dat de erfgenamen niet op de juiste wijze hadden gehandeld door de sloten te vervangen zonder instemming van eisers.
De rechtbank heeft de vorderingen van eisers toegewezen en de erfgenamen veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis toegang te verlenen tot het chalet en de sleutels te verstrekken. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de erfgenamen in gebreke zouden blijven. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van eisers begroot en veroordeeld dat de erfgenamen deze kosten moeten vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.