De rechtbank beantwoordt voornoemde vraag ontkennend. De man heeft gesteld en tevens met voldoende bescheiden onderbouwd, dat het werkaanbod bij zijn voormalige opdrachtgever in Schiermonnikoog drastisch afnam, zelfs zodanig dat er problemen ontstonden met betrekking tot het uitbetalen van zijn loon. De man was dan ook genoodzaakt om andere opdrachten als freelance kok te verwerven, dan wel zich op een andere manier een inkomen te verwerven, zeker nu zowel zijn echtgenote, zijn kind als zijn ex-partner financieel van hem afhankelijk zijn. Daarnaast koesterde de man de wens om meer rust en regelmaat binnen zijn huidige gezin te brengen, door vanuit een vaste werkplek zijn inkomsten te gaan genereren. De man zag de mogelijkheid om op korte termijn een eigen restaurant te openen in Roermond, dit dankzij een aantrekkelijke financieringsmogelijkheid. Deze kans heeft de man aangegrepen, enerzijds om zo spoedig mogelijk zijn oude inkomen te kunnen evenaren en anderzijds om meer rust te creëren binnen zijn gezin.
De visie van de vrouw, dat de man op ondoordachte wijze heeft gehandeld, mede gelet op de bestaande alimentatieverplichting, kan de rechtbank niet delen. Daarbij overweegt de rechtbank allereerst dat het niet zo kan zijn dat de man - gelet op zijn bestaande onderhoudsverplichting jegens de vrouw - in het algemeen niet van beroep of werkzaamheden zou mogen veranderen. De vraag is echter of het financiële risico dat de man door de verandering heeft genomen, gelet op zijn bestaande onderhoudsverplichting, onaanvaardbaar is.
Daarbij speelt mee dat het huwelijk van partijen ongeveer vijf en een half jaar heeft geduurd en kinderloos is gebleven. In die situatie mag van de vrouw in het algemeen worden verwacht dat zij in de loop van de jaren (partijen zijn inmiddels ongeveer vijf en een half jaar gescheiden) in haar eigen onderhoud gaat voorzien. Dat dit om medische redenen, ontstaan ruim na de echtscheiding van partijen, voor de vrouw erg moeilijk is geworden, kan niet betekenen dat de man drastisch beperkt zou worden in zijn keuzes ten aanzien van de invulling van zijn leven. Het mag, kortom, niet betekenen dat de man geen wel overwogen maar enigszins risicovolle, keuze zou mogen maken ten aanzien van een stap in zijn carrière.
De rechtbank overweegt voorts dat van het openen van een eigen restaurant in Roermond door de man (zelf een top-kok) niet gezegd kan worden dat het een onverantwoorde keuze is geweest. Ook niet nu blijkt dat de resultaten, mede door de economische slechtere tijd, tegenvallen. De exploitatie laat een stijgende lijn zien, maar daarnaast is er, mede door relatief grote privé-opnames, sprake van toenemende schulden.
Dat het inkomen van de man aanzienlijk is verlaagd, is dus enerzijds gelegen in omstandigheden die buiten de invloedsfeer van de man liggen (namelijk een afname van de werkzaamheden als freelance-kok) en anderzijds in de te respecteren keuze van de man om een eigen restaurant te openen in Roermond. De rechtbank acht het inkomstenverlies van de man derhalve niet verwijtbaar en zal, in het kader van de draagkrachtberekening van de man, uitgaan van het daadwerkelijke verlaagde inkomen van de man.