Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2014 in de zaak tussen
[eisende partij], te [woonplaats], eiser
de heffingsambtenaar van stadsregio Parkstad Limburg, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
19 december 2012 het ledigingstarief in rekening is gebracht.
5. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de verordening wordt onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de
Wet milieubeheer.
a. een mini container, bestemd voor GFT- afval met een inhoud van 140 liter € 3,40.
b. een mini container, bestemd voor GFT- afval met een inhoud van 240 liter € 4,60.
c. een mini container, bestemd voor restafval met een inhoud van 140 liter € 3,40.
d. een mini container, bestemd voor restafval met een inhoud van 240 liter € 4,60
Dat is door verweerder niet betwist. Met eiser is de rechtbank vervolgens van mening dat verweerder in beginsel niet twee keer voor in feite slechts een complete lediging het ledigingstarief in rekening kan brengen. Zowel uit de stukken als het verhandelde ter zitting is vervolgens ook niet gebleken of aannemelijk geworden dat het niet volledig ledigen van de afvalcontainer bij de eerste lediging aan eiser te wijten is geweest dan wel aan een omstandigheid die niet in de risicosfeer van verweerder ligt. Ook is niet gebleken of gesteld dat het vaststellen daarvan voor verweerder onmogelijk is dan wel zodanig bezwarend dat dit niet van verweerder mag worden verwacht. De rechtbank ziet verder ook geen reden om te twijfelen aan hetgeen eiser heeft aangevoerd omtrent het niet volledig ledigen op
19 december 2012. Ook verweerders gemachtigde heeft zodanige twijfels dan wel andere twijfels niet geuit ter zake van de versie van eiser omtrent de ledigingen. Het risico van het onvolledig ledigen acht de rechtbank in het onderhavige geval dan ook gelegen in de risicosfeer van verweerder.
€ 76,72,-, zijnde de reiskosten van eiser ter hoogte van € 24,56,- (op basis van kosten openbaar vervoer 2e klas) en de – door verweerders gemachtigde redelijk geachte - verletkosten van eiser ter hoogte van € 52,16,-.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
- vermindert de aanslag afvalstoffenheffing (Diftar) van 31 januari 2013 met
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van de beroepsprocedure ad € 76,72 (bestaande uit € 24,56,- wegens reiskosten en € 52,16 wegens verletkosten), te betalen aan eiser;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 44,-, aan eiser te vergoeden.