Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1],
2.[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding d.d. 28 oktober 2014
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 1]
- de conclusie van antwoord van [gedaagde sub 2]
2.De feiten
Indien de maatschap eindigt door het overlijden van een vennootnatuurlijk persoon hebben de overige vennoten het recht de maatschap voort te zetten, mits zij binnen drie maanden na deze beëindiging bij gewone meerderheid van stemmen daartoe besluiten en binnen deze termijn daarvan aan de rechtverkrijgenden van de overleden vennoot schriftelijk mededeling doen. In dit geval zal het vermogen van de maatschap – na de hierna vermelde aanneming – worden toebedeeld aan de voortzettende vennoten , zulks onder de verplichtingen als omschreven in de artikelen 15 en 7. Deze toedeling zal echter eerst plaatsvinden nadat de voortzettende vennoten een schriftelijke verklaring hebben afgelegd dat zij deze toedeling wensen en aannemen.”
Indien de maatschap ten aanzien van een vennoot eindigt door overlijden, komen de in dit artikel vermelde aanspraken, voor zover van toepassing, toe aan de erfgenamen of rechtverkrijgenden. Door de maten is een overlijdensrisico verzekering afgesloten. De uitkering van deze verzekering is ter dekking van de uitbetaling van de goodwill aan de erfgenamen.”
Alle geschillen – welke ook- daaronder begrepen die, die door één van de partijen als zodanig worden beschouwd, die naar aanleiding van de overeenkomst of van de overeenkomsten die daarvan het gevolg zijn, tussen partijen ontstaan, zullen worden onderworpen aan het oordeel van een scheidsgerecht, bestaande uit drie scheidslieden, die op verzoek van de meest gerede partij zullen worden benoemd door een deskundig persoon.”
Dit artikel laat onverlet de bevoegdheid van partijen een voorziening bij voorraad te vorderen van de President van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht.”
3.De vordering en het geschil
- de hoofdelijke veroordeling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tot betaling van € 75.000,00, althans veroordeling van ieder van hen tot betaling van € 37.500,00, zulks als voorschot op haar aanspraak op de maatschap op grond van de maatschapsovereenkomst,
- de veroordeling van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tot afgifte van de definitieve jaarcijfers van de maatschap over de jaren 2011, 2012 en 2013 alsmede van een liquidatiebalans per datum overlijden van [naam 1], op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat zij in gebreke blijven om binnen veertien dagen na dit vonnis aan deze veroordeling te voldoen,
- de veroordeling van gedaagden tot betaling van de proceskosten en de nakosten.