ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0046

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
03-703221-11
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel, afpersing, wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling met oplegging van 5 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 30 januari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel, afpersing, wederrechtelijke vrijheidsberoving en mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 juni 2011 samen met anderen [slachtoffer] wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd en hem heeft mishandeld. De verdachte had [slachtoffer] gedwongen om 5000 euro te betalen in verband met een relatie met een prostituee, genaamd [naam prostituee 1]. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn mededaders [slachtoffer] meermalen hebben geslagen en geschopt, en dat hij onder bedreiging van geweld [slachtoffer] dwong tot betaling. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel door vrouwen te dwingen tot prostitutie en hen te controleren in hun werkzaamheden. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als overtuigend beschouwd en heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor de bewezenverklaring van de feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de kwetsbare positie van de slachtoffers. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen telefoons en simkaarten van de verdachte verbeurd verklaard, aangezien deze zijn gebruikt bij het plegen van de strafbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
parketnummer: 03/703221-11
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 januari 2013
in de strafzaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
wonend te [adresgegevens verdachte].
Raadsman is mr. I.T.H.L. van de Bergh, advocaat te Maastricht.
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 14 en 16 januari 2013, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte samen met anderen of alleen:
Feit 1: [slachtoffer] op 6 juni 2011 wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd heeft gehouden;
Feit 2: [slachtoffer] heeft proberen af te persen in de periode van 18 mei 2011 tot en met 6 juni 2011;
Feit 3: [slachtoffer] op 6 juni 2011 heeft mishandeld;
Feit 4: zich in de periode van 21 april 2010 tot en met 19 juli 2011 heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel in de vorm van gedwongen prostitutie.
3 De beoordeling van het bewijs
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken van feit 4. Ten aanzien van de overige feiten heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met uitzondering van een aantal specifieke onderdelen van de tenlastelegging, waarvan verdachte zou moeten worden vrijgesproken.
Van betrokkenheid bij mensenhandel moet verdachte volledig worden vrijgesproken volgens de raadsman. Een bewezenverklaring zou naar zijn mening namelijk in overwegende mate komen te rusten op de verklaring van één persoon, aangeefster [naam prostituee 1]. De verdediging is echter niet in de gelegenheid gesteld deze vrouw vragen te stellen over haar belastende verklaringen bij de politie. In het licht van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaronder de uitspraak van 10 juli 2012 in de zaak Vidgen versus Nederland, moet er daarom ook bewijs uit andere bron zijn. Nu dat bewijs ontbreekt, kan verdachte niet worden veroordeeld, aldus de raadsman.
3.3 Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
De rechtbank moet zich in deze zaak buigen over de vraag of verdachte schuldig kan worden bevonden aan wederrechtelijke vrijheidsberoving, afpersing, mishandeling en mensenhandel. Volgens de officier van justitie staan de eerste drie feiten, die verdachte in grote lijnen heeft bekend, in directe relatie tot de beschuldiging van mensenhandel. Daarom zal de rechtbank eerst bespreken wat er op 6 juni 2011 is gebeurd en daarna ingaan op het motief voor de feiten 1 tot en met 3 om vervolgens te beoordelen of er sprake is geweest van mensenhandel.
De aangifte van [slachtoffer], diens letsel en de verklaring van verdachte
De aangifte van [slachtoffer] houdt onder meer het volgende in.
[slachtoffer] moest 5000 euro aan een persoon genaamd [naam verdachte] betalen. [slachtoffer] had een relatie gekregen met een prostituee, genaamd [naam prostituee 1]. [slachtoffer] werd door een Russische jongen benaderd en hem werd gezegd dat als [slachtoffer] [naam prostituee 1] wilde hebben, [slachtoffer] 5000 euro moest betalen. Op 18 mei 2011, de dag waarop [naam prostituee 1] met de politie een intakegesprek heeft gehad aangaande mensenhandel, heeft [slachtoffer] [naam verdachte] ontmoet en bij die gelegenheid heeft [naam verdachte] [slachtoffer] verteld dat hij 5000 euro moest betalen en dat [naam prostituee 1] dan voor hem zou zijn. Omdat [slachtoffer] dit bedrag niet betaalde, volgden de vrijheidsberoving en mishandeling op 6 juni 2011.
[slachtoffer] was op 6 juni 2011 bij een vriend, genaamd [bijnaam getuige 1] in Heerlen. Om ongeveer 14.00 uur verlieten beiden de woning van [bijnaam getuige 1] om met de auto van [bijnaam getuige 1] naar Kerkrade te gaan. Toen [bijnaam getuige 1] wilde optrekken, zag [slachtoffer] plotseling een andere personenauto, een zwarte Audi A4, die hen klemreed. In de Audi zaten 3 personen. Twee mannen, de bijrijder en de passagier, stapten uit deze auto en liepen naar [slachtoffer]. [slachtoffer] herkende hen meteen. Ook de bestuurder van de Audi herkende [slachtoffer]. [slachtoffer] was te laat om zijn portier te sluiten en het portier werd door een van de mannen, genaamd [naam verdachte], opengetrokken en [slachtoffer] werd meteen met een vuist meermalen door deze man in zijn gezicht geslagen. [slachtoffer] voelde hevige pijn in zijn gezicht en aan zijn hoofd en oor. [slachtoffer] werd verder meermalen geschopt, waardoor hij hevige pijn in zijn rug en nek voelde.
Vervolgens zijn de twee mannen achter in de auto van [bijnaam getuige 1] gestapt. Zij hebben [bijnaam getuige 1] gedwongen om naar Kerkrade te rijden. [slachtoffer] heeft onderweg geprobeerd uit de rijdende auto te springen, maar hij werd van achter bij zijn keel vastgehouden door een van de twee mannen.
[bijnaam getuige 1] moest een bospad inrijden nabij het station van Kerkrade. [bijnaam getuige 1] moest op een gegeven moment stoppen en [slachtoffer] kreeg te horen dat ze moesten uitstappen. Nadat hij was uitgestapt, kreeg [slachtoffer] opnieuw klappen in zijn gezicht van [naam verdachte]. [slachtoffer] heeft geprobeerd weg te rennen, maar werd door de andere man vastgepakt. Deze man zei tegen [slachtoffer] dat hij beter niet kon rennen; anders werd het alleen maar erger.
[naam verdachte] heeft [slachtoffer] toen bedreigd: wanneer [slachtoffer] niet nu 5000 euro zou betalen, dan zou [naam verdachte] het hoofdje van de dochter van [slachtoffer] naar [slachtoffer] brengen.
