Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Datum uitspraak: 16 december 2014
[verdachte],
DE BESLISSINGEN:
een gevangenisstraf voor de tijd van 12 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk;
een proeftijd van drie jaar de algemene voorwaarden of de bijzondere voorwaarde heeft overtreden;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte
- zich tijdens de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [benadeelde 4] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer[benadeelde 4]
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij Maretic vervalt en omgekeerd;
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 10 januari 2013 door de politierechter is opgelegd in de zaak onder parketnummer 03/700860-12
- bepaalt dat deze ten uitvoer te leggen gevangenisstraf
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen.