In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 25 november 2013 een beschikking gegeven over de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van mevrouw Maria Agnes Franssen, geboren op 16 februari 1923 en overleden op 26 november 2012. De erfgenamen, bestaande uit de kinderen van de overledene, hebben de nalatenschap aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving en verzochten de kantonrechter om de opheffing van de vereffening op basis van artikel 4:209 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 november 2013, waarbij belanghebbenden aanwezig waren, maar niet alle opgeroepen partijen verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de nalatenschap geen baten meer bevatte en dat de geringe waarde van de baten geen reden vormde om het verzoek af te wijzen. De kantonrechter heeft de reeds gemaakte vereffeningskosten vastgesteld op € 791,83 en de griffier opgedragen om deze beslissing in het boedelregister in te schrijven en bekend te maken via de website van de rechtspraak. De verzoekers zijn ontheven van de wettelijke publicatieplicht. De beschikking houdt in dat de opheffing van de vereffening wordt bevolen en dat het meer of anders verzochte wordt afgewezen.