Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- een verzoekschrift met bijlagen;
- een verweerschrift met bijlagen;
- drie door Woonpunt ingezonden bijlagen.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 6 december 2013 uitspraak gedaan in een rekestprocedure tussen de stichting Woonpunt en [verweerder] betreffende de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerder], die als vestigingsdirecteur werkzaam was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de functie van vestigingsdirecteur per 1 juli 2013 is komen te vervallen als gevolg van een reorganisatie binnen Woonpunt. Woonpunt heeft verzocht om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden, omdat er geen andere functie voor hem beschikbaar was. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 25 november 2013 gehouden, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat [verweerder] als topfunctionaris in de zin van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Wnt) kan worden aangemerkt. Dit heeft gevolgen voor de hoogte van de vergoeding die aan [verweerder] toekomt bij de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. De rechtbank heeft geoordeeld dat Woonpunt [verweerder] geen verwijt maakt in het kader van het ontbindingsverzoek, maar dat de Wnt van toepassing is, wat betekent dat de vergoeding niet meer dan € 75.000 kan bedragen. Echter, gezien de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat voor een andere werknemer een functie is gecreëerd, heeft de rechtbank besloten de vergoeding vast te stellen op € 125.000 bruto.
De rechtbank heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 15 december 2013 en Woonpunt veroordeeld tot betaling van de vergoeding aan [verweerder]. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken door mr. I.M. Etman, kantonrechter.