ECLI:NL:RBLIM:2013:9484

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 december 2013
Publicatiedatum
4 december 2013
Zaaknummer
03/700315-06
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van een ongewenst verklaarde vreemdeling met schizofrenie

Op 4 december 2013 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, hierna te noemen [verdachte], die verblijft in het FPC Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar toegewezen. De rechtbank overwoog dat de terbeschikkingstelling was opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een hoog recidiverisico bestaat bij beëindiging van de TBS-maatregel, vooral gezien het gebrek aan ziekte-inzicht bij [verdachte].

De rechtbank heeft de vordering tot verlenging behandeld in raadkamer op 20 november 2013, waarbij deskundigen H. Heijs en P. de Jong zijn gehoord. De deskundigen gaven aan dat [verdachte] lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en een posttraumatische stressstoornis, en dat zijn situatie gecompliceerd wordt door zijn status als ongewenst vreemdeling. Dit maakt het onmogelijk om verlof aan te vragen, wat de resocialisatie bemoeilijkt. De deskundigen adviseerden een verlenging van de TBS-maatregel met twee jaar, gezien het ontbreken van beschermende factoren en het risico op recidive.

De rechtbank heeft ook de bijzondere vreemdelingrechtelijke positie van [verdachte] in overweging genomen. Ondanks dat hij zijn behandelplafond heeft bereikt, is het niet mogelijk om de dwangverpleging onder voorwaarden te beëindigen. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de terbeschikkingstelling met verpleging met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700315-06
Beslissing van de meervoudige kamer d.d. 4 december 2013
op de vordering inzake de verlenging van de terbeschikkingstelling van
[verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
thans verblijvende in het FPC Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen,
hierna te noemen: [verdachte].

1.De stukken

De rechtbank heeft gezien:
  • de vordering van de officier van justitie d.d. 4 oktober 2013, ingekomen ter griffie d.d. 7 oktober 2013, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] met twee jaar,
  • het met redenen omklede verlengingsadvies betreffende [verdachte] gedateerd 16 september 2013, van H. Heijs, behandelcoördinator, en H.J. Beintema, psychiater en directeur behandelzaken en plaatsvervangend hoofd van de inrichting, beiden verbonden aan het FPC Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen;
  • de met redenen omklede adviezen van respectievelijk 22 augustus 2013 en 5 september 2013 van de externe deskundigen drs. W.G.E. Kuyck, psychiater, en prof. dr. J.J. Baneke, forensisch psycholoog, betreffende de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van [verdachte];
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen over de periode van 4 april 2011 tot en met 8 april 2013 omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte];
  • het arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch d.d. 6 september 2007, waarbij de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege werd opgelegd;
  • de beslissing van deze rechtbank d.d. 29 november 2011, waarbij de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar werd verlengd.

2.De procesgang

De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling behandeld in raadkamer van 20 november 2013. Bij deze behandeling is H. Heijs, werkzaam als behandelcoördinator bij het FPC Dr. S. van Mesdagkliniek, gehoord als deskundige.
P. de Jong, werkzaam als maatschappelijk werker bij FPC Veldzicht, is ook gehoord als deskundige.
Voorts hebben de officier van justitie, [verdachte] en zijn raadsman, mr. B.M.A. Jegers, advocaat, kantoorhoudende te Heerlen, hun respectieve standpunten kenbaar gemaakt.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de TBS-maatregel met dwangverpleging met twee jaren. Gelet op de status van [verdachte] als ongewenst vreemdeling is het volgens de officier van justitie niet mogelijk om over te gaan tot beëindiging van de dwangverpleging onder voorwaarden. Beëindiging van de TBS-maatregel is evenmin aan de orde, nu het recidivegevaar daarvoor te groot is.

4.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman

[verdachte] is van mening dat de TBS-maatregel dient te worden beëindigd, om welke reden de raadsman daartoe primair heeft verzocht. [verdachte] betwist de gestelde diagnose en stelt geen gevaar te zijn voor zichzelf of de maatschappij. Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de TBS-maatregel met dwangverpleging met één jaar te verlengen, nu [verdachte], bij gebreke van ziekte-inzicht, zal vervallen in oude patronen bij beëindiging van de TBS-maatregel. Enerzijds komt deze termijn tegemoet aan de gevoelens van uitzichtloosheid bij [verdachte], anderzijds kan binnen deze termijn redelijkerwijs worden onderzocht welke vreemdelingrechtelijke opties er voor [verdachte] zijn.