Vervolgens kwam de Audi ter plaatse met daarin dezelfde bestuurder. Deze bestuurder is naar [slachtoffer] toegekomen en heeft [slachtoffer] gezegd dat hij ook nog met hem te doen zou krijgen, als [slachtoffer] het nu niet geregeld zou krijgen.
De mannen zijn vervolgens vertrokken in de Audi A4, nadat met [naam verdachte] was afgesproken dat [slachtoffer] enkele dagen later de 5000 euro zou betalen.
Van het letsel van [slachtoffer] zijn foto’s gemaakt. Daarop is te zien dat [slachtoffer] een blauw oog heeft en letsel aan zijn oor, hals en hoofd.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij betrokken is geweest bij hetgeen [slachtoffer] heeft beschreven en dat hij de persoon genaamd [naam verdachte] was. Aanvankelijk was het de bedoeling om alleen te praten met [slachtoffer], maar een en ander is uit de hand gelopen, aldus verdachte. Verdachte heeft gevochten met [slachtoffer].
Conclusies van de rechtbank
Met het hiervoor weergegeven bewijs staat voor de rechtbank vast dat de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Verdachte heeft samen met een ander [slachtoffer] van zijn vrijheid beroofd en beroofd gehouden en [slachtoffer] mishandeld met het oogmerk om [slachtoffer] 5000 euro te laten betalen. De feiten zijn gepleegd in een voortgezette handeling.
Uit het dossier blijkt verder dat het bij een poging tot afpersing is gebleven. Er is geen geld aan verdachte overhandigd.
De rechtbank zal de feiten 1, 2 en 3 dan ook bewezen verklaren, zij het dat zij niet bewezen acht dat bij de afpersing een wapen aan [slachtoffer] is getoond. [slachtoffer] heeft immers verklaard dat hij geen wapen heeft gezien. Wel zou [bijnaam getuige 1] een gebaar hebben gemaakt dat erop duidde dat er een vuurwapen was, maar [bijnaam getuige 1] (de rechtbank: i.e. [naam getuige 1]) heeft dit niet bevestigd en het dossier bevat verder geen enkel bewijs waaruit kan worden afgeleid dat er daadwerkelijk een wapen aanwezig is geweest bij de vrijheidsberoving van [slachtoffer], laat staan dat dit getoond zou zijn. Wel acht de rechtbank bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft geschopt, niettegenstaande het vrijspraakverweer van de raadsman. Voor de rechtbank is er geen reden de verklaring van [slachtoffer] op dit punt buiten beschouwing te laten.
Het motief voor de feiten 1, 2 en 3 en mensenhandel
Zoals hiervoor weergegeven, geeft [slachtoffer] in zijn aangifte aan waarom hij werd mishandeld en van zijn vrijheid werd beroofd: -kort samengevat- [slachtoffer] moest van verdachte 5000 euro betalen in verband met zijn relatie met [naam prostituee 1]. Omdat [slachtoffer] dit bedrag niet betaalde, volgden de vrijheidsberoving en mishandeling.
Deze versie van [slachtoffer] over de reden voor het betalen van het geld wijkt af van de versie van verdachte ter zitting. Verdachte heeft namelijk ter zitting verklaard dat [slachtoffer] geld en goederen had afgenomen van de vriendin van verdachte en dat [slachtoffer] hiervoor een vergoeding zou betalen van 5000 euro.
Beide versies leveren hoe dan ook geen rechtvaardiging op voor het handelen van verdachte, maar belangrijker is dat de rechtbank de versie van verdachte niet aannemelijk acht. Het is immers niet alleen [slachtoffer] die spreekt over het betalen van geld voor [naam prostituee 1], maar ook [naam prostituee 1] heeft verklaard dat verdachte tegen haar gezegd heeft dat [slachtoffer] “losgeld” voor haar moest betalen. Volgens [naam prostituee 1] ging het om een bedrag van 5000 euro. Verder heeft [naam prostituee 1] verklaard dat verdachte tegen haar gezegd heeft dat als [slachtoffer] niet betaalde, verdachte ervoor zou zorgen dat [naam prostituee 1] weg zou zijn, zou verdwijnen of dat verdachte [naam prostituee 1] misschien wel zou doorverkopen.
Dit levert voldoende bewijs op dat verdachte doende was letterlijk, goedschiks of kwaadschiks, [naam prostituee 1] aan [slachtoffer] te verkopen en dat voorbij gegaan moet worden aan de versie van verdachte. Voor de rechtbank lijkt het erop dat verdachte, die voor het overige veelvuldig een beroep heeft gedaan op zijn zwijgrecht, met deze versie geen ander doel heeft gehad dan te proberen te ontkrachten dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan vrouwenhandel. Het dossier bevat echter hard bewijs hiervoor, niet alleen in de vorm van de verklaringen van [slachtoffer] en [naam prostituee 1], maar ook uit andere bron.
Het is namelijk verdachte zelf die onverbloemd over zijn handel in vrouwen spreekt. Dit blijkt uit de navolgende tapgesprekken met een persoon genaamd [betrokkene 1]:
Gesprek d.d. 8 juni 2011 te 23:37:44 uur:
[naam verdachte] had een afspraak met hem dat ‘zij’ om 7 uur ‘er’ zal zijn. [naam verdachte] vraagt wanneer zij hier zal zijn. [betrokkene 1] zegt dat ‘zij’ er maandag zal zijn. [betrokkene 1] gaat morgen een ticket voor haar kopen. ‘Zij’ komt in Amsterdam aan. [naam verdachte] vraagt of zij niet naar Düsseldorf kan vliegen. [naam verdachte] zegt dat het te ver is om voor haar alleen naar Amsterdam te gaan. [betrokkene 1] moet er voor zorgen dat ‘zij’ maandag zeker ‘hier’ zal zijn.
Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 14:08:14 uur:
[betrokkene 1] heeft gisteren geen tijd gehad om een ticket te kopen. [betrokkene 1] heeft nu een ticket gekocht voor de 14de. [betrokkene 1] zal [naam verdachte] mailen hoe ‘zij’ er nu uitziet, zodat [naam verdachte] haar zal herkennen. [naam verdachte] vraagt of ’zij’ niet lelijk is. [betrokkene 1] zeg nee. [naam verdachte] heeft haar immers gezien. ‘Zij’ was degene die achter de koelkast zat. [naam verdachte] vraagt of [betrokkene 1] al foto’s heeft gestuurd van de ‘tweede’. Dat heeft [betrokkene 1] nog niet gedaan, omdat de foto’s vandaag gemaakt zullen worden. [betrokkene 1] zegt dat het zo goed is, een foto in een badpak. [naam verdachte] is het met hem eens. Want als er een met een “kapotte” buik komt, wat moet hij dan met haar? [naam verdachte] zegt als de zaken normaal zullen lopen, zal ik minimaal 3 stuks bij jou kopen. Ik heb er nu 5 stuks. Je moet niet naar ‘rechts of links springen.’ Zolang ik ze bij jou afneem, moet je ze aan mij geven. Daarna, wanneer ik stop, mag je ze aan iedereen geven, aan Turken, aan wie je wilt. [betrokkene 1] zegt: Als je er 3 af neemt, zal ik 1500 euro per hoofd vragen.
Verdachte heeft ter zitting niet willen zeggen waar deze gesprekken over gingen. Voor de rechtbank is het, zeker na het uitblijven van uitleg aan de kant van verdachte, volstrekt helder dat de gesprekken betrekking hebben op de aankoop van vrouwen. Op 9 juni 2011 is verdachte bovendien ook nog bezig met de verkoop aan [slachtoffer] van [naam prostituee 1], nu verdachte telefonisch met [slachtoffer] onderhandeld heeft over de betaling van 1500 euro, zoals blijkt uit het navolgende gesprek:
Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 16:53 uur:
[naam verdachte] wordt gebeld door [voornaam slachtoffer]. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij niet weet hoe hij het op dit moment moet regelen, maar hij denkt niet dat dat gaat lukken. [naam verdachte] vraagt of hij het deze week niet kan regelen. [voornaam slachtoffer] zegt dat het niet gaat lukken. [naam verdachte] zegt oke en vraagt tot wanneer hij dan tijd nodig heeft. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij dat niet weet. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij vanavond misschien 1500 euro voor hem kan regelen en meer kan hij niet gaan regelen voor hem. Dat gaat echt niet lukken. [naam verdachte] zegt: als jij normaal doet doen wij ook normaal. Hoe lang heb je tijd nodig. Als je vandaag wat kan regelen dan is het ook goed, dan hebben wij ook een beetje. (….) [naam verdachte] zegt: ik geef je tijd genoeg tot jij hebt.(…) [voornaam slachtoffer] zegt dat hij ook geen zin heeft nog klappen te krijgen. [naam verdachte] zegt dat hij de vorige keer gewoon heel kwaad was. [naam verdachte] zegt: maar als je normaal doet waarom zou ik je slaan.(…) [voornaam slachtoffer] zegt dat als hij vanavond die 1500 euro bij elkaar heeft hij gewoon weer bij Hornbach af wil spreken (…) [naam verdachte] zegt dat het goed is. [voornaam slachtoffer] zegt dat hij ook niet alleen gaat komen, dat weet hij 100% zeker. Hij gaat echt niet meer alleen. Hij laat zich niet nog een keer op zijn gezicht vegen.(…) [naam verdachte] zegt ik geef je wel een advies, je moet die hoer beter weggooien anders krijg je nog meer problemen. [voornaam slachtoffer] heeft geen zin in problemen heeft gezegd dat dat meisje gewoon bij hem blijft en voor de rest niets(...).
Verdachte heeft blijkens het zo-even weergegeven tapgesprek van 14:08 uur 5 vrouwen en is van plan dat aantal uit te breiden. Het uiterlijk van de vrouwen is kennelijk van commercieel van belang voor verdachte: als de buik van de vrouw kapot is, weet verdachte niet wat hij met haar moet. Er is dan ook letterlijk sprake van mensenhandel en een vorm van uitbuiting van vrouwen. Nergens blijkt immers uit dat de desbetreffende vrouwen akkoord gingen met de transacties en/of deelden in de opbrengsten van deze handel. Uit het dossier volgt voorts dat het gaat om de aankoop van vrouwen met het oog op prostitutie.
Zo is er de verklaring van [naam prostituee 1]. Zij heeft in haar verklaring bij de politie onder meer het volgende verklaard.
[naam prostituee 1] is door haar vriendin [naam vriendin] gevraagd vanuit Letland mee te gaan naar Nederland om te werken. Met een ander meisje genaamd [betrokkene 2] is zij op 21 april 2010 in Nederland aangekomen en opgevangen in een woning in Roermond. In deze woning waren ook drie Russen, [naam verdachte] (de rechtbank: [naam prostituee 1] bedoelt verdachte), [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1]. Na twee of drie dagen werd zij naar [naam club] in Linne (gemeente Maasgouw) gebracht, alwaar werd uitgelegd dat [naam prostituee 1] werkzaamheden als prostituee moest verrichten. Als [naam prostituee 1] uit de club wegwilde, kwamen de drie Russen haar en andere vrouwen halen. Het werk ging altijd door, ook als zij ongesteld was. De benodigde condooms, gel en sponsjes bekostigden de vrouwen zelf bij een seksshop. De drie Russen brachten de vrouwen daar naartoe. [naam prostituee 1] werkte ook in sauna- en seksclubs in Roermond, St. Truiden in België en in Herzogenrath in Duitsland voor de drie Russen. [naam prostituee 1] verdiende met haar werkzaamheden 200 à 300 euro per dag. Dat geld moest zij -tegen haar wil- delen, aanvankelijk met 5 jongens, later met [naam verdachte], [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1], die de helft kregen. De andere vrouwen waren [naam prostituee 2] en [naam prostituee 3]. Ook zij deelden hun verdiensten met de jongens, volgens [naam prostituee 1].
[naam prostituee 1] heeft aangegeven dat haar eigenaren drie Russische jongens waren, te weten [naam verdachte], [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2]. Bij haar intakegesprek met de politie op 18 mei 2011 heeft zij de politie foto’s ter beschikking gesteld van die drie Russen. Het betreft de medeverdachten [naam medeverdachte 1], [naam medeverdachte 2] en verdachte.
