ECLI:NL:RBLIM:2014:1685
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Aïda Freiwalt
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 februari 2014 een beschikking gegeven met betrekking tot de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Aïda Freiwalt, die op 1 juni 2013 is overleden. De verzoeker, vertegenwoordigd door M. Dols van Frenken, Moers & Heerings notarissen, heeft op 22 januari 2014 een verzoekschrift ingediend. Aïda Freiwalt, geboren op 8 maart 1943 te Arnhem, had als laatste woonadres Van der Marckstraat 47, 6171 PP Stein. De verzoeker is de enige erfgenaam en heeft de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
In het verzoekschrift werd verzocht om de opheffing van de vereffening van de nalatenschap op basis van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De verzoeker heeft tevens aangegeven dat de schulden van de nalatenschap de baten overtreffen, zoals vermeld in artikel 4:199 lid 2 BW. De kantonrechter heeft de bij het verzoekschrift gevoegde boedelbeschrijving beoordeeld en vastgesteld dat er geen baten meer aanwezig zijn in de nalatenschap.
Gezien de geringe waarde van de baten en het ontbreken van andere relevante feiten of omstandigheden, heeft de kantonrechter besloten om het verzoek in te willigen. Een mondelinge behandeling werd niet noodzakelijk geacht. De griffier is belast met de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister en de bekendmaking van de beslissing via de website van de rechtspraak. De verzoeker is ontheven van de wettelijke publicatieplicht. De beschikking houdt in dat de vereffening van de nalatenschap van Aïda Freiwalt wordt opgeheven, en dat het meer of anders verzochte wordt afgewezen.