5.Het standpunt van de inrichting

Het met redenen omklede verlengingsadvies betreffende [verdachte], houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
‘Betrokkene lijdt aan schizofrenie, welke zich voornamelijk uit in achterdocht en een waansysteem waarin hij meent dat anderen hem als homoseksueel bezien dan wel beledigen, waartegen hij zich wil afzetten. (…) Zijn pathologie komt naar voren bij een opeenstapeling van stressfactoren, welke in combinatie met zijn paranoïde ideeën uiteindelijk ertoe kan leiden dat betrokkene het contact met de realiteit en controle over zijn gedrag verliest. (…) Uit psychologisch onderzoek komt naar voren dat betrokkene in sterke mate beperkt wordt door de traumatische ervaringen, er is PTSS vastgesteld. (…)’ (p. 5).
‘Betrokkene heeft de meeste behandelonderdelen doorlopen, er is geen sprake van drugsgebruik en hij heeft zijn medicatie in eigen beheer. Dit neemt hij nu trouw in, hij is in overleg om de antipsychotische medicatie af te bouwen vanwege zijn overgewicht. Betrokkene blijft zijn psychotische kwetsbaarheid ontkennen en weigert EMDR, deelname aan de Verlies Acceptatie Groep of andere behandelmodules. (…) Ook cognitieve gedragstherapie gericht op de paniekaanvallen is gestopt. (…)’ (p. 10)
‘Betrokkene heeft een groot aantal behandelonderdelen gevolgd en heeft baat bij de medicatie die hij krijgt. Positieve psychotische symptomen worden niet waargenomen en betrokkene ontkent deze te hebben. (…) Negatieve symptomen zoals inactiviteit en initiatiefloosheid staan daarentegen erg op de voorgrond. Plannen die betrokkene maakt of ideeën die hij heeft kan hij uit zichzelf vrijwel niet uitvoeren.’ (p. 10)
‘Betrokkene is ongewenst vreemdeling verklaard. Er is geen uitleveringsverdrag met Iran en Iran weigert betrokkene terug te nemen met maatregel. Betrokkene kan wel terug wanneer hij zonder maatregel vrijwillig terug wil. Hij wil zelf niet terug. (…) Er is sprake van een complexe uitzichtloze situatie omdat verdere resocialisatie geen optie is (verlof aanvragen is niet mogelijk vanwege de vreemdelingenstatus). Betrokkene is stabiel en de behandeling is grotendeels voltooid of geweigerd.’ (p. 10)
‘Bij een longstay aanvraag zal de LAP (Landelijke Adviescommissie Plaatsing longstay) commissie tegen een longstay plaatsing adviseren.’ (p. 15)
‘Een stapsgewijze resocialisatie waarbij psychotische symptomen, medicatietrouw, druggebruik, omgaan met (financiële) zelfstandigheid en de trauma gerelateerde klachten gevolgd worden, is hier aangewezen maar niet mogelijk. Er is nauwelijks ziekte-inzicht waardoor het risico op recidive bij een onvoorwaardelijk ontslag hoog is.’ (p. 17).
‘Betrokkene is een 27-jarige man gediagnosticeerd met schizofrenie van het paranoïde type en een posttraumatische stressstoornis. Hij heeft de afgelopen jaren een groot aantal behandelonderdelen gevolgd en afgerond. Er is sprake van een zeer beperkt ziekte inzicht. Hij externaliseert zijn delictgedrag. (…) Hij neemt zijn medicatie veelal trouw in maar [geeft] sinds een aantal weken aan te willen stoppen met zijn antipsychotica vanwege zijn overgewicht. Hij is hierover goed in gesprek maar volhardt in zijn standpunt. Er wordt een afbouwschema gestart. Betrokkene gebruikt geen drugs, de indruk is dat er in de huidige context weinig zucht is. Daarnaast heeft betrokkene last van angst- en paniekaanvallen, waarbij hij zich terugtrekt op zijn kamer. Hij weigert de behandeling hiervoor, behalve de antidepressiva die hij krijgt.
