ECLI:NL:RBLIM:2014:11454

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 augustus 2014
Publicatiedatum
13 januari 2015
Zaaknummer
C/03/195562 / BZ RK 14/1123
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van inbewaringstelling in psychiatrisch ziekenhuis

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 28 augustus 2014 een beschikking gegeven in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, die op 24 augustus 2014 door de burgemeester van Maastricht in bewaring was gesteld. De rechtbank heeft het verzoek mondeling behandeld, waarbij de betrokkene en de psychiater drs. I.P.A. Weltens zijn gehoord.

De betrokkene heeft herhaaldelijk aangegeven geen juridische bijstand te willen van haar toegewezen advocaat, mr. J.A. Moonen, en heeft pas na het vertrek van deze advocaat aangegeven bereid te zijn om gehoord te worden. De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken en de hoorzitting vastgesteld dat de betrokkene gevaar veroorzaakt en dat er ernstige vermoedens zijn van een geestelijke stoornis die dit gevaar met zich meebrengt. De rechtbank concludeert dat het gevaar zo onmiddellijk dreigend is dat een voorlopige machtiging niet kan worden afgewacht en dat de betrokkene niet bereid is tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis.

Op basis van deze bevindingen heeft de rechtbank besloten om de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te verlenen. Deze beschikking is uitgesproken door mr. P. van Blaricum, rechter, in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking staat geen gewoon rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Familie en jeugd
Datum beschikking: 28 augustus 2014
Zaaknummer: C/03/195562 / BZ RK 14/1123
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven
in de zaak van:
[naam betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonend te [adres],
verblijvend in Mondriaan Maastricht.

1.Het procesverloop

Bij beschikking van 24 augustus 2014 is door de burgemeester van de gemeente Maastricht ten aanzien van [naam betrokkene] (hierna: betrokkene) een last gegeven tot inbewaringstelling als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (hierna: Wet Bopz).
De officier van justitie heeft bij verzoekschrift, op 25 augustus 2014 ter griffie ingekomen, aan de rechtbank verzocht een machtiging te verlenen tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
Bij het verzoekschrift is de last van de burgemeester alsmede een op 24 augustus 2014 ondertekende en met redenen omklede geneeskundige verklaring overgelegd van
drs. M. Timmermans, AIOS die wordt ondersteund door een aanvullende schriftelijk verklaring van drs. I.P.A. Weltens, psychiater, die betrokkene kort na binnenkomst in het psychiatrisch ziekenhuis heeft gezien en onderzocht in het kader van de inbewaringstelling en die de geneeskundige verklaring onderschrijft.
De rechtbank heeft het verzoek mondeling behandeld op 28 augustus 2014, waar zijn gehoord betrokkene en drs. I.P.A. Weltens, psychiater.

2.Beoordeling

Betrokkene geeft duidelijk meermaals te kennen dat zij geen juridische bijstand wil van de aan haar toevoegde advocaat mr. J.A. Moonen. Zij is van mening dat dit geen echte advocaat is. Nadat mr. Moonen de behandelruimte heeft verlaten is betrokkene genegen zich te doen horen.
Uit de overgelegde stukken en de door de rechtbank tijdens de hoorzitting verkregen inlichtingen blijkt dat betrokkene gevaar veroorzaakt, dat het ernstige vermoeden bestaat dat een stoornis van de geestvermogens de betrokkene het gevaar doet veroorzaken, dat het gevaar zo onmiddellijk dreigend is dat toepassing van paragraaf 1 (voorlopige machtiging) van de Wet Bopz niet kan worden afgewacht en dat het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat betrokkene geen blijk geeft van de nodige bereidheid tot opneming en verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis.
Gelet op de betreffende artikelen van de Wet Bopz wordt derhalve als volgt beslist.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van de betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. van Blaricum, rechter, en uitgesproken op
28 augustus 2014 in tegenwoordigheid van de griffier.
hb
Tegen deze beschikking staat geen gewoon rechtsmiddel open..