ECLI:NL:RBLIM:2014:2593
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Adoptie van een kind uit de Verenigde Staten door Nederlandse adoptanten met toetsing van buitenlandse adoptie
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 12 maart 2014 uitspraak gedaan over de adoptie van een minderjarige uit de Verenigde Staten door twee Nederlandse adoptanten. De adoptanten, die met elkaar zijn gehuwd, hebben verzocht om de adoptie naar Nederlands recht uit te spreken, omdat de beginseltoestemming voor adoptie slechts voor één van hen was afgegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie van de minderjarige reeds in de VS was uitgesproken, maar dat deze niet als verdragsadoptie kon worden erkend in Nederland, omdat de vereiste verklaring volgens het Haags Adoptieverdrag ontbrak. De rechtbank heeft ambtshalve getoetst of er al een buitenlandse adoptie tot stand was gekomen, zoals vereist door artikel 2 van Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank concludeerde dat de beginseltoestemming tot adoptie alleen was verleend aan de verzoekster, waardoor niet aan de voorwaarden voor erkenning van de buitenlandse adoptie was voldaan. De rechtbank heeft vervolgens vastgesteld dat er voldoende aanknopingspunten waren met de Nederlandse rechtssfeer om het verzoek in behandeling te nemen. De rechtbank heeft uiteindelijk de adoptie uitgesproken, waarbij de minderjarige de geslachtsnaam van de verzoeker zal behouden en de voornaam zal worden gewijzigd. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.