ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ5003

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
03/703045-09, 03/700108-11
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een strafzaak met betrekking tot bijstandsfraude en andere strafbare feiten

Op 20 maart 2013 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, het onderzoek heropend in de strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van bijstandsfraude en andere strafbare feiten. De verdediging voerde aan dat het 'non-cumulatie'-beginsel, zoals opgenomen in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude, in de weg staat aan een dubbele bestraffing, aangezien de verdachte reeds bestuurlijk was gesanctioneerd voor overtredingen met betrekking tot zijn bijstandsuitkering. De rechtbank oordeelde dat het 'ne bis in idem'-beginsel, dat dubbele bestraffing uitsluit, een rechtsbeginsel van openbare orde is en dat nader onderzoek noodzakelijk is om het bijstandverleden van de verdachte volledig in kaart te brengen. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om binnen drie maanden relevante documenten aan het dossier toe te voegen, waaronder besluiten tot toekenning van uitkeringen en bestuurlijke maatregelen die aan de verdachte zijn opgelegd. De zaak betreft meerdere parketnummers en een reeks van beschuldigingen, waaronder valsheid in geschrifte, witwassen, en het voorhanden hebben van wapens en drugs. De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter terechtzitting te hervatten, waarbij de focus ligt op de vraag of de verdachte in strijd heeft gehandeld met de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Bijstandswet en de Wet werk en bijstand.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummers: 03/703045-09 en 03/700108-11
Datum uitspraak: 20 maart 2013
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonend aan de [adresgegevens verdachte].
Raadsman is mr. S.F.J. Bergmans, advocaat te Sittard.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 25 en 26 februari 2013, waarbij de officier van justitie, de raadsman en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Op 6 maart 2013 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
In de strafzaak met parketnummer 03/703045-09:
Feit 1: al dan niet samen met [naam medeverdachte] bijstandsfraude heeft gepleegd door opzettelijk na te laten de instantie waarvan hij en/of [naam medeverdachte] een uitkering kreeg in kennis te stellen van de werkzaamheden die hij en/of [naam medeverdachte] verrichtte en/of van de inkomsten die hij en/of [naam medeverdachte] genoot;
Feit 2: al dan niet samen met een ander valsheid in geschrifte heeft gepleegd;
Feit 3: geld en goederen heeft witgewassen;
Feit 4: al dan niet samen met een ander wapens en munitie voorhanden heeft gehad;
Feit 5: al dan niet samen met een ander een boksbeugel en een klapmes voorhanden heeft gehad;
Feit 6: al dan niet samen met een ander harddrugs aanwezig heeft gehad;
Feit 7: al dan niet samen met een ander zich heeft schuldig gemaakt aan opzetheling dan wel schuldheling dan wel invalidenparkeerkaarten heeft verduisterd;
Feit 8: al dan niet samen met een ander elektriciteit en gas heeft gestolen.
In de strafzaak met parketnummer 03/700108-11:
Feit 1: al dan niet samen met een ander brand heeft gesticht in/aan een auto, met gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel;
Feit 2: al dan niet samen met een ander [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd;
Feit 3: al dan niet samen met een ander een gasmeter heeft gestolen dan wel twee gasmeters heeft geheeld.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd. De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3 Het onderzoek van de zaak
De rechtbank is tijdens de beraadslaging in raadkamer tot de conclusie gekomen dat het onderzoek ter terechtzitting niet volledig is geweest. Door de verdediging is in de strafzaak met parketnummer 03/703045-09 het verweer gevoerd - kort gezegd - dat het in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude opgenomen zogenaamde 'non-cumulatie'-beginsel in de weg staat aan een dubbele bestraffing.
De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat verdachte reeds bestuurlijk is gesanctioneerd wegens een overtreding in het kader van zijn bijstandsuitkering. Oplegging van een strafrechtelijke sanctie is, gelet op het 'ne bis in idem'-beginsel, uitgesloten over de periode waarover reeds een bestuursrechtelijke sanctie is opgelegd.
De rechtbank stelt ter zake vast dat in de opeenvolgende Aanwijzingen Sociale Zekerheidsfraude telkens ongewijzigd is opgenomen dat cumulatie van administratieve boetes en strafrechtelijke sancties wettelijk is uitgesloten. Het beginsel zoals dit is verwoord in de aanwijzingen, strekt zich aldus enkel uit over dat deel van de bestuurlijke handhaving dat op grond van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) als criminal charge is aan te merken, te weten de bestuurlijke boete.
Nu in de onderhavige zaak niet is gebleken van de oplegging van een bestuurlijke boete moet het verweer dat de verdediging voert aldus worden begrepen dat ook de tijdelijke verlaging, intrekking en terugvordering van bijstand onder de werking van het 'non-cumulatie'-beginsel valt.
