ECLI:NL:RBLIM:2014:11103

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 december 2014
Publicatiedatum
19 december 2014
Zaaknummer
C/03/196632 / KG ZA 14-540
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot het treffen van voorzieningen in verband met wateroverlast tussen buren

In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. R.H.J.G. Borger, een kort geding aangespannen tegen haar buren, gedaagden, vertegenwoordigd door mr. J. Groot Koerkamp. De procedure is gestart vanwege aanhoudende wateroverlast in de kelder van eiseres, die zij toeschrijft aan de gewijzigde waterloop door werkzaamheden van gedaagden aan hun perceel. De mondelinge behandeling vond plaats op 13 oktober 2014, gevolgd door een voortzetting op 15 december 2014. Tijdens de eerste zitting zijn afspraken gemaakt over het aanleggen van een border door eiseres en het aanpassen van het terrein door gedaagden om de waterafvoer te verbeteren.

Eiseres vorderde onder andere dat gedaagden binnen zeven dagen maatregelen zouden nemen om te voorkomen dat regenwater naar haar perceel stroomt, en dat zij een schadevergoeding zouden betalen. Gedaagden hebben verweer gevoerd en gesteld dat de wateroverlast mede het gevolg is van bouwkundige onvolkomenheden aan de kelder van eiseres. Tijdens de voortgezette zitting bleek dat beide partijen een deel van de gemaakte afspraken waren nagekomen, maar eiseres meldde dat de wateroverlast nog steeds aanhield.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen grond is voor het treffen van de gevraagde voorzieningen, omdat de partijen wezenlijke stappen hebben gezet om de wateroverlast aan te pakken. Bovendien was er geen bewijs dat de huidige inrichting van het perceel van gedaagden de oorzaak was van de aanhoudende wateroverlast. De rechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/196632 / KG ZA 14-540
Vonnis in kort geding van 19 december 2014
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde mr. R.H.J.G. Borger,
tegen

