Zittingsplaats Maastricht
Parketnummer: 03/830174-11
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 maart 2013
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonende te [adresgegevens verdachte].
Raadsman is mr. I.P. Sigmond, advocaat te Heerlen.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 19 november 2012 en 5 maart 2013, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen (dan wel schuldwitwassen) van grote hoeveelheden geld (ongeveer € 157.377,40 en/of ongeveer € 263.602,93).
Feit 2: samen met (een) ander(en) Canon Europa N.V. en/of G-star heeft opgelicht, dan wel daaraan medeplichtig is geweest.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
Feit 1
De officier van justitie acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde feit heeft begaan. Hij baseert zijn standpunt op de aangiftes van UPS, G-star en Canon, diverse bankafschriften, waaruit blijkt dat de geldbedragen zijn gestort op de rekening van verdachte en vervolgens zijn doorgeboekt naar rekeningen van derden en de overeenkomsten waaruit blijkt dat verdachte een deel van het ontvangen geld mocht houden.
Volgens de officier van justitie blijkt uit de gehele gang van zaken dat verdachte wetenschap heeft gehad van het feit dat de door hem ontvangen geldbedragen, middelijk of onmiddellijk, uit misdrijf afkomstig waren. De wisselende verklaringen die verdachte heeft afgelegd over zijn rol in het geheel acht de officier van justitie ongeloofwaardig.
Feit 2
De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder
2 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan. Verdachte moet van die feiten worden vrijgesproken.
3.2 Het standpunt van de verdediging
Feit 1
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1 primair tenlastegelegd feit kan worden bewezen, met dien verstande dat niet kan worden bewezen dat verdachte ook het door hem ontvangen geldbedrag van G-star heeft witgewassen. Op grond van de stukken in het dossier kan immers niet worden vastgesteld dat verdachte opzet heeft gehad, ook niet in voorwaardelijke zin, op het witwassen van dit geldbedrag. Verdachte moet daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Feit 2
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier voorhanden is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen van de onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten, zodat verdachte van die feiten moet worden vrijgesproken.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van feit 1
Door het bedrijf UPS is in eerste instantie aangifte gedaan van poging tot oplichting. In een daaropvolgende verklaring is aangegeven dat er toch bedrijven slachtoffer zijn geworden van oplichting. In de aangifte en een daarop volgende verklaring wordt namens UPS aangegeven dat men werkzaamheden verricht voor het bedrijf G-star waarvoor G-Star betalingen verricht op een bankrekening van UPS. G-star heeft een e-mail ontvangen van een persoon met als
e-mailadres [naam e-mailadres], met het verzoek het bestaande rekeningnummer van UPS te wijzigen in een nieuw rekeningnummer. G-Star heeft aan dit verzoek gevolg gegeven en vervolgens een betaling verricht op het nieuwe rekeningnummer. Dit ABN Amro rekeningnummer XXXXXXXXX staat echter op naam van [naam bedrijf], [adres bedrijf] te Landgraaf. Het geld is niet bij UPS terecht gekomen. Via internet is dit bedrijf opgezocht. De eigenaar hiervan bleek te zijn [naam verdachte], geboren op [geboortegegevens verdachte].
Ook G-star heeft aangifte gedaan van oplichting. Namens G-star Int. B.V. is verklaard dat het bedrijf voor het verzenden van goederen gebruikt maakt van de diensten van UPS. Op
20 april 2010 kreeg G-star een brief van UPS dat het rekeningnummer (van UPS) met onmiddellijke ingang was gewijzigd in XXXXXXXXX bij de ABN Amro bank. G-star heeft het rekeningnummer aangepast en de betalingen werden overgemaakt naar het laatstgenoemde nummer. Op 23 april 2010 is een bedrag van € 157.377,40 naar UPS overgemaakt. Op 7 mei 2010 werd G-star gebeld met de vraag of de betaling wel naar het correcte rekeningnummer was uitgevoerd. Dat bleek niet het geval te zijn. Kennelijk heeft iemand G-star een brief gestuurd en zich daarbij voorgedaan als UPS.