De rechtbank stelt ter zake vast dat de hoogste bestuursrechter in zaken als de onderhavige, de Centrale Raad van Beroep, inmiddels in een aantal zaken is ingegaan op de kwalificatie van de te onderscheiden bestuurlijke instrumenten ter handhaving van de bijstandswetgeving. De intrekking van de bijstand en de terugvordering daarvan worden daarbij gezien als instrumenten die enkel en alleen zien op herstel van de rechtmatige situatie, in casu het niet hebben van een recht op bijstand.
Ten aanzien van de maatregel tot verlaging van de uitkering gedurende een bepaald aantal maanden overweegt de Centrale Raad van Beroep dat de wetgever de instrumenten ter handhaving van in de bijstandswetgeving neergelegde verplichtingen niet zo zeer heeft bedoeld om opzettelijk leed toe te voegen, wat volgens de Raad een van de belangrijkste kenmerken van de punitieve sanctie is, maar om de bijstandsgerechtigde te stimuleren om zijn of haar gedrag in de toekomst te verbeteren. De verlaging is aldus gericht op het bewerkstelligen van de legale situatie en dientengevolge te kwalificeren als een reparatoire maatregel (o.a. CRvB 26 februari 2013, LJN: BZ2289). Uit artikel 18, tweede lid, van de Wet werk en bijstand volgt dat deze lijn ziet op alle verplichtingen, met uitzondering van de in artikel 17, eerste lid, van de wet genoemde inlichtingenplicht. Laatstgenoemd artikel bepaalt dat de belanghebbende aan het college van burgemeester en wethouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling doet van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand. Ter zake het niet naleven van deze inlichtingenplicht heeft de Raad geoordeeld dat een tijdelijke verlaging van de bijstandsuitkering moet worden aangemerkt als een straf en daarmee als een criminal charge (CRvB 7 september 2009, LJN: BJ7968; CRvB 22 maart 2011, LJN: BP9716). Deze benadering is doorgetrokken in het advies van de Raad van State van 20 januari 2012, no. W12.11.0479/III, ter zake de wijzigingen in de Wet werk en bijstand met ingang van 1 januari 2013, waarbij opnieuw de bestuurlijke boete is ingevoerd. De Raad van State wijst er in zijn advies op dat de zwaarte van de sanctie, te weten de tijdelijke uitsluiting van bijstand gedurende een aantal maanden, reeds tot de kwalificatie 'punitief' moet leiden. De Raad van State wijst in dat verband op het arrest van het EHRM in de zaak Janosevic (EHRM 23 juli 2002, no. 34619/97). Het Hof herhaalt in deze zaak dat de vraag of sprake is van een criminal charge moet worden beantwoord aan de hand van de volgende, niet cumulatieve criteria: "the legal classification of the offence in domestic law, the nature of the offence and the nature and degree of severity of the possible penalty" (r.o. 65-66). Het Hof oordeelt dat "the main purpose of the relevant provisions on surcharges is to exert pressure on taxpayers to comply with their Legal obligations and to punish breaches of these obligations. The penalties are thus both deterrent and punitive. The latter character is the customary distinguishing feature of a criminal penalty." (r.o. 68).
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat het door de verdediging gevoerde verweer op grond van het 'ne bis in idem'-beginsel niet onbesproken kan blijven en nader onderzoek vergt. Het 'ne bis in idem'-beginsel is een rechtsbeginsel van openbare orde dat de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie raakt. De rechtbank is daarom van oordeel dat nader onderzoek in de strafzaak tegen verdachte noodzakelijk is, teneinde zijn bijstandsverleden volledig in kaart te brengen. Voor de rechtbank is thans onvoldoende duidelijk of, en zo ja, in welke periode een strafkorting heeft plaatsgevonden in verband met schending van de wettelijke inlichtingenplicht door verdachte.
De rechtbank zal daarom de officier van justitie opdragen binnen drie maanden na heden, derhalve uiterlijk 20 juni 2013, aan het dossier te doen toevoegen:
• alle besluiten tot toekenning van een uitkering aan verdachte en/of aan zijn medeverdachte [naam medeverdachte], dan wel aan hen tezamen, op grond van de Algemene Bijstandswet dan wel de Wet werk en bijstand, alsmede de intrekkings- en terugvorderingsbesluiten;
• de bestuurlijke maatregel- dan wel boetebeschikkingen die aan verdachte en/of aan zijn medeverdachte [naam medeverdachte], dan wel aan hen tezamen zijn opgelegd,
zulks over de periode van de tenlastegelegde feiten 1 en 2, te weten van 1 februari 2002 tot en met 31 december 2009.
