Op 19 november 2013 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van verduistering. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], was als exploitant van een clubhuis betrokken bij de verduistering van een bedrag van € 28.778,76 dat toebehoorde aan de leden van de golfclub [slachtoffer]. De tenlastelegging betrof de periode van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007, waarin de verdachte samen met een mededader opzettelijk dit bedrag heeft toegeëigend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn partner geld hebben afgeboekt van voorschotten die leden van de golfclub hadden gestort, en zijn daarna zonder enige verantwoording vertrokken, waarbij een deel van het geld naar een rekening in Thailand is overgemaakt.
De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van verduistering, maar heeft hem vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en geen omstandigheden gevonden die deze uitsluiten. Bij de straftoemeting heeft de rechtbank rekening gehouden met het blanco strafblad van de verdachte en de lange periode tussen de binnenkomst van het dossier en de uitspraak. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat hierover al eerder door de kantonrechter was beslist. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld in de kosten van de benadeelde partij, maar deze zijn begroot op nihil. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter mr. P.H.M. Kuster, en in aanwezigheid van de rechters mr. L.A. Gruiters en mr. F.M. van Maanen Winters, en griffier mr. M.J.M. Penders.