De verklaring van [naam prostituee 1], dat zij de helft van haar verdiensten moest afstaan aan de eigenaar van de club waar zij werkte en dat zij de andere helft, zijnde 200 tot 300 euro per dag nog moest delen met verdachten, wordt ondersteund door het navolgende. In de woning aan de [adres 1] te H. werd op 9 juni 2011 een USB-stick aangetroffen. Deze USB-stick werd onderzocht en daarop werden onder meer fotobestanden en tekstbestanden aangetroffen, waaronder een tekstbestand met de naam en adresgegevens van [naam verdachte] en een tweetal spreadsheets betreffende “Septembris 2010 en Oktobris 2010”.
[naam prostituee 1] heeft over deze spreadsheets verklaard dat het een door haar opgesteld overzicht van haar inkomsten uit prostitutie betrof over de maanden september en oktober 2010, waarbij de eerste kolom haar inkomsten betroffen (zijnde 50% van de totale inkomsten – derhalve na aftrek van de 50 % voor de club eigenaar). In de tweede kolom was het gedeelte opgenomen van dit bedrag, dat zij had moeten afstaan aan derden.
In het dossier bevindt zich voorts het navolgende telefoongesprek dat werd gevoerd kort voor de aanhouding van [naam verdachte] en voor de doorzoeking in de woning [adres 1] te H.:
Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 17:13:
[naam verdachte] belt uit met NN-vrouw 1104. [naam verdachte] vraagt of daar nog iets is. NN-vrouw zegt: haar werkdagboek, zij hield dagelijks de kas bij. Het is over 2010. Verder is er nog een plaatje met alle gegevens van [naam verdachte]. [naam verdachte] scheldt en vraag zich af hoe “zij”er aan komt. (...) [naam verdachte] zegt dat het slecht met hem gaat.
Voorts is verdachte door de politie geobserveerd en gezien werd op 9 juni 2011 om 16.50 uur dat verdachte met 2 vrouwen een woning aan de [adres 1] te H. binnenging. Verdachte is vervolgens elders in Heerlen aangehouden om 17.45 uur. In de voornoemde woning aan de [adres 1] werden op dezelfde dag om 18.00 uur in een van de binnenzijde afgesloten badkamer [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] aangetroffen.
In de woning werden visitekaartjes van seksclubs en sauna’s in beslag genomen. Verder zijn in de woning foto’s gemaakt van vrouwenlingerie en een grote hoeveelheid condooms. De 3 aangetroffen vrouwen hebben bij hun intakegesprek bij de politie verklaard dat zij in de prostitutie werkzaam waren.
Dit alles laat de conclusie toe dat naast [naam prostituee 1], ook [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] behoorden tot de “5 stuks” van verdachte en dat deze vrouwen voor verdachte werkten in de prostitutie.
Op zichzelf volgt uit het voorgaande nog niet onomstotelijk dat verdachte en met hem medeverdachten [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] ook financieel profiteerden van de werkzaamheden van de andere dames, [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3]. Zij hebben immers, anders dan [naam prostituee 1], niet verklaard dat zij inkomsten afstonden aan verdachte en zijn medeverdachten. Uit de verklaring van [naam prostituee 1] kan weliswaar worden geconcludeerd dat verdachte en zijn medeverdachten deze vrouwen financieel uitbuitten op dezelfde manier als bij haar het geval was, maar alleen op basis van deze verklaring kan dit niet worden bewezen verklaard. Er is echter meer bewijs voorhanden. Uit de telefoongegevens van de gsm van verdachte blijkt namelijk dat er geregeld contact is met de vrouwen [betrokkene 3], [bijnaam prostituee 3] en [bijnaam prostituee 4]. Daarbij zijn er voldoende aanwijzingen dat [bijnaam prostituee 3], [naam prostituee 3] is geweest en [bijnaam prostituee 4], [naam prostituee 4]. Verdachte krijgt van hen bij herhaling sms’jes:
- 23 mei 2011: (sms 6 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 3]) te 00.10 uur - [naam verdachte] als ik vandaag een goede dag heb op het werk. Zal het mogelijk zijn om het geld morgen naar huis op te sturen?
- 28 mei 2011: (sms 6 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 20.04 uur - (...) Hoe gaat het? Bij ons zijn gangetje, [bijnaam prostituee 4] 200, ik 150;
- 28 mei 2011: (sms 2 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 20:09 uur - We doen elke dag ons best;
- 29 mei 2011: (sms 3 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 3]) te 12.06 uur - Normaal. Alleen gisteren was er niemand;
- 29 mei 2011: (sms 4 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 22.34 uur - [bijnaam prostituee 4] is naar de kamer, ik 110, zij heeft 3 kamer;
- 30 mei 2011: (sms 3 van 06-XXXXXXXX ([bijnaam prostituee 3]) 16:44 uur - (…) [naam verdachte] er is een probleem in de bar. Er is geen licht. En [betrokkene 5] zegt dat zij hem dicht gooit. En dat hier blijven niet kan!;
- 31 mei 2011: (sms 2 van 06-XXXXXXXX[bijnaam prostituee 4]) te 10.09 uur - Goedemorgen! Mogen we ALSJEBLIEFT vandaag vrij nemen. Het is toch slecht weer ik denk dat er geen mens komt;
- 1 juni 2011: (sms 3 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 13:00 uur - Goedemorgen! Gaan we vandaag naar het werk? Hoe laat kom je?
- 2 juni 2011: (sms 2 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 3]) te 17.11 uur - Voorlopig 50 de rest bij [betrokkene 4]!
- 2 juni 2011: (sms 4 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 3]) te 17.27 uur - [naam verdachte] ik heb slechts 50;
- 2 juni 2011: (sms 4 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 3]) te 17.41 uur - Nee, gewoon, [naam medeverdachte 1] zei gisteren tegen de meisjes dat wat zij bij [betrokkene 4] verdienen, ze zelf houden! Ik informeer of het bij jou ook zo is of niet!
- 3 juni 2011: (sms 5 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 17:42 uur - (...) Ik heb 3 kamers, [bijnaam prostituee 4] 2. Hoe gaat het met je?
- 3 juni 2011: ( sms 6 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 17:47 uur - Kom je ons vanavond ophalen?
- 3 juni 2011: (sms 3 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 22.07 uur - Ok, alles is normaal. Ik heb 350, [bijnaam prostituee 4] 220;
- 3 juni 2011: (sms 6 van 06-XXXXXXXX[betrokkene 3]) te 23.29 uur- Ik heb 350, [bijnaam prostituee 4] 270;
- 4 juni 2011: (sms 2 van 06-XXXXXXXX [betrokkene 3]) te 21.35 uur - Bij ons zijn gangetje. Ik heb 250 [bijnaam prostituee 4] 200. Het is druk maar je moet 40 minuten 1 uur op een kamer wachten. Schrijf straks hoe alles is gegaan, ok?