Ook dient de officier van justitie binnen drie maanden na heden, derhalve uiterlijk 20 juni 2013, aan het dossier te doen toevoegen alle rechtmatigheidsonderzoekformulieren en gegevensverklaringen (Wwb) die door verdachte dan wel zijn medeverdachte [naam medeverdachte], dan wel door hen tezamen bij de gemeente Sittard-Geleen zijn ingediend over de hiervoor gemelde periode.
Daartoe zal de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting hervatten op basis van artikel 346 van het Wetboek van Strafvordering (heropening).
4 De beslissing
De rechtbank:
Heropening onderzoek ter terechtzitting
- beveelt de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting op een nader te bepalen terechtzitting;
- draagt de officier van justitie op binnen drie maanden na heden, derhalve uiterlijk 20 juni 2013, aan het dossier te doen toevoegen:
• de besluiten tot toekenning van een uitkering op grond van de Algemene Bijstandswet dan wel de Wet werk en bijstand alsmede de intrekkings- en terugvorderingsbesluiten aan verdachte en/of aan zijn medeverdachte [naam medeverdachte], dan wel aan hen tezamen,
• de bestuurlijke maatregel- dan wel boetebeschikkingen die aan verdachte en/of aan zijn medeverdachte [naam medeverdachte], dan wel aan hen tezamen zijn opgelegd,
• de rechtmatigheidsonderzoekformulieren, en
• de gegevensverklaringen, die door verdachte dan wel zijn medeverdachte [naam medeverdachte], dan wel door hen tezamen bij de gemeente Sittard-Geleen zijn ingediend,
alles voor zover deze betrekking hebben op de periode van 1 februari 2002 tot en met 31 december 2009;
- beveelt de oproeping van de verdachte tegen de dag en het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat;
- verstaat dat de officier van justitie aan de raadsman afschrift van de oproeping zal verstrekken;
- beveelt dat de benadeelde partijen [naam slachtoffer 2], [naam slachtoffer 3], [naam slachtoffer 4] en [naam slachtoffer 5], alsmede de slachtoffers [naam slachtoffer 6], [naam slachtoffer 7], [naam slachtoffer 8] en [naam slachtoffer 9] in kennis worden gesteld van de dag en het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.A.G.M. Vluggen, voorzitter, mr. L.P. Bosma en mr. W.F.J. Aalderink, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.K. Spronk, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 maart 2013.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
In de strafzaak met parketnummer 03/703045-09:
1.
hij in of omstreeks het tijdvak van 5 februari 2005 tot en met 31 december 2009, in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met [naam medeverdachte], althans alleen, in strijd met een hem, verdachte en/of [naam medeverdachte] bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de Algemene Bijstandswet (Abw) en/of Wet werk en bijstand (Wwb), (telkens) opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij, verdachte en/of [naam medeverdachte] wist(en), althans redelijkerwijze moest(en) vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een Abw-uitkering en/of een Wwb-uitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of [naam medeverdachte], aan de gemeente Sittard-Geleen (telkens) opzettelijk geen mededeling gedaan van (alle), zakelijk weergegeven,
-door hem, verdachte en/of [naam medeverdachte], verrichte werkzaamheden en/of
-door hem, verdachte en/of [naam medeverdachte], genoten inkomsten;
of
voor de gemeente Sittard-Geleen (telkens) opzettelijk (alle), zakelijk weergegeven,
-door hem, verdachte en/of [naam medeverdachte], verrichte werkzaamheden en/of
-door hem, verdachte en/of [naam medeverdachte], genoten inkomsten,
verzwegen;
2.
hij in of omstreeks het tijdvak van 1 februari 2002 tot 4 februari 2005 in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) tesamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een hem, verdachte en/of [naam medeverdachte] ter uitvoering van de bij of krachtens de Algemene Bijstandswet (Abw) en/of de Wet werk en bijstand (Wwb) gegeven voorschriften toegezonden of uitgereikt formulier met het opschrift "Gegevensverklaring Wwb en/of "Rechtmatigheidsonderzoek", zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft/hebben opgemaakt, hierin bestaande dat hij, verdachte en/of [naam medeverdachte], valselijk (telkens)
niet op dat formulier heeft/hebben opgegeven dat hij, verdachte en/of [naam medeverdachte], in de periode waarop dat formulier betrekking had, zakelijk weergegeven,
-werkzaamheden heeft/hebben verricht en/of inkomsten heeft/hebben genoten en/of hierin bestaande dat hij, verdachte en/of [naam medeverdachte], valselijk (telkens) op dat formulier heeft/hebben opgegeven dat hij, verdachte en/of [naam medeverdachte], in de periode waarop dat formulier betrekking had, zakelijk weergegeven,
-geen werkzaamheden heeft/hebben verricht en/of geen inkomsten heeft/hebben genoten
en (vervolgens) dat formulier (telkens) voor waar heeft/hebben ondertekend,
een en ander (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
hij in of omstreeks het tijdvak van 1 januari 2002 tot en met 26 januari 2010, in de gemeente Sittard-Geleen, althans in Nederland, een voorwerp, te weten (een) hoeveelheid/hoeveelheden geld (van ongeveer 250.690,00 euro) en/of (enig) ander(e) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten (een) hoeveelheid/hoeveelheden geld en/of enig(e) ander(e) goed(eren) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
4.
