ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ6172

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
367024 \ EZ VERZ 13-19
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van de nalatenschap van Karel Maria Andreas van de Beek

Op 21 januari 2013 overleed Karel Maria Andreas van de Beek, geboren op 30 december 1948 te Groenlo, en laatst woonachtig in Roermond. Zijn kinderen, mevrouw [verzoeker 1] en de heer [verzoeker 2], hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Op 26 februari 2013 dienden zij een verzoekschrift in bij de rechtbank Limburg, locatie Roermond, met het verzoek om de opheffing van de vereffening van de nalatenschap. De kantonrechter heeft hen opgeroepen voor een zitting op 28 maart 2013, maar er verscheen niemand, waardoor het verzoek als gehandhaafd werd beschouwd.

De kantonrechter heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de bijgevoegde boedelbeschrijving, waaruit bleek dat de nalatenschap negatief was. Gezien de geringe waarde van de baten en het ontbreken van feiten of omstandigheden die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten, heeft de kantonrechter besloten de opheffing van de vereffening te bevelen. De griffier is belast met de inschrijving van deze beslissing in het boedelregister en de bekendmaking van de beslissing op de website van de rechtspraak.

De beschikking is gegeven door mr. M.P.F. van Dooren, kantonrechter, op 2 april 2013, en de beslissing zal ook bekendgemaakt worden door plaatsing op de website van de rechtspraak. Verzoekers worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 367024 \ EZ VERZ 13-19
Beschikking erfrecht van de kantonrechter d.d. 2 april 2013.
Op 26 februari 2013 is ter griffie van de rechtbank Limburg, burgerlijk recht / kanton, locatie Roermond, ingekomen een verzoekschrift met bijlagen, ingediend door mevrouw [verzoeker 1] en de heer [verzoeker 2], p/a [woonplaats],
[adres].
Op 21 januari 2013 is in Roermond overleden de heer Karel Maria Andreas van de Beek, geboren te Groenlo op 30 december 1948. Het laatste woonadres van de overledene was Donderbergweg 148, 6043 JK Roermond.
Erflater heeft verzoekers - zijn kinderen - tot zijn enige erfgenamen benoemd.
Verzoekers hebben de nalatenschap van erflater aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Verzoekers vragen de kantonrechter om ingevolge het bepaalde in artikel 4:209 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) de opheffing van de vereffening van de nalatenschap te bevelen.
Bij brief van de griffier d.d. 12 maart 2013 zijn verzoekers opgeroepen om te verschijnen ter terechtzitting van 28 maart 2013 om 11.30 uur.
Er is niemand verschenen, zodat verzoekers geacht worden hun verzoek te handhaven.
De kantonrechter overweegt het volgende.
Aan het verzoekschrift is een boedelbeschrijving gehecht. Hieruit blijkt dat de nalatenschap van erflater negatief is.
Nu de geringe waarde der baten daartoe aanleiding geeft en verder niet is gebleken van feiten of omstandigheden die zich tegen inwilliging van het verzoek verzetten, zal de kantonrechter de opheffing van de vereffening bevelen.
De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van deze beslissing in het boedelregister.
De griffier zal de beslissing daarnaast bekend maken door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken. Verzoekers zullen daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
Beschikkende
Beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de heer Karel Maria Andreas van de Beek voornoemd.
Verstaat dat deze beslissing bekend gemaakt zal worden door plaatsing door de griffier op www.rechtspraak.nl/uitspraken.
Wijst - voor zoveel nodig - het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven door mr. M.P.F. van Dooren, kantonrechter, en ter openbare terechtzitting van 2 april 2013 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.