ECLI:NL:RBLIM:2013:9077
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging hoofdverblijf en zorg- en opvoedingstaken van minderjarige in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft de minderjarige, geboren in 1999, via de Kinder- en Jongerenrechtswinkel Limburg een verzoek ingediend tot wijziging van zijn hoofdverblijf en de verdeling van zorg- en opvoedingstaken. Dit verzoek volgde op een eerdere echtscheidingsbeschikking van 10 juli 2013, waarin het hoofdverblijf bij de moeder was vastgesteld. De minderjarige, die onder toezicht staat van Bureau Jeugdzorg, heeft aangegeven dat hij last heeft van de strijd tussen zijn ouders en dat hij liever bij zijn vader wil wonen. De vader stemt in met dit verzoek, terwijl de moeder zich hiertegen verzet en stelt dat de huidige regeling in het belang van de minderjarige is.
De rechtbank heeft de minderjarige gehoord en vastgesteld dat hij ontvankelijk is in zijn verzoek. De rechtbank overweegt dat, hoewel de minderjarige bij de vader verblijft, de wijziging van het hoofdverblijf niet in zijn belang is, omdat het hoofdverblijf slechts een formaliteit is. De rechtbank ziet geen noodzaak om het hoofdverblijf te wijzigen, maar erkent wel dat de huidige co-ouderschapsregeling niet goed functioneert. De vader werkt in de weekenden, waardoor de wisselmomenten niet in het belang van de minderjarige zijn.
De rechtbank besluit om de verblijfsregeling te wijzigen, zodat de minderjarige van zondag 18.00 uur in de even weken tot zondag 18.00 uur in de oneven weken bij de vader verblijft. De rechtbank benadrukt dat het van groot belang is dat de minderjarige contact houdt met beide ouders en dat de ouders niet langer hun onderlinge strijd op de minderjarige moeten projecteren. De gezinsvoogd zal toezien op de naleving van de nieuwe regeling. De beschikking is gegeven door mr. P. van Blaricum, rechter, en is openbaar uitgesproken op 19 november 2013.