hij op of omstreeks 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, voorhanden heeft gehad de navolgende wapens:
achttien wapens als bedoeld in artikel 2, lid 1, categorie II onder 6°, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met (een) giftige en/of verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen), te weten:
- 14 stuks Pepperspray Scorpion Security 50 ml en/of
- 1x Pepperspray KO en/of
- 1x pepperspray Paralisant KO en/of
- 2x Pepperspray Defenol,
en/of
een wapen, als bedoeld in artikel 2, lid 1, categorie II onder 5°, te weten een taser Security Plus;
twee wapens als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie III onder 1, te weten:
- een RG8 gasrevolver en/of
- een schietbeker,
en/of
munitie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van categorie III, te weten:
- 113 kogelpatronen S&B .38 en/of
- 12 kogelpatronen Geco.38 special en/of
- 2 kogelpatronen S&B 7.62x25 en/of
- 7 kogelpatronen kaliber .38 special
en/of
munitie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, categorie II, onder 4, te weten:
- 31 kogelpatronen Western .38 special;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
5.
hij op of omstreeks 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, voorhanden heeft gehad een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie I, onder 3, te weten
een boksbeugel,
en/of
een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie I, onder 7, te weten
een klapmes;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
6.
hij op of omstreeks 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
- ongeveer 108 tabletten, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine, en/of
- 0,4 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde metamfetamine en/of cocaïne (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
7.
hij in of omstreeks het tijdvak van 5 juni 2009 tot en met 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, een of meermalen (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal, (telkens) een of meer invalidenparkeerkaarten (op naam van [naam slachtoffer 7] en/of [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 8] en/of [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 5] en/of [naam slachtoffer 10]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat invalidenparkeerkaarten (telkens) wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 5 juni 2009 tot en met 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, een of meermalen (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal, (telkens) een of meer invalidenparkeerkaarten (op naam van [naam slachtoffer 7] en/of [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 8] en/of [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 5] en/of [naam slachtoffer 10]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat invalidenparkeerkaarten (telkens) redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 5 juni 2009 tot en met 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, een of meermalen (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op verschillende tijdstippen, in elk geval eenmaal, (telkens) een of meer invalidenparkeerkaarten (op naam van [naam slachtoffer 7] en/of [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 8] en/of [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 5] en/of [naam slachtoffer 10], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam slachtoffer 7] en/of [naam slachtoffer 4] en/of [naam slachtoffer 8] en/of [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 3] en/of [naam slachtoffer 5] en/of [naam slachtoffer 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten door vondst en/of schenking, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
8.
hij in of omstreeks de periode van 4 april 2008 tot en met 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen ongeveer 6570 kWh elektriciteit en/of 3138 m3 gas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking.
In de strafzaak met parketnummer 03/ 700108-11:
1.
hij op of omstreeks 08 februari 2011 te Geulle, gemeente Meerssen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht in/aan een op de oprit van de woning [adres] te Geulle geparkeerde auto, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) toen aldaar opzettelijk een brandversnellende substantie over/in die auto gegoten en/of (vervolgens) die brandversnellende substantie en/of die auto in brand gestoken, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met die substantie en/of die auto, althans met (een) brandbare stof(fen), ten gevolge waarvan die auto geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk geval
brand is ontstaan, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die auto en/of voor een naast die auto
geparkeerde auto en/of voor bovengenoemde woning met inboedel, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in die woning bevindende perso(o)n(en), in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
2.
hij in of omstreeks het tijdvak van 8 februari 2011 tot en met 10 februari 2011 te Geulle, gemeente Meerssen, in elk geval in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meermalen (telkens) [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling en/of met
brandstichting, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) een of meermalen (telkens) opzettelijk voornoemde [naam slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd (zakelijk weergegeven) dat die [naam slachtoffer 1] en/of haar familieleden geslacht zou(den) worden en/of dat het huis van die [naam slachtoffer 1] en/of haar familieleden in brand zouden worden gestoken als zij lag(en) te slapen, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij in of omstreeks het tijdvak van 24 februari 2011 tot en met 28 februari 2011 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit de woning [adres], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een gasmeter met het serienummer 0011281913, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 9], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 28 februari 2011 te Sittard, gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een gasmeter voorzien van het serienummer 0011281913 en/of een gasmeter voorzien van het serienummer 6195035 voorhanden heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het voorhanden krijgen van die gasmeter(s) redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.