Betrokkene heeft zijn behandelplafond bereikt. Normaliter zou verlof aangevraagd worden om de vaardigheden die hij binnen de kliniek heeft geleerd, buiten te kunnen oefenen. Omdat betrokkene echter een status als ongewenst vreemdeling heeft kan er geen verlof worden aangevraagd. Een repatriëring naar Iran is niet mogelijk omdat Iran niet meewerkt aan een gedwongen opname, dit kan alleen op vrijwillige basis. Betrokkene wil niet terug vanwege de angst vermoord te worden door het regime. In het geval dat de TBS op dit moment onvoorwaardelijk beëindigd zou worden, is het recidiverisico hoog, wat tevens blijkt uit de risicotaxatie. (…)
Wij adviseren de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met 2 jaar.’ (p. 17)
De deskundige H. Heijs, behandelcoördinator, heeft ter terechtzitting aanvullend verklaard -zakelijk weergegeven-:
De kliniek vindt dat [verdachte] is uitbehandeld. Het is schrijnend dat het niet mogelijk is om [verdachte] verlof te verlenen. Als de TBS-maatregel wordt opgeheven, dan verwacht ik dat [verdachte] niet langer zijn medicatie zal innemen. Aangezien [verdachte] geen verblijfsvergunning heeft, zal hij in de illegaliteit verdwijnen. [verdachte] is dan verstoken van inkomen, verzekering en hulp. Deze situatie lijkt sterk op de context rondom het indexdelict. Mijns inziens bestaat er dan een hoog recidiverisico. (…). De kliniek blijft van mening dat [verdachte] psychotisch is. (…)
Sinds het verlengingsrapport zijn er twee ontwikkelingen geweest. Enerzijds betreft dit de verhuizing van de moeder van [verdachte] naar Australië en anderzijds ziet dit op het medicatietraject. (…) Het behandelprogramma voor de komende twee jaren zal, naast de exercitie met de afbouw van medicatie, met name gericht zijn op het vinden van zinvolle dagbesteding. Wij zullen met een deskundige bespreken of we [verdachte] kunnen motiveren om vrijwillig terug te keren naar Iran. Het verblijf op de longstay-afdeling kan worden afgewogen. Bovendien kunnen we de verhuizing van moeder naar Australië onderzoeken.
De deskundige P. de Jong, maatschappelijk werker, heeft ter terechtzitting verklaard
-zakelijk weergegeven-:
Indien een ongewenst vreemdeling in de TBS belandt, dan bestaan er geen mogelijkheden tot verlof. (…) [verdachte] kan duidelijkheid krijgen over zijn situatie door de longstay in te gaan of door vrijwillig het land te verlaten. [verdachte] kan echter niet onvrijwillig naar Iran terugkeren. Er bestaat immers geen verdrag tussen Iran en Nederland voor TBS-ers. De TBS-maatregel kan bijvoorbeeld beëindigd worden als er afspraken zijn gemaakt met een ziekenhuis in Teheran. Om dit voor te bereiden zou ik de casus aan hen moeten presenteren, waarna er overleg kan volgen over een behandelplan. (…)
Het verblijf van moeder in Australië is interessant. Ik kan in het ketenoverleg vragen of de Nederlandse IND contact wil leggen met de Australische IND om meer informatie te verkrijgen over de leefsituatie van moeder. Ik zou mij op deze optie richten. (…) Ik ben uiteraard bereid om met de kliniek in gesprek te gaan om oplossingen te bezien. Er is geen tijdpad aan te geven waarbinnen een oplossing zal worden gevonden. Ik weet dus ook niet of er binnen een verlenging van 1 jaar een oplossing zal zijn gevonden. Als er een verlenging van twee jaren zal worden uitgesproken en er zal binnen die termijn een oplossing gevonden worden, dan kan ik het Ministerie daaromtrent benaderen. (…)