1.[gedaagde sub 1],

wonende te [woonplaats],
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
gemachtigde mr. J. Groot Koerkamp.
Partijen zullen hierna [eiseres] (of eiseres) en [gedaagde] (of gedaagden) genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling op 13 oktober 2014
  • de pleitnota van [gedaagde]
  • het proces-verbaal van de zitting
  • de voortzetting van de mondelinge behandeling op 15 december 2014.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Partijen zijn sinds 2012 buren. Het perceel van [eiseres] ligt wat lager ten opzichte van dat van [gedaagde]. De (linker) zijgevel van de woning van [eiseres] grenst, na een smalle strook grond die aan [eiseres] in eigendom toebehoort, aan het perceel van [gedaagde]. [eiseres] heeft na regenbuien last van lekkages in de kelder, die zich onder die zijgevel bevindt.
2.2.
[eiseres] vordert:
1. Gedaagden te veroordelen om binnen 7 dagen na betekening van het ten dezen te
wijzen vonnis:
- al die voorzieningen te maken/maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat
het regenwater over het maaiveld direct naar de straatgoot afwatert en die
ervoor zorgen dat het regenwater niet richting de aangevulde grond aan de
zijgevel van het pand van eiseres stroomt, maar juist weg van die plek;
  • de hemelwaterafvoeren van hun onroerende zaak aan te sluiten op het riool;
  • langs de zijgevel van eiseres de grond te verwijderen, deze opnieuw aan te
brengen en te verdichten en een drainage aan te brengen, een en ander
onder deskundige begeleiding - subsidiair, louter voor het geval de
voorzieningenrechter van oordeel zou zijn dat deze werkzaamheden door
eiseres dienen te worden uitgevoerd - eiseres toestemming te verlenen om
deze werkzaamheden uit te voeren, zulks op straffe van verbeurte (hoofdelijk) van een dwangsom van € 500,-- per dag of dagdeel dat gedaagden met een en ander in gebreke blijven, des dat één hunner betalende de ander jegens eiseres gekweten zal zijn;
2. Gedaagden te veroordelen om - bij wijze van voorschot op de vergoeding van
schade - tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen de kosten van ing. [naam] ad € 490,05, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de
datum dagvaarding tot de dag der algehele betaling;
3. Gedaagden te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten, te begroten op twee
punten van het ten deze geldende liquidatietarief;
4. Gedaagden te veroordelen in de kosten van deze procedure.
2.3.
[gedaagde] voert verweer.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Partijen verschillen van mening over de oorzaak van de wateroverlast. De overlast is volgens [eiseres] te wijten aan de gewijzigde waterloop ten gevolge van de veranderingen die [gedaagde] aan het terrein heeft aangebracht, door de bomen die aan zijn kant van de erfgrens te verwijderen. [gedaagde] is van mening dat de lekkage in de kelder (mede) het gevolg is van bouwkundige onvolkomenheden aan de kelder.
3.2.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling op 13 oktober 2014 het volgende afgesproken:
“Afgesproken wordt dat eiseres binnen 4 weken na vandaag op haar strook langs de zijgevel een border aanlegt. Daartoe overhandigt eiseres gedaagden een kopie van de kadastrale tekening met de maten van de strook. Eiseres is voornemens de border te maken met behulp van een deels in de grond verzonken ijzeren plaat en de ruimte tussen de plaat en de muur op te vullen. Eiseres zal tevoren met een gespannen lijn duidelijk de grens markeren zodat ook voor gedaagden helder is hoe de grens in het veld loopt. Eiseres zal ook kijken of zij ter plaatse nog een voorziening wil treffen voor haar hemelwaterafvoer (een drainagebuis). Eiseres zal een vrije strook van 3 meter mogen gebruiken van het terrein van gedaagden om de werkzaamheden aan de border uit te voeren. Eiseres zal de gelegenheid te baat mogen nemen om het voegwerk aan haar zijgevel en de in het verlengde daarvan liggende scheidsmuur te verbeteren en om de uitstekende spouwankers te verwijderen. Eiseres zal het perceel van gedaagden netjes achterlaten.
Afgesproken wordt voorts dat gedaagden vervolgens binnen 4 weken, doch uiterlijk binnen 8 weken, hun terrein zo zullen inrichten dat het water niet meer in de richting van de zijgevel van eiseres stroomt en dat zij de enige regenpijp die thans nog niet op het riool is aangesloten binnen die 4 weken op het riool zullen aansluiten. Gedaagden zeggen voornemens te zijn een oprit te bedekken met kiezels, maar eerst nog werkzaamheden aan hun gevel te willen uitvoeren.
Afgesproken wordt dat, als deze afspraken niet tot een oplossing leiden, het kort geding wordt voortgezet op maandag 15 december 2014 om 9.30 uur. De advocaten zullen de rechter een week voor die datum berichten of de zitting al dan niet door moet gaan.”
3.3.
[gedaagde] heeft de voorzieningenrechter een week voor de datum waarop de voortgezette mondelinge behandeling gepland stond, bericht dat de in het proces-verbaal gemaakte afspraken wat hem betreft tot een oplossing hebben geleid. [eiseres] heeft de voorzieningenrechter kort voorafgaand aan de zitting desgevraagd bericht dat de zitting wat haar betreft doorgang dient te vinden.
3.4.
Ter zitting is gebleken dat beide partijen in elk geval een substantieel deel van de gemaakte afspraken zijn nagekomen. Volgens [eiseres] is de situatie verbeterd, maar zijn de problemen nog niet opgelost en is er door de regenval van de laatste dagen weer water in de kelder gekomen. Zij stelt dat [gedaagde] weliswaar een muurtje heeft gebouwd, parallel aan de door haar in de grond geplaatste metalen plaat, maar dat hij aan het terrein zelf niets heeft gewijzigd. Daarmee heeft hij naar zij stelt niet voldaan aan de afspraak dat [gedaagde] zijn terrein zo zal inrichten dat het water niet meer in de richting van de zijgevel van eiseres stroomt. [gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat het door hem gebouwde (keer)muurtje voorkomt dat er nog water op het perceel van [eiseres] kan stromen. Hij stelt voorts dat hij binnenkort, na de voltooiing van de bouw van zijn garage, de voortuin en oprit definitief zal inrichten.
3.5.
De voorzieningenrechter ziet bij de huidige stand van zaken geen grond voor het treffen van een voorziening. In de eerste plaats geldt dat door partijen ter uitvoering van de ter zitting gemaakte afspraken wezenlijke werkzaamheden zijn verricht om de (gestelde) oorzaak van de wateroverlast van [eiseres] weg te nemen. Voorts geldt dat in dit kort geding niet kan worden vastgesteld dat de huidige inrichting van het perceel van [gedaagde] een oorzaak is van de thans nog ondervonden wateroverlast. Daarbij komt dat bij de voortzetting van de behandeling is gebleken dat tussen partijen geen overleg meer heeft plaatsgevonden en dat [eiseres] [gedaagde] er derhalve ook niet op heeft gewezen dat de door hem geplaatste muur volgens haar niet toereikend was als waterkering. De mogelijkheden om in der minne tot een oplossing te komen – partijen waren al een goed eind op weg – zijn dan ook onvoldoende benut.
3.6.
De voorzieningenrechter gaat er bij het voorgaande van uit dat aangenomen kan worden dat [gedaagde], nu hem bij de voortzetting is gebleken dat [eiseres] in weerwil van zijn (keer)muurtje nog steeds wateroverlast ervaart, zijn tuin zodanig zal inrichten dat, zoals ter zitting afgesproken, het water niet meer in de richting van de zijgevel van [eiseres] stroomt.
3.7.
In de omstandigheden van de zaak, de ter zitting gemaakte afspraken en de uiteindelijke beslissing, ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
wijst de vorderingen af,
4.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.E. de Kort en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: cb