Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
de rechtspersoon naar buitenlands recht HOIST KREDIT AB,
[gedaagde],
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
MOTIVERING
het geschil (de vordering en het verweer)
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderde Hoist Kredit AB, een rechtspersoon naar buitenlands recht, betaling van een bedrag van € 1.917,40 van de gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering was gebaseerd op een door cessie verkregen recht van de oorspronkelijke schuldeiser, Essent Retail Energie B.V., ter zake van onbetaalde energiekosten. De gedaagde had de overeenkomst met Essent niet betwist, maar voerde verweer tegen de vordering, met name tegen de gevorderde nevenvorderingen zoals kosten van contractbreuk en incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde wel degelijk een bedrag van € 1.183,10 aan voorschotten verschuldigd was, maar dat de nevenvorderingen niet toewijsbaar waren omdat het betalingsverzuim niet voldoende was onderbouwd. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van de hoofdsom toe, maar wees de nevenvorderingen af, evenals de proceskosten, die gecompenseerd werden. Het vonnis werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.