6.Het standpunt van de gedragsdeskundigen

De rechtbank overweegt dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Omdat de duur van de terbeschikkingstelling van [verdachte] bij verlenging een periode van zes jaar te boven zal gaan, is in deze zaak niet alleen door de inrichting, maar ook door twee niet aan de inrichting verbonden deskundigen geadviseerd. Dit betreffen psychiater Kuyck en forensisch psycholoog Baneke. Beide deskundigen adviseren een verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van [verdachte] met twee jaar.
Het advies van psychiater Kuyck houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
Als de maatregel TBS nu zou worden opgeheven (onvoorwaardelijk) dan is de kans groot dat betrokkene recidiveert wegens de ontbrekende beschermende factoren (zie SAPROF) en de risicofactoren uit de HKT-30. (p. 14)
Vooral de ongunstige uitslag van de SAPROF, gecombineerd met de HKT-30, levert een groot recidive risico op voor delicten. (…) Betrokkene is feitelijk uitbehandeld, in die zin dat zonder resocialiseren er geen vorderingen op de afdeling meer behaald kunnen worden. (p. 15)
Betrokkene heeft de ziekte schizofrenie van het paranoïde type en middelenmisbruik (in remissie door toezicht). Schizofrenie is een spectrumbeeld, met vele verschillende uitingsvormen. Ziektebesef, laat staan inzicht, ontbreekt bij betrokkene. Ondanks het verhaal van betrokkene dat hij is verkracht, wat hij erg feitelijk en emotieloos vertelt, kan geen PTSS worden vastgesteld. De kernsymptomen ontbreken. (…)
Wat betreft het recidiverisico (…) in de situatie zonder maatregel TBS met verpleging, zal betrokkene vermoedelijk redelijk snel in ‘oud gedrag’ terugvallen. Betrokkene ontbeert ziektebesef, laat staan inzicht, heeft duidelijk structuur, steun en begeleiding nodig. Medicatie is essentieel, gezien het verschil in het klinisch beeld zonder medicatie, waar hij dan paranoïde psychotisch(er) is. Er zijn nauwelijks tot geen beschermende factoren (…), wat het risico op recidieven daarmee ‘ondersteunt’. In de kliniek, met de maatregel TBS, is het recidiverisico laag, omdat betrokkene ingeperkt is voor risicofactoren.
De rapporteur acht het starten van verloven essentieel om te zien hoe betrokkene hiermee omgaat. Echter, omdat hij geen verblijfsvergunning heeft, kan dit wettelijk niet gestart worden. Dat is een enorme beperking, die niet wenselijk is. (p. 16)
Zonder de maatregel TBS zal delictgerelateerd gedrag gemakkelijk ontstaan, maar of dit delicten zullen zijn als de indexdelicten is in deze casus moeilijk te voorspellen (…). De rapporteur adviseert de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. De keuze voor twee jaar betreft het nog niet hebben van een verlofmachtiging, waardoor de verschillende verlofmodaliteiten niet in één jaar zullen zijn doorlopen. (…) De rapporteur adviseert de verpleging te continueren. (p. 17)
Het advies van forensisch psycholoog Baneke houdt onder meer in, zakelijk weergegeven:
De combinatie van schizofrenie, een posttraumatische stressstoornis, en een verlopen verblijfsstatus is zeer risicovol. Tot op heden is alleen gewerkt aan de twee psychische stoornissen, terwijl het regelen van een permanente verblijfsstatus noodzakelijk is om betrokkene voldoende stabiel te houden. Van belang is dat er geen aanwijzingen zijn voor eerdere brandstichtingen of andere vormen van geweld vóór de indexdelicten plaats vonden. Dat betekent dat bij voldoende stabiliteit van betrokkenes geestestoestand het risico op geweld waarschijnlijk niet groot is. (p. 14)
Betrokkene is lijdend aan een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, i.c. aan een schizofrenie van het paranoïde type, en aan een posttraumatische stressstoornis. Tevens is sprake van misbruik van XTC (mogelijk ook andere middelen), reeds langdurig onder toezicht.
Gezien het ontbreken van evident gewelddadig handelen door betrokkene in het verleden, buiten de indexdelicten onder invloed van een paranoïde psychose en mogelijk ook onder invloed van een posttraumatische stressstoornis, terwijl in de actuele klinische situatie met voldoende structuur en antipsychotische medicatie evenmin aanwijzingen zijn voor gewelddadige risico’s, kan het risico op toekomstig gewelddadig gedrag als beperkt worden ingeschat. Uiteraard is het gewenst een en ander stapsgewijs via een resocialisatietraject te toetsen. Maar zolang er geen verblijfsvergunning is, blijft die toetsing achterwege. Dat kan leiden tot extra frustratie bij betrokkene, waardoor ook zijn psychische toestand zou kunnen verslechteren. Als men betrokkene in de toekomst buiten de kliniek zou kunnen laten verblijven, zal begeleiding waarschijnlijk nodig zijn. Gezien de huidige ervaringen daarmee, kan het risico op geweld in een dergelijke situatie als matig worden ingeschat. (…)
Door het ontbreken van een verblijfsvergunning kan niet adequaat behandeld worden. Dat kan leiden tot frustratie en tot verslechtering van betrokkenes psychische toestand. (…) (p. 16)
Geadviseerd wordt de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met 2 jaar, omdat die termijn wel nodig zal zijn voor een beoogd traject van resocialisatie gerealiseerd is. Echter, onderzoeker kan zich voorstellen dat de rechtbank meer zicht zou willen hebben op de/een hernieuwde asielaanvraag in relatie tot de TBS-behandeling en gewenste resocialisatie. Dan zou een verlenging met 1 jaar misschien gewenst zijn, zodat de rechtbank zelf kan toetsen of er progressie is binnen deze termijn. (p. 17)

