ECLI:NL:RBLIM:2013:BY8391
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van ouderlijk gezag wegens onmogelijkheid tot uitoefening door de vader
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 9 januari 2013 uitspraak gedaan over de ouderlijke verantwoordelijkheden van een vader en moeder met betrekking tot hun minderjarige kinderen. De vader vertoont forse problematiek en is gedurende langere tijd niet bereikbaar geweest, waardoor de moeder feitelijk al jaren alleen het gezag over de minderjarigen uitoefent. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader momenteel door omstandigheden niet in staat is om het ouderlijk gezag uit te oefenen, en heeft zijn gezag geschorst op basis van artikel 1:253r BW. De rechtbank verwacht dat deze onmogelijkheid voor de vader om het gezag uit te oefenen nog zeker zes maanden zal voortduren, gezien de langdurige problematiek en de recente hulpverlening en therapie die zijn ingezet.
De rechtbank heeft ook de rol van de Raad voor de Kinderbescherming in deze zaak betrokken. De raad adviseerde om het gezamenlijk gezag in stand te laten, maar de rechtbank oordeelde dat de vader op dit moment niet in staat is om zijn verantwoordelijkheden als ouder waar te nemen. De moeder heeft aangegeven dat zij de afgelopen jaren alleen zorg heeft gedragen voor de opvoeding en verzorging van de kinderen, en dat de vader niet in staat is om een stabiele en veilige omgeving te bieden.
De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij de moeder vastgesteld en heeft een voorlopige regeling getroffen voor het contact tussen de vader en de kinderen, waarbij dit contact onder toezicht zal plaatsvinden. De rechtbank heeft de beslissing omtrent het eenhoofdig gezag van de moeder aangehouden voor een periode van zes maanden, zodat er meer duidelijkheid kan ontstaan over de voortgang van de behandeling van de vader en zijn mogelijkheden om het gezamenlijk gezag weer vorm te geven. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks dat er mogelijk beroep kan worden ingesteld.