- 4 juni 2011: (sms 4 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 4]) 23.12 uur- Ik heb 300. [betrokkene 3] heb ik lang niet gezien.
Ook hier geldt weer dat verdachte niet heeft willen zeggen hoe deze berichten begrepen moeten worden. Voor de rechtbank spreekt de inhoud van de berichten in het licht van wat in de [adres 1] in H. is aangetroffen voor zichzelf: in deze berichten worden verdiensten in euro’s uit prostitutie vermeld. Het gaat over verdiend geld, over kamers en over klanten. Kennelijk worden de verdiensten tot in de late avonduren vergaard en het mag als een feit van algemene bekendheid worden beschouwd dat dit uren zijn waarop seksclubs open zijn. Verder wordt in deze berichten aan verdachte gevraagd of de vrouwen vrij mogen nemen, verdiensten zelf mogen behouden of mogen besteden. De bedragen die in de sms’jes vermeld worden, zijn vergelijkbaar met de bedragen die [naam prostituee 1] zegt te hebben verdiend per dag. Haar verklaring, bezien in samenhang met deze sms’jes, de uitlatingen van verdachte in de tapgesprekken met [betrokkene 1] en de wijze van aantreffen van [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in de woning aan de [adres 1] in Heerlen, brengen de rechtbank tot de conclusie dat verdachte [naam prostituee 1], [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] heeft gehuisvest en opgenomen met het oogmerk van uitbuiting door misbruik van hun kwetsbare positie en dat hij van deze vier vrouwen een deel kreeg van wat zij als prostituee verdienden. Dit valt rechtstreeks op te maken uit de vraag van [bijnaam prostituee 3] op 2 juni 2011: zij heeft het in haar sms over meisjes die bij [betrokkene 4] hun verdiensten zelf mogen houden en wil kennelijk weten of zij (meervoud dus) ook bij verdachte verdiensten zelf mogen houden of juist niet. Bovendien valt niet in te zien, waarom deze vrouwen anders vrijwel dagelijks aan verdachte meldden wat zij verdiend hadden.
Daarbij worden de bedragen aan verdachte kennelijk verantwoord: “[naam verdachte], ik heb slechts 50,” zegt [bijnaam prostituee 3] en [betrokkene 3] legt op 4 juni 2011 uit dat het weliswaar druk is, maar dat ze lang moeten wachten op een kamer en dat ze straks schrijft hoe alles is gegaan, waarna ze aan verdachte vraagt of hij dat “ok” vindt. Hieruit blijkt dat de vrouwen zich verplicht voelden verdachte te waarschuwen voor tegenvallende inkomsten. Het vragen om toestemming om geld naar huis te mogen sturen, duidt eveneens op het afleggen van verantwoording.
Verdachte ontving dus geld van de vrouwen en had vergaande controle/zeggenschap over de verdiensten. De officier van justitie is onder meer om die reden van oordeel dat er bij deze uitbuiting sprake is geweest van dwang, zodanig dat gezegd kan worden dat de vrouwen onvrijwillig in de prostitutie beland zijn en werkten en onvrijwillig hun inkomsten afstonden. Volgens de officier van justitie kan ook bewezen worden dat er fysiek geweld en bedreiging met geweld aan te pas gekomen is. De rechtbank overweegt ter zake als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat er sprake is geweest van dwang en van feitelijkheden in de vorm van ontoelaatbare controle over de vrouwen, zodanig dat gezegd kan worden dat zij hun verdiensten gedwongen moesten afstaan en gedwongen werkten voor verdachte en genoemde [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1]. Niet bewezen kan worden dat verdachte de vrouwen gedwongen heeft te starten met werkzaamheden in de prostitutie, noch dat hij en/of [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] geweld hebben gebruikt of gedreigd hebben geweld te gebruiken. Hiervoor is geen ander bewijs voorhanden dan de verklaring van [naam prostituee 1], waarmee niet voldaan is aan het wettelijk vereiste bewijsminimum. Voor het overige overweegt de rechtbank ten aanzien van dwang als volgt.
Niet alleen moesten de vrouwen vergaand verantwoording afleggen over het geld dat zij verdienden, hetgeen de rechtbank als een vorm van dwang aanmerkt, verdachte besliste ook over het gaan en staan van de vrouwen, over hun vrijheid derhalve. [bijnaam prostituee 4] vraagt op 31 mei 2011 of ze alsjeblieft vrij mogen nemen. In het licht van de verklaring van [naam prostituee 1] dat het werk altijd, 7 dagen per week, doorging, is het op zijn minst opmerkelijk dat de vrouwen aan verdachte groen licht vragen om een keer niet te hoeven werken. Dit is echter niet het enige voorbeeld van een onaanvaardbare, vergaande greep van verdachte op de vrijheid van de vrouwen. Dit blijkt uit het volgende. Opvallend zijn enkele sms’jes en tapgesprekken:
- 3 juni 2011: (sms 1 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 3]) [naam verdachte] we hebben alles opgeruimd. Mogen we snel naar de winkel?
- 7 juni 2011: (sms 5 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 4]): Mag ik naar de apotheek een pleister kopen?
- 9 juni 2011: (sms 2 van 06-XXXXXXXX [bijnaam prostituee 4]): Mag ik met [betrokkene 6] naar de kapper
Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 15:09 uur:
[naam verdachte] belt uit naar nn-vrouw 1104. NN-vrouw zegt dat ze bij de apotheek bij Action zijn. Daarna gaan ze naar de kapper en dan naar de winkel. Ze zijn nu met z’n tweeën, NN-vrouw en [bijnaam prostituee 4]. [naam verdachte] vraagt waar [bijnaam prostituee 3] is. [bijnaam prostituee 3] ligt op de bank, zegt NN-vrouw. [naam verdachte] zal zo komen maar hij kan niets kopen, want hij is nu niet alleen.(…) [naam verdachte] zegt: ‘Jullie mogen niet gezien worden.’