7.De beoordeling

De officier van justitie heeft de vordering tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling ingediend binnen de daarvoor in artikel 509o, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn. De officier van justitie is derhalve ontvankelijk in zijn vordering.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Gehoord de officier van justitie, [verdachte], diens raadsman, de deskundigen, H. Heijs en P. de Jong, en gezien de inhoud van het verlengingsadvies en de inhoud van de adviezen van de externe deskundigen Kuyk en Baneke, overweegt de rechtbank het volgende. Gelet op het hoge recidiverisico bij een verblijf buiten de kliniek en het volledig gebrek aan ziekte-inzicht bij [verdachte] is de rechtbank van oordeel dat beëindiging van de TBS-maatregel niet aan de orde is. Immers, vast is komen te staan dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling van [verdachte] eist en wel met een termijn van twee jaren.
De rechtbank overweegt in dit verband dat zij kennis heeft genomen van de bijzondere vreemdelingrechtelijke positie van [verdachte]. Hoewel [verdachte] zijn behandelplafond binnen de kliniek heeft bereikt, is het - gelet op diens status van ongewenst vreemdeling - niet mogelijk om de dwangverpleging onder voorwaarden te beëindigen. Gelet op zijn verblijfsstatus is [verdachte] gehouden tot terugkeer naar zijn land van herkomst, zijnde Iran. Dit is echter, gelet op de aan hem opgelegde TBS-maatregel, enkel mogelijk op vrijwillige basis. [verdachte] weigert evenwel om naar Iran terug te keren. Mede gelet op hetgeen door de deskundige P. de Jong ter zitting is verklaard, wijst de rechtbank er op dat het [verdachte] zelf is die de impasse waarin hij nu verkeert, kan doorbreken. Uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht volgt dat de kliniek, in samenwerking met deskundige De Jong, zal onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan voor [verdachte] om de huidige situatie te doorbreken. De rechtbank heeft daarbij niet de verwachting dat er binnen een jaar een pasklare oplossing gevonden zal zijn voor deze moeilijke vreemdelingrechtelijke casus. Een verlenging met een jaar in de verwachting dat binnen een jaar wel een oplossing zou zijn gevonden, zal naar de verwachting van de rechtbank dan alleen maar valse hoop bij [verdachte] wekken. Dat dient te worden tegengegaan.
De rechtbank zal de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging dan ook toewijzen voor de termijn van twee jaren.
De vordering van de officier van justitie kan en zal derhalve worden toegewezen.

8.Toepasselijke wetsartikelen

Artikel 509o van het Wetboek van Strafvordering is van toepassing.

9.De beslissing

De rechtbank
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging met
twee jaar.
Aldus gegeven door mr. A.J. Hazen, voorzitter, mr. E.W.A. van den Berg en
mr. M.B. Bax, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 december 2013.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/700315-06
Proces-verbaal van het voorgevallene ter openbare zitting van de enkelvoudige kamer van de rechtbank voornoemd van 4 december 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboortegegevens verdachte],
thans verblijvende in de FPC Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen,
hierna te noemen: [verdachte].
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
dhr./mevr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
[verdachte] is niet in de zaal van de zitting aanwezig. Ter zitting van 20 november 2013 heeft hij afstand gedaan van zijn recht in persoon bij de uitspraak aanwezig te zijn.
De rechter spreekt de beslissing uit.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en getekend door de rechter en de griffier.
Raadsman mr. B.M.A. Jeegers, advocaat te Heerlen.