ECLI:NL:RBLIM:2014:11521

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 oktober 2014
Publicatiedatum
31 maart 2016
Zaaknummer
04/801149-12
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrifte en oplichting door werknemer gemeente Roermond

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 14 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een werknemer van de gemeente Roermond, die beschuldigd werd van valsheid in geschrifte en oplichting. De verdachte, die als teamleidster bij de afdeling Financiën werkte, heeft in de periode van 10 juni 2010 tot en met 3 september 2012 meermalen facturen en vergoedingen valselijk opgemaakt, waardoor de gemeente Roermond ten onrechte meer dan € 158.000,- aan haar heeft uitgekeerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door middel van systeemhandelingen en het opmaken van fictieve bezwaarschriften de gemeente heeft misleid. Tijdens de zitting op 30 september 2014 heeft de officier van justitie de verdachte beschuldigd van het wettig en overtuigend bewezen zijn van de feiten, terwijl de verdediging zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank, maar pleitte voor een lagere straf. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte en oplichting, en heeft een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de duur van de fraude en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar blanco strafblad en de negatieve gevolgen van haar handelen. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding van de gemeente Roermond afgewezen, omdat de gemeente al een civiele procedure had aangespannen.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 04/801149-12
Datum uitspraak : 14 oktober 2014
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres]
Raadsvrouw is mr. P.A. van Enckevort, advocaat te Venlo.

1.Het onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting
van 30 september 2014. De rechtbank heeft op 30 september 2014 gehoord: de officier van justitie en de verdachte, bijgestaan door haar raadsvrouw.

2.De tenlastelegging

De ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:(meermalen) facturen en/of bezwaarschriften en/of “vergoeding proceskosten n.a.v. uitspraak op bezwaar” valselijk heeft opgemaakt of vervalst;
Feit 2:de gemeente Roermond (meermalen) heeft opgelicht.
3.
De beoordeling van het bewijs [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen in die zin dat verdachte in de periode van 10 juni 2010 tot en met 3 september 2012 facturen en vergoedingen proceskosten valselijk heeft opgemaakt en een factuur heeft vervalst. Verdachte dient partieel te worden vrijgesproken van hetgeen onder het eerste gedachtestreepje is tenlastegelegd, omdat het hier om fraude gaat die alleen via systeemhandelingen heeft plaatsgevonden. Ook acht de officier van justitie het onder 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat ook zij vindt dat de periode waarin de fraude heeft plaatsgevonden dient te worden ingekort en dat verdachte ten aanzien van het eerste gedachtestreepje van het onder feit 1 tenlastegelegde partieel dient te worden vrijgesproken.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte valsheid in geschrift heeft gepleegd door meermalen facturen en “vergoeding proceskosten n.a.v. uitspraak op bezwaar” valselijk op te maken of te vervalsen (feit 1) en dat zij gemeente Roermond heeft opgelicht (feit 2 primair), gelet op:
- de aangifte namens gemeente Roermond [2] ;
- de verklaring van getuige [getuige] [3] ;
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting en bij de politie. [4]
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 10 juni 2010 tot en met 3 september 2012 in de gemeente Roermond meermalen facturen en "vergoeding proceskosten n.a.v. uitspraak op bezwaar" - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, welke valsheid, zakelijk weergegeven hierin bestond dat:
- het logo van de facturen en/of de KvK-nummers en/of de bankrekeningnummers waren gewijzigd, althans dat de volledige facturen valselijk opgemaakt of vervalst waren en
- de bedragen en de personalia en de bankrekeningnummers op de "vergoeding proceskosten n.a.v. uitspraak op bezwaar" waren gewijzigd, althans dat deze "vergoeding proceskosten n.a.v. uitspraak op bezwaar" volledig valselijk of vervalst waren,
zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2. primair
op verschillende tijdstippen in de periode van 10 juni 2010 tot en met 3 september 2012, in de gemeente Roermond, meermalen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels gemeente Roermond heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag aan geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid het doen voorkomen dat bezwaarschriften op belastingaanslagen waren ingediend en/of (vervolgens) gehonoreerd en/of (vervolgens) het ten laste van de gemeente Roermond doen en/of laten uitbetalen van geldbedragen ten gunste van bankrekeningen ten name van haar (verdachte) en/of verdachtes echtgenote en/of verdachtes minderjarige kinderen en/of verdachtes moeder, waardoor gemeente Roermond werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de kwalificatie

4.1
De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde is strafbaar.
4.2
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op de navolgende strafbare misdrijven:
feit 1:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
feit 2 primair:
oplichting, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van verdachte

De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu geen omstandigheid aannemelijk is geworden die verdachtes strafbaarheid opheft.

