Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Verder verloop van de procedure
- de moeder en haar advocaat;
- de Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg (verder: de stichting).
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 7 oktober 2014 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2005. De zaak werd behandeld in de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer C/03/189346 / JE RK 14-581. De kinderrechter heeft vastgesteld dat Bureau Jeugdzorg geen Plan van Aanpak en verslag van de ondertoezichtstelling had overgelegd, wat door de moeder werd betwist. De kinderrechter oordeelde dat de noodzaak voor een langdurige uithuisplaatsing niet voldoende was onderbouwd, maar besloot toch de machtiging voor drie maanden te verlengen, onder afwijzing van het meer of anders verzochte. De moeder, die met diverse problemen kampt, heeft recent verbeteringen in haar situatie laten zien, maar er is nog onvoldoende vertrouwen dat deze positieve ontwikkeling kan worden volgehouden. De kinderrechter benadrukte het belang van een zorgvuldige voorbereiding van een eventuele thuisplaatsing, waarbij aanvullende hulpverlening noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks dat er mogelijk hoger beroep kan worden ingesteld.