Gesprek d.d. 9 juni 2011 te 16:14 uur:
[naam verdachte] wordt gebeld door nn-vrouw 1104. [naam verdachte] vraagt waar ze zijn. Ze zijn om de hoek van het cafeetje waar ze altijd eten. [naam verdachte] wil weten waarom NN-vrouw zo gek als een deur is. [naam verdachte] zou naar de kapper komen. NN-vrouw had hem moeten bellen en zeggen dat ze daar zijn weggegaan. [naam verdachte] had immers geen beltegoed. NN-vrouw zegt dat ze bij een andere kapper zijn. NN-vrouw had het tegen [naam verdachte] moeten zeggen. NN-vrouw zegt sorry.
De rechtbank constateert dat de vrouwen in deze berichten en gesprekken voor volkomen dagelijkse en bijna futiele dingen verantwoording afleggen en toestemming vragen aan verdachte. Verdachte wil weten waar ze zijn en wordt vervolgens boos, als de NN-vrouw niet bij de kapper blijkt te zijn, maar elders en verdachte kennelijk niet weet waar zij en de andere vrouw(en) zijn. Ze krijgen daarbij telefonisch op 9 juni 2011 te 15:09 uur de opdracht ervoor te zorgen dat ze niet gezien worden. Dit telefoongesprek vindt plaats tussen [naam verdachte] en een NN-vrouw met telefoonnummer 06-XXXXXXXX, een nummer dat in gebruik is bij [naam prostituee 2]. Dat de vrouwen deze boodschap serieus hebben genomen blijkt reeds uit het feit dat later die dag, op 9 juni 2011 omstreeks 18:00 uur, [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in de woning [adres 1] worden aangetroffen in een van de binnenzijde afgesloten badkamer. Kortom: verdachte controleert de vrouwen en houdt toezicht op het gaan en staan van de vrouwen. Dit geeft [naam prostituee 1] ook aan. Zij heeft verklaard dat [naam verdachte] hoofdzakelijk de beslissingen nam en er altijd was: “[naam verdachte] sliep bij ons, ging met ons naar de winkel, dus hij was er altijd.”
Ook is er voortdurend toezicht op de vrouwen in de vorm van het halen en brengen naar de clubs. [naam prostituee 1] heeft hierover verklaard dat zij en de andere vrouwen altijd door verdachte, [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] van de woning naar de clubs en omgekeerd werden gebracht. Ook hier is voldoende steunbewijs voorhanden. Met [naam prostituee 1] is namelijk in haar intakegesprek en haar verhoor gesproken over een woning aan de [adres 2] in H. De buurman van die woning, de getuige [naam getuige 2], heeft verklaard dat hij begin 2010 nieuwe buren kreeg. Twee jonge dames die uit Oost-Europa afkomstig waren en die altijd in gezelschap waren van drie Oost-Europese jongens. Vrijwel dagelijks gingen de meisjes rond 15.00 uur weg in gezelschap van de drie jongens. De meisjes waren nooit alleen. Tussen 22.00 en 23.00 uur kwamen de meisjes weer thuis, altijd in gezelschap van de drie jongens. Een van de jongens voerde altijd het woord. De meisjes zelf kwamen niet aan de voordeur en deden geen boodschappen; dat werd door de jongens gedaan. Als de meisjes en de jongens ‘s middags vertrokken, dan werd eerst een van de auto’s gehaald en voorgereden. Daarna kwamen de meisjes onder begeleiding van een van de jongens naar buiten, stapten ze in de auto en reden ze weg. Als men ’s avonds thuiskwam, dan werden de meisjes met de auto voor de deur afgezet en gingen ze onder begeleiding van een van de jongens de woning binnen. In het voorjaar van 2011 heeft [naam getuige 2] deze jongens en meisjes voor het laatst gezien. Op foto’s herkende [naam getuige 2] verdachte, [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1]. Verdachte is volgens [naam getuige 2] degene die altijd met de meisjes mee liep als de auto opgehaald werd en voor de deur werd geplaatst. Verdachte verliet dan met de meisjes de woning en stapte vervolgens in de auto. Uit deze verklaring in samenhang bezien met de sms’jes en tapgesprekken blijkt derhalve dat de vrouwen vergaand onvrij waren.
Alles bij elkaar opgeteld is er dan ook sprake geweest van een ernstige beperking van de vrijheid van de vrouwen. Een en ander zelfs zodanig dat voor de rechtbank met dit alles vast staat dat zij gedwongen hebben gewerkt voor verdachte, [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] en gedwongen werden hun verdiensten aan hen af te staan en te verantwoorden. Er is dan ook voldoende bewijs om verdachte te veroordelen voor mensenhandel.
Anders dan de verdediging hecht de rechtbank geen geloof aan de uitlatingen die [naam prostituee 2], [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] doen tegenover de politie als zij, na hun ontdekking in het pand aan de [adres 1], zeggen geen slachtoffer te zijn van mensenhandel. De zojuist weergegeven feiten en omstandigheden zijn met die uitlatingen in een te grote tegenspraak. Gegeven de voorgaande vaststellingen, acht de rechtbank het ook geenszins onaannemelijk dat zij vooraf geïnstrueerd zijn om iets dergelijks te zeggen. De sms van [naam verdachte] waarbij de dames nog eens ingescherpt krijgen dat ze niet gezien mogen worden, spreekt voor de rechtbank op dit punt boekdelen.
Het bewijs dat de rechtbank redengevend acht voor haar bewezenverklaring bestaat niet alleen of in overwegende mate uit de inhoud van de verklaring van [naam prostituee 1], zodat er geen sprake is van de situatie als bedoeld in de uitspraak inzake Vidgen. Daar waar er geen bewijs uit andere bron is, zal de rechtbank verdachte vrijspreken. Zij komt tot de navolgende bewezenverklaring van alle feiten.
