ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.W.A. van den Berg
- E.B.A. Ferwerda
- W.F.J. Aalderink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor mensenhandel, veroordeling voor opzettelijk bezit van verdovende middelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 7 mei 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van mensenhandel en opzettelijk bezit van verdovende middelen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de feiten 1 en 2, die betrekking hadden op mensenhandel, omdat er onvoldoende wettig bewijs was dat de verdachte zich samen met anderen schuldig had gemaakt aan de uitbuiting van twee vrouwen. De rechtbank oordeelde dat de aanwijzingen in het dossier beperkt en indirect waren, en dat de verklaringen van de slachtoffers en medeverdachten niet voldoende bewijs opleverden voor een veroordeling.
Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte op 19 april 2011 opzettelijk ongeveer 52,8 gram cocaïne en 37 buisjes MDMA in zijn woning had. De verdachte had de drugs in zijn machtssfeer, en de rechtbank oordeelde dat hij op de hoogte moest zijn van de aanwezigheid ervan. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand op, met een proeftijd van 2 jaar, en bepaalde dat de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen TomTom aan de verdachte wordt geretourneerd, omdat er geen verband was tussen dit voorwerp en het bewezen verklaarde feit.