In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 20 november 2013 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen de faillietverklaring van een natuurlijk persoon, hierna aangeduid als [opposant]. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 8 oktober 2013 het faillissement van [opposant] was opgeheven, maar op dezelfde dag werd hij opnieuw in staat van faillissement verklaard als vennoot van een vennootschap onder firma. De curator, mr. P.W.M. Broekmans, heeft verzet aangetekend tegen deze tweede faillietverklaring, maar de rechtbank oordeelde dat dit verzet ongegrond was. De rechtbank overwoog dat de curator tijdig in verzet was gekomen en dat hij als belanghebbende kon worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat het niet mogelijk was om eenzelfde persoon in verschillende hoedanigheden op dezelfde dag failliet te verklaren, maar dat dit in de wet niet expliciet verboden is. De rechtbank bekrachtigde het eerdere vonnis van 8 oktober 2013 en verklaarde het verzet ongegrond. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en kan worden aangevochten bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch binnen 8 dagen na de uitspraak.