3.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Feit 1
op 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededader met dat opzet de auto waarin [slachtoffer] zich bevond, klemgereden en die [slachtoffer] geslagen en die [slachtoffer] tegen zijn wil in een (rijdende) auto gehouden en die [slachtoffer] terug in de auto getrokken en die [slachtoffer] - toen hij op het bospad trachtte te vluchten - achtervolgd en voorkomen dat hij zijn vlucht kon voltooien;
Feit 2
in de periode van 18 mei 2011 tot en met 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en de gemeente Kerkade, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van 5000 euro, toebehorende aan [slachtoffer], met dat opzet,
- die [slachtoffer] meermalen heeft/hebben geslagen en geschopt en
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte, het hoofd van de dochter van die [slachtoffer] naar [slachtoffer] zou brengen, indien die [slachtoffer] niet zou betalen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 3
op 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk mishandelend [slachtoffer] meermalen heeft geslagen en geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
Feit 4
in de periode van 21 april 2010 tot en met 9 juni 2011 in de gemeente Roermond en de gemeente Maasgouw en de gemeente Kerkrade en de gemeente Heerlen en te Sint Truiden, in België en te Herzogenrath in Duitsland,
tezamen en in vereniging met anderen,
[naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3], door dwang en feitelijkheden en door misbruik van een kwetsbare positie heeft gehuisvest en opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3], en
die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] door dwang en feitelijkheden hebben gedwongen hen te bevoordelen uit de opbrengst van dier seksuele handelingen met een derde, en
die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] hebben meegenomen naar België en/of Duitsland met het oogmerk die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in België en/of Duitsland ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, en
opzettelijk voordeel hebben getrokken uit de uitbuiting van die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3],
bestaande die dwang en die feitelijkheden hieruit dat verdachte en/of zijn mededaders
- die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] als prostituee hebben laten werken en
- die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] opdracht hebben gegeven om een aantal dagen per week en/of een aantal uren per dag als prostituee te werken en
- ruimtes in Roermond en in Linne (gemeente Maasgouw) en in één of meer andere plaatsen in Nederland en België en Duitsland hebben geregeld, alwaar die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] haar prostitutiewerkzaamheden konden/moesten verrichten en
- die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] naar/van de plek waar zij zich prostitueerden hebben gebracht en
- het die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] meermalen niet hebben toegestaan dat zij zonder toezicht buiten kwamen en
- woonruimte voor die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] hebben geregeld en
- hebben zorggedragen voor controle en/of toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten daaruit van die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] en
- die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] hun verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, hebben laten afgeven aan verdachte en/of zijn mededaders en
- hebben verhinderd dat die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] uit eigen vrije wil haar prostitutiewerkzaamheden zouden kunnen beëindigen, en
- die [naam prostituee 1] en [naam prostituee 2] en [naam prostituee 4] en [naam prostituee 3] in een door verdachte en/of zijn mededaders gecontroleerde situatie hebben gehouden.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4 De strafbaarheid
Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of beroofd houden, deel uitmakend van een voortgezette handeling
Feit 2
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, deel uitmakend van een voortgezette handeling
Feit 3
medeplegen van mishandeling, deel uitmakend van een voortgezette handeling
Feit 4
mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
5 De strafoplegging
5.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte een gevangenisstraf van 8 jaren op te leggen met aftrek van voorarrest.
5.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht een fors lagere straf op te leggen dan gevorderd is door de officier van justitie, mocht zij komen tot een bewezenverklaring van alle feiten. De raadsman heeft daarbij gewezen op recente strafmaatoverwegingen van de rechtbank in een andere mensenhandelzaak.
5.3 Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen.
Verdachte is langdurig betrokken geweest bij het financieel uitbuiten van vrouwen. De vrouwen waren afkomstig uit Letland. In Nederland moesten zij voor verdachte en zijn medeverdachten werken in de prostitutie. De vrouwen werden ernstig beknot in hun vrijheid. Zij werden gebracht naar en gehaald van hun werk en hielden de verdachten tijdens hun werkzaamheden per sms op de hoogte van hun verdiensten. Van hun verdiende geld moesten de vrouwen, na afgifte van de helft daarvan aan de clubeigenaar, ook nog eens de helft aan verdachte en zijn medeverdachten afstaan. De vrouwen moesten zeven dagen per week werken en moesten aan verdachte en zijn medeverdachten toestemming vragen voor een bezoek aan de kapper, winkel of apotheek.
Verdachte heeft bij dit alles een zeer prominente, leidende rol gespeeld. Er is weliswaar geen sprake geweest van directe fysieke dwang of van geweldshandelingen waarmee de vrouwen gedwongen werden zich te prostitueren en geld af te staan, maar als één van hen, [naam prostituee 1], zich kennelijk wil losmaken, volgt er wel degelijk geweld, waarvan [slachtoffer] het slachtoffer is geworden. Mishandeling, vrijheidsberoving en afpersing lijken er zo gewoon bij te horen, als de financiële belangen van verdachte en zijn medeverdachten worden gefrustreerd.
Voor de rechtbank en de samenleving valt niet te begrijpen waarom jonge mannen als verdachte menen op deze manier aanspraak te kunnen maken op de inkomsten van een groep vrouwen, die een zwaar beroep uitoefenen en in een kwetsbare positie verkeren. Daarbij blijkt uit de telefoongesprekken die verdachte heeft gevoerd, dat voor hem geldelijk gewin voorop staat. Met dit alles heeft verdachte blijk gegeven van een groot gebrek aan normbesef en respect. Een andere of lichtere straf dan een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf is dan ook niet aan de orde.
Met betrekking tot mensenhandel komt de rechtbank op grond van vergelijkbare uitspraken tot een uitgangpunt van 10 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf per slachtoffer. De prominente rol van verdachte in het geheel, een rol die verontrust en beklemming laat beklijven, doet de rechtbank evenwel besluiten tot een straf die hoger is dan op basis van dit uitgangspunt berekend zou worden. Een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren acht de rechtbank voor dit deel van de bewezen verklaarde feiten gepast.
Daarnaast dient de rechtbank straf op te leggen voor de feiten 1, 2 en 3, waarvoor zij een gevangenisstraf van 1 jaar gepast acht. Daarbij is voor de rechtbank van belang dat verdachte ook bij deze feiten een prominente rol heeft gespeeld. Verdachte is ook degene die de klappen heeft uitgedeeld. Van factoren die aanleiding zouden kunnen zijn tot het opleggen van een lagere straf is geen sprake.
De rechtbank zal dan ook 5 jaren onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met aftrek van het voorarrest van verdachte.
6 Het beslag
De in beslag genomen telefoons en simkaart van verdachte zal de rechtbank verbeurdverklaren. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de feiten met behulp van deze goederen zijn begaan. De overige in beslag genomen goederen dienen bewaard te worden ten behoeve van de rechthebbende(n).