6.De oplegging van straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met het advies van de reclassering, het feit dat verdachte een blanco strafblad heeft en het feit dat zij al vele negatieve gevolgen van haar handelen heeft moeten ondervinden, zoals haar ontslag en problemen in relationele en sociale sfeer. Tevens heeft de raadsvrouw erop gewezen dat verdachte inzicht heeft gegeven in haar handelswijze en heeft meegewerkt met het strafrechtelijk onderzoek. De raadsvrouw heeft ten slotte bepleit dat de oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf tot gevolg zal hebben dat verdachte geen inkomsten meer zal hebben en geen zorg meer zal kunnen dragen voor haar kinderen en haar gezin. Zij heeft dan ook verzocht een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. De rechtbank heeft hierbij in het bijzonder gelet op het navolgende.
Verdachte was vanaf 2008 werkzaam bij de Gemeente Roermond als teamleidster van de Afdeling Financiën Cluster Belastingen. Vanaf medio 2010 tot medio 2012 heeft zij haar werkgever weten te misleiden waardoor de Gemeente ten onrechte geld op diverse rekeningen van verdachte (en/of haar familie) heeft gestort. Dit deed verdachte door het valselijk opmaken of vervalsen van facturen, die de gemeente vervolgens ten onrechte aan haar betaalde en door het opmaken van zogenoemde “vergoedingen proceskosten uitspraak op bezwaar”. Hierin had verdachte vermeld dat de gemeente de indiener van het (fictieve) bezwaarschrift een proceskostenvergoeding verschuldigd was. Ook deze vergoedingen heeft de gemeente vervolgens ten onrechte aan verdachte betaald. Daarnaast heeft zij via een aantal systeemhandelingen op haar computer bezwaarschriften -die in het verleden door andere mensen in het kader van de WOZ waren ingediend- dusdanig gemanipuleerd dat ook hierdoor de gemeente ten onrechte geld aan verdachte heeft uitgekeerd. Uit onderzoek van de gemeente is gebleken dat gedurende de twee jaar dat verdachte deze fraude heeft gepleegd, de gemeente meer dan € 158.000,- aan verdachte heeft overgemaakt.
Op basis van de oriëntatiepunten van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) past bij een fraude met een benadelingsbedrag van € 125.000,- tot € 250.000,- een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 tot 12 maanden. Gelet op het bedrag dat verdachte de gemeente afhandig heeft gemaakt lijkt een gevangenisstraf van 10 tot 11 maanden in de rede te liggen. De rechtbank ziet echter reden deze straf te verhogen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de fraude ruim twee jaar heeft geduurd. In die twee jaar heeft verdachte frequent (ongeveer 65 keer) frauduleuze handelingen verricht en verdachte is niet uit zich zelf gestopt. Integendeel. Medio 2011 – dus ongeveer een jaar na aanvang van de fraude – kreeg de gemeente argwaan en heeft zij verdachte om opheldering van bepaalde zaken gevraagd. In plaats van alles op te biechten heeft verdachte toen doelbewust fictieve stukken opgemaakt om haar werkgever gerust te stellen en de fraude te verdoezelen. In plaats van toen te stoppen is zij vervolgens weer gewoon verder gegaan. De fraude stopte pas nadat verdachte uiteindelijk in 2012 toch tegen de lamp liep. Voorts is uit onderzoek van de politie gebleken dat verdachte van het geld van de gemeente ongeveer € 50.000,- heeft besteed aan vakanties voor haarzelf en haar gezin, ongeveer € 25.000,- aan verbeteringen van haar huis, € 12.500,- aan kasopnames en € 70.000,- aan consumptieve bestedingen. Afgezet tegen het jaarsalaris dat verdachte volgens eigen zeggen verdiende, komt dit erop neer dat verdachte van medio 2010 tot medio 2012 drie tot vier keer zoveel geld te besteden had (en ook heeft besteed), dan op grond van haar salaris eigenlijk mogelijk was. Dit verschil is dusdanig groot dat verdachte niet alleen wist dat ze haar werkgever aan het benadelen was, maar dat zij bovendien geweten moet hebben dat het hierbij om een zeer aanzienlijk bedrag ging.
Op grond van dit alles acht de rechtbank in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 14 maanden aan de orde. De rechtbank ziet wel nog reden deze straf enigszins te matigen vanwege het blanco strafblad van verdachte en het feit dat deze zaak al dateert uit 2012. Verdachte heeft in haar eerste verhoor, eind 2012, meteen openheid van zaken gegeven, zodat niet duidelijk is waarom het openbaar ministerie tot 2014 heeft gewacht om de zaak bij de rechter aan te brengen.
Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden passend en geboden.
Voor een voorwaardelijke straf, zoals door de reclassering is voorgesteld, ziet de rechtbank geen aanleiding. Zoals uit het vorenstaande blijkt acht de rechtbank het feit en de wijze waarop dit feit is begaan te ernstig voor een voorwaardelijke straf. Nu de reclassering toezicht/begeleiding niet geïndiceerd acht, vindt de rechtbank ook daarin geen reden voor een (deels) voorwaardelijke straf.

