5.1Verzoek te bepalen dat aan de moeder vervangende toestemming wordt verleend inzake de verhuizing naar [woonplaats].
De rechtbank begrijpt het verzoek van de moeder aldus dat zij toestemming vraagt om de woonplaats van de kinderen te wijzigen en met de kinderen naar [woonplaats] te verhuizen.
Ingevolge artikel 1:253a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, hierna BW, kunnen geschillen omtrent de gezamenlijke gezagsuitoefening aan de rechter worden voorgelegd. Tussen de ouders is in geschil de verhuizing van de kinderen naar [woonplaats]. Ter zitting is gebleken dat de standpunten van partijen over de door de moeder voorgenomen verhuizing haaks op elkaar staan en dat een vergelijk op de voet van artikel 1:253a lid 5 BW niet tot de mogelijkheden behoort. De rechtbank zal daarom beslissen. Bij deze beslissing dienen de belangen van de kinderen een eerste overweging te vormen, maar daarnaast zal de rechtbank ook de belangen van de beide ouders in haar beslissing betrekken. Volgens vaste rechtspraak betrekt de rechtbank de volgende omstandigheden en belangen:
a. Het recht en het belang van de moeder om te verhuizen en de vrijheid om haar leven opnieuw in te richten.
Uit de stukken en uit het verhandelde ter zitting is gebleken dat de wens van de moeder om te verhuizen is ingegeven door haar persoonlijke wens om te gaan samenwonen met haar nieuwe partner. De rechtbank acht deze wens van de moeder begrijpelijk, maar acht haar belang bij en recht op een nieuwe start met haar nieuwe partner in [woonplaats] niet zwaarder wegen dan het belang van de kinderen en de vader om bij elkaar in de buurt te wonen.
De noodzaak om te verhuizen.
De rechtbank oordeelt dat de moeder weliswaar een persoonlijk belang bij de verhuizing heeft, maar dat zij noch in haar verzoekschrift noch ter zitting argumenten voor de noodzaak van de verhuizing naar voren heeft gebracht, anders dan dat zij bij haar nieuwe partner wil gaan wonen. Ter zitting is bovendien gebleken dat de moeder niet, zoals zij in haar verzoekschrift stelt, afkomstig is uit [woonplaats].
De mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid.
Weliswaar verblijft de moeder met de kinderen sedert ongeveer een jaar om het weekend en in vakanties in [woonplaats] en stelt de moeder dat de kinderen geleidelijk zijn gaan wennen aan de nieuwe omgeving, maar dat betekent niet de dat verhuizing voldoende doordacht en voorbereid is.
Ter zitting heeft de moeder verklaard dat zij na de echtscheiding aanvankelijk nog naar Den Bosch heeft willen verhuizen omdat haar familie daar woont. De moeder heeft ook aangegeven dat zij ongelukkig is in haar huidige woonomgeving. Het lijkt erop dat de moeder heeft besloten in ieder geval weg te gaan uit deze omgeving, maar dat zij niet de mogelijkheid heeft onderzocht om met de kinderen in de nabijheid van de vader een nieuw bestaan op te bouwen.
De raad heeft ter zitting gewezen op de sociale en emotionele impact van de verhuizing op de kinderen. De vader heeft, onbetwist, verklaard dat de school hulp van het maatschappelijk werk voor de kinderen heeft geregeld. Blijkbaar hebben de kinderen het moeilijk. De moeder stelt echter niets van de problemen te merken. Dit bevreemdt de rechtbank.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de moeder onvoldoende laten blijken dat zij goed heeft doordacht wat de verhuizing en een wisseling van school voor de kinderen zal betekenen.
De door de moeder geboden alternatieven en de rechten van de vader en de kinderen
op onverminderd contact met elkaar.
