In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiseres in conventie, verweerster in reconventie, veroordeling van gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, tot medewerking aan het doen van achterstallige en toekomstige salarisbetalingen. De zaak betreft een geschil tussen twee aandeelhouders van vennootschappen, waarbij beide partijen eigenmachtig gelden aan de vennootschappen hebben onttrokken, in strijd met gemaakte afspraken. De voorzieningenrechter verwijst naar een eerder vonnis van 7 april 2014, waarin afspraken zijn gemaakt over de gezamenlijke beschikking over bankrekeningen en salarisbetalingen. De rechter oordeelt dat het spoedeisend belang bij de vorderingen van beide partijen voldoende is gebleken. De verzoeken tot voeging van de vennootschappen worden afgewezen, omdat de procesorde niet gediend is bij hun deelname aan de procedure. De rechter benadrukt dat de eigenmachtige transacties van beide partijen in strijd zijn met de gemaakte afspraken en dat er geen rechtvaardiging is voor deze schending. De rechter wijst de vorderingen tot medewerking aan salarisbetalingen toe, met de voorwaarde dat de onttrokken bedragen worden terugbetaald. De rechter legt dwangsommen op voor het geval partijen zich niet aan de afspraken houden. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten worden gecompenseerd.