Behalve door G-star werd ook aangifte gedaan namens Canon Europe N.V. Namens Canon is verklaard dat door Canon op 22 april 2010 een brief ontvangen werd van UPS, waarin aan Canon werd verzocht het rekeningnummer van UPS te wijzigen in XXXXXXXXX van de ABN Amro bank. Op 27 april 2010 is er door Canon een betaling verricht op het nieuwe rekeningnummer. Er werd een bedrag van € 263.247,33 euro gestort op rekeningnummer XXXXXXXXX. Op 7 mei 2010 werd op dat nummer nog een bedrag van € 355,60 door Canon gestort. Op 7 mei 2010 kreeg Canon een telefoontje van de Deutsche Bank met de mededeling dat rekeningnummer XXXXXXXXX niet bij de echte UPS hoort. Een en ander is gecontroleerd en het nummer bleek te horen bij [naam bedrijf] in Landgraaf. Dit bedrijf zou op naam staan van [naam verdachte].
Uit twee zich in het dossier bevindende bankafschriften van ABN Amro rekeningnummer XXXXXXXXX blijkt dat dit rekeningnummer inderdaad op naam staat van [naam verdachte], O.H.O. [naam bedrijf], [adres bedrijf] te Landgraaf. Bovendien blijkt hieruit dat de bovengenoemde bedragen inderdaad door G-Star en Canon op de rekening van verdachte zijn gestort en respectievelijk op 23 en 29 april 2010 zijn bijgeschreven.
Tevens is uit voornoemde bankafschriften op te maken dat drie dagen na ontvangst van de
€ 157.377,40 drie keer een bedrag van € 45.530,00 en één keer een bedrag van € 35.000,00 van de rekening van verdachte is overgeboekt aan [naam persoon], met als mededeling “privé investment”. Eén dag na ontvangst van de € 263.247,33 is vier maal een bedrag van
€ 50.000,00 overgeboekt naar een onbekende rekening. Daarnaast is € 50.000,00 contant opgenomen.
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting op 5 maart 2013 verklaard dat genoemde bedragen inderdaad op zijn rekening zijn gestort en dat het geld enkele dagen later deels is doorgeboekt naar andere rekeningen.
De rechtbank is van oordeel dat uit bovengenoemde bewijsmiddelen is komen vast te staan dat de gelden die verdachte heeft verworven en enkele dagen voorhanden heeft gehad middellijk of onmiddellijk afkomstig waren van enig misdrijf namelijk van oplichting. Zowel G-star als Canon is immers door middel van een valse e-mail bewogen om geld, dat bestemd was voor UPS, over te maken op de rekening van verdachte, zonder dat die hier recht op had. Uit de bankafschriften en de verklaring van verdachte volgt bovendien dat de gelden ook daadwerkelijk op de rekening van verdachte zijn overgemaakt, Verdachte wist dat deze bedragen waren ontvangen en ook dat ze vervolgens zijn doorgeboekt naar andere rekeningen.
Dit brengt de rechtbank bij de vraag of verdachte ook wist (al dan niet in voorwaardelijke zin) dat de door hem ontvangen bedragen afkomstig waren van een misdrijf. De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
Verdachte heeft twee verschillende verklaringen gegeven voor de gang van zaken.
Eerst heeft hij verteld dat hij gebeld werd door ene [naam persoon] die hem vertelde dat er per ongeluk € 157.377,40, bestemd voor UPS, op zijn rekening zou zijn gestort. Hij ging kijken en zag inderdaad dat dit bedrag was binnengekomen. [naam persoon] is toen bij verdachte langs gekomen en op verzoek van [naam persoon] is het grootste deel van het geld doorgestort naar een bankrekening op naam van [naam persoon] in België. Voor zijn moeite mocht verdachte
€ 30.817,00 zelf houden.
Enkele dagen later belde [naam persoon] opnieuw. Nu was er een bedrag van € 263.247,33 per ongeluk op de rekening van verdachte gestort. [naam persoon] kwam wederom langs en het geldbedrag werd in vier tranches van € 50.000,00 overgemaakt naar een andere rekening.
€ 50.000,00 werd contant opgenomen en € 13.247,44 mocht verdachte houden voor de moeite. De reden dat de geldbedragen niet werden teruggestort naar de rekening vanwaar ze afkomstig waren, was volgens verdachte dat [naam persoon] dit “beter” zou hebben gevonden. Ter onderbouwing van dit verhaal heeft verdachte twee “overeenkomsten” overgelegd waaruit het bovenstaande zou blijken en die door [naam persoon] ondertekend zouden zijn.