De ouders hebben een uitgebreide zorgregeling vastgelegd in het ouderschapsplan. Deze regeling houdt in dat de kinderen bij de vader verblijven iedere woensdagmiddag, ieder weekend ( het ene weekend van vrijdagmiddag tot zondagavond en het andere weekend van vrijdagmiddag tot zaterdagochtend) en tijdens feestdagen en vakanties. De moeder heeft gesteld dat de kinderen na de verhuizing niet meer op de woensdagmiddagen en niet meer elk weekend bij de vader kunnen zijn. Zij stelt voor dat de kinderen om het weekend bij de vader zijn en daarnaast gedurende 25 á 30 vakantiedagen per jaar. De rechtbank overweegt dat dit voorstel nog steeds een aanzienlijke vermindering van de zorgtaken voor de vader betekent en tot gevolg heeft dat aan de kinderen hun recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders, als bedoeld in artikel 1:247 lid 4 BW, wordt ontnomen. De rechtbank acht dit niet in het belang van de kinderen.
De mate waarin partijen in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg.
De communicatie tussen partijen is moeizaam. De vader heeft onweersproken aangegeven dat de communicatie slecht is en dat de moeder niet een viergesprek met de maatschappelijk werker wil aangaan. De ouders hebben ieder een andere versie van de mededeling over de verhuizing: de moeder geeft aan dat zij de vader telefonisch op de hoogte heeft gebracht, terwijl de vader stelt dat de kinderen aan hem hebben verteld dat ze gaan verhuizen. De ouders blijken ook te verschillen van mening over de al of niet aanwezige problemen van de kinderen. In deze situatie zal een verhuizing naar [woonplaats] niet bijdragen aan verbetering van de communicatie, terwijl dat juist hard nodig is.
De reisafstand en gevolgen voor frequente contacten tussen de kinderen en de vader.
De afstand [woonplaats]-[woonplaats] is ongeveer 230 km. De minimale reistijd met het openbaar vervoer bedraagt drie uren en met de auto ruim twee uren. In het voorstel van de moeder zouden de kinderen iedere twee weken op vrijdag en op zondag de reis tussen [woonplaats] en [woonplaats] moeten maken. De rechtbank acht dit voor de kinderen een te grote belasting. Verhuizing naar [woonplaats] heeft onvermijdelijk tot gevolg dat de contacten tussen de vader en de kinderen, die thans zeer frequent zijn, aanzienlijk beperkt worden en de rechtbank acht dat in strijd met de belangen van de kinderen en van de vader.
De frequentie van contact tussen de kinderen en de vader is thans wekelijks, inclusief iedere woensdag, en na de verhuizing zal dit contact in ieder geval beperkt worden tot weekenden eenmaal per twee weken en zonder de woensdagen. Daarbij moet echter ook rekening ermee worden gehouden dat de kinderen, naarmate zij ouder worden, hun sociale contacten met vrienden en in clubverband gaan uitbouwen, hetgeen tot gevolg kan hebben dat steeds meer een spanningsveld zal gaan ontstaan tussen de sociale contacten in de woonomgeving enerzijds en de contacten met de vader anderzijds. Ook dit acht de rechtbank niet in het belang van de kinderen.
De leeftijd van de kinderen
De kinderen zijn thans negen en zeven jaar oud. Op zichzelf is dit een leeftijd waarop zij weliswaar geworteld zijn in [woonplaats], maar toch de flexibiliteit kunnen hebben om een verhuizing naar [woonplaats] aan te kunnen. Verhuizing betekent echter ook minimalisering van de contacten met de vader en dat is, gelet op de nog jonge leeftijd van de kinderen, thans niet in hun belang.
Extra kosten van de omgang na de verhuizing
Nu de moeder heeft voorgesteld om een herberekening te maken van de door de vader te betalen onderhoudsbijdrage, betrekt de rechtbank de extra kosten niet in de overwegingen.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de belangen van de kinderen en van de vader bij handhaving van de huidige zorgregeling, inhoudende uitgebreide persoonlijke contacten met elkaar, zwaarder dienen te wegen dan het belang van de moeder om met de kinderen naar [woonplaats] te verhuizen. Het verzoek van de moeder zal dan ook worden afgewezen.