Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[vennoot 1],
[vennoot 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 augustus 2012 en de daarin genoemde stukken;
- het deskundigenbericht van 29 maart 2013;
- de conclusie na deskundigenbericht met een productie van [de VOF cs].;
- de conclusie na deskundigenbericht van MultiVlaai.
2.De verdere beoordeling
- € 45.000,-- ter zake van drie jaar inkomstenderving van [vennoot 2] (opzeggen vaste baan groepsleerkracht wegens verhuizing);
- € 64.000,-- ter zake van verhuizing van Zwolle naar [woonplaats] (verhoging hypotheek);
- € 139.500,-- ter zake van leaseverplichtingen, bankkrediet en openstaand saldo crediteuren;
- MultiVlaai heeft nooit (markt)onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van exploitatie van de vlaaienwinkel, voorafgaande aan de exploitatie door [de VOF cs].;
- in de vier jaar voordat [de VOF cs]. de vlaaienwinkel ging exploiteren, is het twee andere franchisenemers niet gelukt om 600 vlaaien per week te verkopen. De voorgangers van [de VOF cs]. verkochten niet méér dan ongeveer 400 vlaaien per week. MultiVlaai heeft desondanks niet onderzocht of het verantwoord was een franchise- en huurovereenkomst met [de VOF cs]. te sluiten;
- een verkoop van 600 vlaaien per week is volgens MultiVlaai nodig om te kunnen spreken van een acceptabel ondernemersinkomen;
- de exploitatieprognose is te rooskleurig. Het reëel te veronderstellen aantal te verkopen vlaaien per week is onvoldoende om volgens MultiVlaai van een acceptabel ondernemersinkomen te kunnen spreken.