Naderhand heeft verdachte echter verklaard dat het bovenstaande niet juist is. Hij kende [naam persoon] al van te voren. Hij had hem leren kennen via zijn goede vriend [naam vriend]. [naam vriend] en [naam persoon] zouden verdachte helpen zijn zaak (die slecht ging) weer op poten te zetten. Toen het geld op zijn rekening stond heeft [naam vriend] hem meegedeeld dat dit geld voor de import en export was. Het was ook de bedoeling dat het geld zou worden gebruikt voor investeringen. Het klopt wel dat het grootste deel van het geld weer van zijn rekening is afgeboekt (naar buitenlandse rekeningen), maar verdachte ontkent ten stelligste dat hij degene was die dit heeft gedaan. De overboekingen zijn volgens hem uitgevoerd door [naam vriend] die hij al eerder – om andere redenen – gemachtigd had om transacties uit te voeren via zijn (verdachtes) rekening.
De rechtbank acht beide verklaringen van verdachte bijzonder onaannemelijk. De eerste verklaring omdat de door verdachte geschetste gang van zaken zo ongebruikelijk is dat het slechts om een fabeltje kan gaan. Uiteraard kan het gebeuren dat men een bedrag op zijn rekening gestort krijgt waarop men geen recht heeft, maar dan is een terugstorting een gebruikelijke oplossing. Waarom verdachte dit geld echter zou moeten doorstorten naar rekeningnummers van een persoon die hem onbekend was en die zich nimmer heeft gelegitimeerd als rechthebbende is volstrekt onlogisch. Ook de vergoeding die verdachte voor zijn moeite zou mogen houden, in totaal € 44.064,44, voor het “terugdraaien van twee onjuiste stortingen” is buiten iedere proportie.
Verdachte heeft uiteindelijk zelf kennelijk ook het onhoudbare van dit verhaal ingezien en heeft verklaard dat deze lezing van het verhaal onjuist is.
De rechtbank acht echter ook de tweede verklaring van verdachte zeer onaannemelijk. Waarom zouden bedrijven als G-Star en Canon opeens grote bedragen naar hem overmaken als investering, zelfs zonder dat hij ooit met deze bedrijven gesproken heeft? Bovendien valt niet te begrijpen waarom verdachte deze lezing niet van meet af aan naar voren heeft gebracht als dit de juiste versie zou zijn.
De conclusie kan dan ook geen andere zijn dan dat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven voor zijn handelen (dan wel nalaten te handelen). De rechtbank is van oordeel dat verdachte door de ontvangst en het (laten) wegsluizen van de bovengenoemde geldbedragen, willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij deze gelden heeft witgewassen. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in ieder geval in voorwaardelijke zin wetenschap hiervan had. De rechtbank acht daarom feit 1 primair wettig en overtuigend bewezen acht.
Ten aanzien van feit 2
Evenals de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegd feit heeft begaan. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
in het tijdvak van 23 april 2010 tot en met 20 mei 2010, te Landgraaf, in elk geval in Nederland, een voorwerp, te weten een grote hoeveelheid geld (157.377,40 en 263.247,33 euro), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf
(te weten o.a. oplichting in vereniging).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is tenlastegelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
witwassen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter terechtzitting betoogd dat bij het bepalen van de straf rekening moet worden gehouden met het tijdsverloop in deze zaak en de beperkte rol die verdachte heeft gehad. Een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie is gevorderd, zou volgens de raadsman geen recht doen aan de rol die verdachte heeft gehad.
De raadsman heeft, gelet op het vorenstaande en gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, verzocht om aan verdachte op te leggen een taakstraf en daarnaast een forse voorwaardelijke straf.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van wat bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen. De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft van twee internationale bedrijven (G-star en Canon) in één week tijd grote geldbedragen (respectievelijk € 157.377,40 en € 263.247,33) op zijn rekening ontvangen, welke gelden niet voor hem bestemd waren. Verdachte heeft nagelaten om deze bedragen vervolgens te blokkeren of te storneren. Integendeel, het overgrote deel van de ontvangen gelden heeft hij (laten) wegsluizen naar andere rekeningen, als gevolg waarvan deze buiten het bereik werden gebracht van de rechthebbenden. Door aldus te handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen.
