ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ2019
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontruiming woonruimte wegens onvoldoende bewijs van overlast
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 22 januari 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonpunt en een gedaagde huurder. Woonpunt vorderde ontruiming van de door de gedaagde gehuurde woning, omdat zij stelde dat de gedaagde ernstige geluids- en andere overlast veroorzaakte voor de overige bewoners van het appartementencomplex. De gedaagde, die de woning sinds 24 maart 2011 huurt, ontkende de beschuldigingen en voerde aan dat de overlastmeldingen onterecht waren en dat zij niet verantwoordelijk was voor de klachten die door Woonpunt waren ingediend.
De kantonrechter oordeelde dat Woonpunt niet voldoende bewijs had geleverd om de vordering tot ontruiming te rechtvaardigen. Hoewel er klachten waren van omwonenden, was de gegrondheid van deze klachten niet overtuigend aangetoond. De kantonrechter benadrukte dat voor een ontruiming bij wijze van voorlopige voorziening, er een grote mate van zekerheid moet zijn dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. Dit was in dit geval niet aangetoond, waardoor de vordering van Woonpunt werd afgewezen.
De kantonrechter wees Woonpunt aan als de in het ongelijk gestelde partij en veroordeelde hen tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de gedaagde, die op € 200,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.