AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Seksueel misbruik van minderjarige dochter door vader
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 18 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader die zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van zijn dochter. De verdachte heeft in een periode van anderhalf jaar meermalen seksuele handelingen gepleegd met zijn dochter, die ten tijde van de misdrijven pas 10 jaar oud was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn dochter seksueel heeft misbruikt, waarbij er ook sprake was van het seksueel binnendringen van het lichaam. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Daarnaast is hem een klinische behandeling opgelegd en een contactverbod met zijn dochter en ex-partner, maar niet met zijn zoon.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de geestelijke toestand van de verdachte, die lijdt aan een posttraumatische stressstoornis, cocaïneafhankelijkheid en een borderline persoonlijkheidsstoornis. De psycholoog heeft geadviseerd om verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafoplegging. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, de dochter van de verdachte, toegewezen, waarbij een schadevergoeding van € 13.180,68 is opgelegd, vermeerderd met wettelijke rente.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte door zijn handelen niet alleen zijn dochter ernstig heeft geschaad, maar ook zijn gezin heeft ontwricht. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de opgelegde straf als passend en noodzakelijk beschouwd, zowel voor vergelding als voor de behandeling van de verdachte.
Voetnoten
1.De vindplaatsvermeldingen, voorkomend in de hierna opgenomen bewijsmiddelen en de motivering van de bewezenverklaring, verwijzen naar de doorlopende paginanummering in de voor eensluidend afschrift gewaarmerkte kopie van het in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde verbalisanten van de divisie regionale recherche, afdeling expertise centrum zeden, opgemaakte proces-verbaal, met proces-verbaalnummer 2013043752 d.d. 22 augustus 2013 en de als bijlagen daarbij gevoegde schriftelijke bescheiden, welke alle wettige bewijsmiddelen zijn als bedoeld in artikel 344, eerste lid jo artikel 339, eerste lid onder 5º van het Wetboek van Strafvordering.
2.Proces-verbaal van verhoor [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 56 en 59.
3.Proces-verbaal van verhoor [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 71.
4.Proces-verbaal van verhoor [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 60, 61 en 64.
5.Proces-verbaal van verhoord [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 63 en 68.
6.Proces-verbaal van verhoor [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 53 en 55.
7.Proces-verbaal van verhoor [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 65 en 66.
8.Proces-verbaal van verhoor [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 69.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 augustus 2013, pagina 112 en 118.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 augustus 2013, pagina 115.
11.De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 4 februari 2014 afgelegd.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 augustus 2013, pagina 114.
13.Proces-verbaal van verhoor [naam slachtoffer] d.d. 21 mei 2013, pagina 82 en 83.
14.Proces-verbaal van aangifte d.d. 1 mei 2013, pagina 23.