Witwassen van uit misdrijf afkomstige gelden vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Bovendien heeft het in omloop zijn van dergelijk grote witgewassen geldbedragen een sterk corrumperende werking en faciliteert dit veelal ander strafbaar handelen.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank tevens acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte wel eerder met justitie in aanraking is geweest maar niet voor soortgelijke feiten.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit en de hoogte van de bewezen verklaarde geldbedragen, een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden.
Zij zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.
6 De benadeelde partij
De benadeelde partij Canon Europa N.V. vordert een materiële schadevergoeding van
€ 263.247,33 ter zake van feit 1.
6.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij voornoemd, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen de door de benadeelde partij geleden schade en het bewezen verklaarde feit.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is – anders dan de raadsman heeft betoogd – van oordeel dat op grond van het onderzoek ter terechtzitting voldoende is komen vast te staan dat de benadeelde partij Canon Europa N.V. als gevolg van het bewezen verklaarde rechtstreeks schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag. Zij overweegt daartoe dat het witwassen in zodanig nauw verband staat met de oplichting, dat de schade die bij de benadeelde is ontstaan als rechtstreekse schade door het witwassen wordt aangemerkt. De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij dan ook integraal toewijzen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de rechtbank tevens de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van de onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van twee jaar schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Canon Europa N.V., per adres Bovenkerkerweg 59-61, 1185 XB Amstelveen, van een bedrag van € 263.247,33;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij voornoemd in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, voornoemd bedrag te betalen, bij niet betaling te vervangen door 365 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij Canon Europa N.V. vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.V. Pelsser, voorzitter, mr. R.A.J. van Leeuwen en
mr. J.M.E. Kessels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Romme, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 maart 2013.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 23 april 2010 tot en met 20 mei 2010, te Landgraaf, in elk geval in Nederland, een voorwerp, te weten een grote hoeveelheid geld (ongeveer 157.377,40 en/of ongeveer 263.602,93 euro), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten een grote hoeveelheid geld (ongeveer 157.377,40 en/of ongeveer 263.602,93 euro), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf (te weten o.a. oplichting in vereniging);
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 23 april 2010 tot en met 20 mei 2010 te Landgraaf, althans in Nederland, een voorwerp, te weten te weten een hoeveelheid geld (ongeveer 263.602,93 euro en/of ongeveer 157.377,40), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
hij in of omstreeks het tijdvak van 1 april 2010 tot en met 20 mei 2010 te Landgraaf en/of te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een medewerker van Canon Europe N.V. en/of G-star heeft bewogen tot de afgifte van een grote hoeveelheid geld, te weten ongeveer 263.247,33 euro en/of 335,60 euro en/of ongeveer 157.377,40, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid, een mail en/of een brief op briefpapier van UPS gestuurd naar Canon Europe N.V. en/of G-star, waarin werd verzocht het rekeningnummer van de RBS (the Royal bank of Scotland) te wijzigen in een rekeningnummer bij de ABN Amro bank en per omgaande de betalingen over te maken op het nieuwe rekeningnummer te weten XXXXXXXXX (op naam van [naam bedrijf], adres [adres bedrijf] te Langdraaf),
waardoor een medewerker van Canon Europe N.V. en/of G-star werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
[naam persoon] en/of een of meer onbekende persoon/personen in of omstreeks het tijdvak van 1 april 2010 tot en met 20 mei 2010 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Canon Europe N.V. en/of G-star heeft bewogen tot de afgifte van een grote hoeveelheid geld, te weten ongeveer 263.247,33 euro en/of 335,60 euro en/of ongeveer 157.377,40 euro, in elk geval van enig goed, hebbende die [naam persoon] en/of een of meer onbekende persoon/personen en/of zijn mededader(s) met voren omschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - een mail en/of een brief op briefpapier van UPS gestuurd naar G-star en/of Canon Europe N.V., waarin werd verzocht het rekeningnummer van de RBS (the Royal bank of Scotland) te wijzigen in een rekeningnummer bij de ABN Amro bank en per omgaande de betalingen over te maken op het nieuwe rekeningnummer, waardoor een medewerker van G-star en/of Canon Europe N.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks 1 april 2010 tot en met 20 mei 2010 te Landgraaf, althans in het arrondissement Maastricht en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door een rekeningnummer bij de ABN Amro bank ter beschikking te stellen.