ECLI:NL:RBLIM:2014:1405
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Tijdelijk huisverbod en verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 31 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. K.D. Regter, en de burgemeester van de gemeente Simpelveld. Eiser had een tijdelijk huisverbod opgelegd gekregen op 18 augustus 2013, dat op 26 augustus 2013 door de burgemeester werd ingetrokken. Eiser heeft tegen het huisverbod beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Echter, op 27 augustus 2013 trok eiser zijn verzoek om een voorlopige voorziening in en vroeg hij om vergoeding van proceskosten en schade die hij als gevolg van het huisverbod had geleden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen termen aanwezig zijn om de burgemeester te veroordelen in de proceskosten, omdat er geen sprake was van tegemoetkomen in de zin van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat de intrekking van het huisverbod niet het gevolg was van de beroepsgronden van eiser, maar van andere omstandigheden die de burgemeester had overwogen. Bovendien heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek tot schadevergoeding, omdat de wettelijke grondslag hiervoor ontbrak.
De rechtbank heeft de beslissing genomen met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb, en heeft de verzoeken van eiser afgewezen. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen tegen deze beslissing.