7.De schadevergoedingsmaatregel

7.1
Het verzoek van gemeente Roermond
Gemeente Roermond heeft zich niet als benadeelde partij gevoegd in het strafproces, naar eigen zeggen omdat de verdachte in een civiele procedure reeds is veroordeeld tot vergoeding van de schade aan de gemeente. Niettemin heeft gemeente Roermond verzocht om de schadevergoedingsmaat-regel op te leggen tot een bedrag van € 150.000,-, nu gevreesd wordt dat verdachte anders niet de (gehele) schade zal vergoeden.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen voor het totaalbedrag van € 158.642,41, met daarbij 365 dagen hechtenis.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de vordering af te wijzen, nu gemeente Roermond reeds een executoriale titel heeft en tot verhaal kan overgaan. Het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel zal enkel leiden tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis, aldus de raadsvrouw.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank onderkent dat het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel een extra mogelijkheid biedt in de vorm “vervangende” hechtenis als stok achter de deur als verdachte niet betaalt. Gelet op de in deze zaak op te leggen duur van de onvoorwaardelijke gevangenisstraf ziet de rechtbank daar de echter geen meerwaarde in. Nu de “vervangende” hechtenis niet bedoeld is als extra straf zal de rechtbank de gevraagde maatregel niet opleggen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen, zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4.2 is omschreven;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Schadevergoedingsmaatregel
- de rechtbank wijst af de vordering tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.E. Kessels, voorzitter, mr. R.A.J. van Leeuwen en
mr. S.V. Pelsser, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Mahovic, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 oktober 2014.
Buiten staat
Mr. J.M.E. Kessels is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 3 september 2012 in de gemeente(n) Roermond en/of Roerdalen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) factu(u)r(en) en/of (een) bezwaarschrift(en) en/of één of meer "vergoeding proceskosten n.av. uitspraak op bezwaar", - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, welke valsheid, zakelijk weergegeven hierin bestond dat:
- de/het belastingja(a)r(en) en/of de/het bedrag(en) en/of de/het bankrekeningnummer(s) in de/het bezwaarschrift(en) was/waren gewijzigd en/of
- het logo van de factu(u)r(en) en/of de/het KvK-nummer(s) en/of de/het bankrekeningnummer(s) was/waren gewijzigd, althans dat de volledige factu(u)r(en) valselijk opgemaakt of vervalst was/waren en/of
- de/het bedrag(en) en/of de personalia en/of de/het bankrekeningnummer(s) op de "vergoeding proceskosten n.a.v. uitspraak op bezwaar" was/waren gewijzigd, althans dat deze "vergoeding proceskosten n.a.v. uitspraak op bezwaar" volledig valselijk of vervalst was/waren,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2.
zij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2010 tot en met 3 september 2012, in de gemeente(n) Roermond en/of Roerdalen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, gemeente Roermond heeft bewogen tot de afgifte van een bedrag aan geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid het doen voorkomen dat bezwaarschriften op belastingaanslagen waren ingediend en/of (vervolgens) gehonoreerd en/of (vervolgens) het ten laste van de gemeente Roermond doen en/of laten uitbetalen van geldbedragen ten gunste van bankrekeningen ten name van haar (verdachte) en/of verdachtes echtgenote en/of verdachtes minderjarige kinderen en/of verdachtes moeder, waardoor gemeente Roermond (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans indien ter zake het vorenstaande onder 2 geen veroordeling zou volgen:
zij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2010 tot en met 3 september 2012, in de gemeente(n) Roermond en/of Roerdalen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de gemeente Roermond, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit hoofde van haar persoonlijke dienstbetrekking van/als teamleider WOZ/Heffingen bij de afdeling Financiën, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummer: 04/801149-12
proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 14 oktober 2014 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres]
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is in de zaal van de zitting aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit en geeft de verdachte kennis dat zij daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan instellen.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsvrouw is mr. P.A. van Enckevort, advocaat te Venlo.

Voetnoten

1.Voor zover de in het vonnis vermelde feiten en omstandigheden door de rechtbank redengevend worden geacht voor de bewezenverklaring van het tenlastegelegde, wordt hierna in de voetnoten verwezen naar de wettige bewijsmiddelen waaraan de rechtbank deze feiten en omstandigheden ontleent. Tenzij anders aangegeven, maken deze bewijsmiddelen deel uit van het proces-verbaal van politie, Eenheid Limburg, Regionale Recherche, Bureau Financiële Ondersteuning d.d. 11 januari 2013 met proces-verbaalnummer 434.j.BFO, dat is doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1321 en in de wettelijke vorm is opgemaakt.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , bijlage 1, pagina’s 40-43.
3.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , bijlage 3, pagina’s 51-53.
4.Het proces-verbaal van 2de verhoor verdachte, bijlage 61, pagina 1293.