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 45, 47, 56, 57, 273f, 282, 300, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straffen
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 5 jaren;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen:
data conr. 1 1.00 STK Simkaart
LYCA MOBILE
1940822
data conr. 2 1.00 STK GSM
NOKIA
1940821
data conr. 3 1.00 STK GSM
NOKIA;
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de volgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen:
int. conr. 13 1.00 STK Document
MONEYTRANSFER
1940293 div. kwitanties
20300264127/001 4 1.00 STK Computer
ACER MS 2264
1940274 incl. adapter
20300264127/002 5 1.00 STK Computer
ACER PEW72
1940277 incl. adapter
20300264127/003 6 1.00 STK USB-stick
DANE ELEC 4 GB
1940280
20300264127/004 16 1.00 STK Kaart
WESTERN UNION
1940299
1940820
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. J.S. Holthuis en mr. C.G.A. Wouters, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 januari 2013.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is na wijziging ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 06 juni 2011 in de gemeente Heerlen en/of de gemeente Kerkrade, althans in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet meermalen, althans eenmaal, de auto waarin [slachtoffer] zich bevond, klemgereden, althans hebben de verdachte en/of zijn mededaders hun auto op een zodanige plaats tot stilstand gebracht dat de auto waarin [slachtoffer] zich bevond, de bedoelde weg niet kon vervolgen en/of heeft verdachte en/of zijn mededaders die [slachtoffer] geslagen en/of die [slachtoffer] tegen zijn wil in een (rijdende) auto gehouden en/of die [slachtoffer] (terug) in de auto getrokken en/of die [slachtoffer] - toen hij op het bospad trachtte te vluchten - achtervolgd en voorkomen dat hij zijn vlucht kon voltooien;
2.
hij in of omstreeks de periode van 18 mei tot en met 6 juni 2011 in de gemeente Heerlen en/of de gemeente Kerkade, althans in het arrondissement Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (5000 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet,
- die [slachtoffer] meerdere malen, althans eenmaal heeft/hebben geslagen en/of geschopt en/of
- die [slachtoffer] een (vuur)wapen heeft/hebben getoond en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat hij, verdachte, het hoofd van de dochter van die [slachtoffer] naar [slachtoffer] zou brengen, indien die [slachtoffer] niet zou betalen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 06 juni 2011 in de gemeente Heerlen en/of de gemeente Kerkrade, althans in het arrondissement Maastricht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]) meermalen, althans eenmaal, heeft geslagen en/of geschopt, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
4.
hij in of omstreeks de periode van 21 april 2010 tot en met 19 juli 2011 in de gemeente Roermond en/of de gemeente Maasgouw en/of de gemeente Kerkrade en/of de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland en/of te Sint Truiden, in elk geval in België en/of te Herzogenrath, in elk geval in Duitsland en/of te Riga, in elk geval in Letland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
[naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3], door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door misleiding en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft geworven en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3], en/of
die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] heeft/hebben aangeworven en/of medegenomen en/of doen brengen (vanuit Letland) naar Nederland met het oogmerk die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handeling(en) met en/of voor een derde tegen betaling, en/of
die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] door dwang en/of geweld en/of één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met één of meer andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door afpersing en/of door misleiding en/of door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare situatie heeft/hebben gedwongen en/of bewogen hem/hen te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handeling(en) met en/of voor een derde, en/of
die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] heeft/hebben medegenomen naar België en/of Duitsland met het oogmerk die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] in België en/of Duitsland ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handeling(en) met en/of voor een derde tegen betaling, en/of
opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3],
bestaande die dwang en/of dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld en/of bedreiging met die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die afpersing en/of die misleiding en/of dat misbruik (telkens) hieruit dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] als prostituee heeft/hebben laten werken en/of
- die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] opdracht heeft/hebben gegeven en/of onder druk heeft/hebben gezet om een aantal dagen per week en/of een aantal uren per dag als prostituee te werken en/of
- één of meer kamer(s)/ruimte(s) in Roermond en/of in Linne (gemeente Maasgouw) en/of in één of meer andere plaats(en) (elders) in Nederland en/of België en/of Duitsland heeft/hebben geregeld, alwaar die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] haar prostitutiewerkzaamheden kon(den)/moest(en) verrichten en/of
- die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] naar/van de plek waar zij zich prostitueerde(n) heeft/hebben gebracht en/of
- het die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] meermalen niet heeft/hebben toegestaan dat zij zonder toezicht buiten kwam(en) en/of
- toezicht heeft/hebben gehouden op die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] tijdens hun (prostitutie)werkzaamheden
- woonruimte voor die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] heeft/hebben geregeld en/of
- heeft/hebben zorggedragen voor controle en/of toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten (daaruit) van die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] en/of
- die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] al hun/haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, heeft/hebben laten afgeven aan verdachte en/of zijn mededader(s), althans die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] geen gedeelte, althans weinig van hun/haar verdiensten heeft/hebben laten behouden en/of
- die [naam prostituee 2] tegen een (sauna)verwarmingselement heeft/hebben geduwd en/of een blauw oog heeft/hebben geslagen en/of
- die [naam prostituee 3] heeft/hebben meegenomen naar een bos en/of haar (daar) heeft/hebben mishandeld en/of tegen die [naam prostituee 3] heeft/hebben gezegd dat zij niet naar huis zou gaan en/of die [naam prostituee 3] (kort na de mishandeling) heeft/hebben laten zien aan die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd: "kijk hier is het resultaat", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of tegen die [naam prostituee 1] heeft/hebben gezegd dat zij moest opletten en dat zij het niet in haar hoofd moest halen om te vluchten en/of hulp te krijgen bij het vluchten anders zou haar hetzelfde overkomen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- andere personen heeft/hebben mishandeld en/of
- die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 3] een vuurwapen, althans een op een wapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en/of laten zien en/of (vervolgens) die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 3] een plankje (met kogelgaten) heeft/hebben getoond en/of laten zien en/of
- tegen die [naam prostituee 1] heeft/hebben gezegd dat hij en/of zijn mededader(s) haar vriend zal/zullen doodschieten en/of een oor van haar vriend zal/zullen afsnijden en/of
- die [naam prostituee 1] een mes heeft/hebben getoond en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd dat zij moest oppassen dat hij, verdachte [naam verdachte], [voornaam slachtoffer] niet iets zou aandoen, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- heeft/hebben verhinderd dat die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] uit eigen vrije wil haar prostitutiewerkzaamheden zou(den) kunnen beëindigen, en/of
- die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] in een door verdachte en/of zijn mededader(s) gecontroleerde situatie heeft/hebben gehouden, in elk geval één of meer (andere) handelingen heeft/hebben verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [naam prostituee 1] en/of [naam prostituee 2] en/of [naam prostituee 4] en/of [naam prostituee 3] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn mededader(s) afhankelijke positie.