4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat
hij in de periode van 24 april 2013 tot en met 15 mei 2013 te Baexem ter voorbereiding van de misdrijven
- wederrechtelijke vrijheidsberoving (artikel 282 Wetboek van Strafrecht),
- moord (artikel 289 Wetboek van Strafrecht)
en/of
- zware mishandeling met voorbedachte rade (artikel 303 Wetboek van
Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen, kennelijk bestemd tot het begaan van die
misdrijven, te weten onder meer:
- in een gereedstaande rugzak een oranje touw met een lengte van ongeveer 5
meter, een zwarte hondenhalsband met spikes, een zwarte bivakmuts, een stalen
holle pijp met een lengte van ongeveer 45 centimeter, een hamer met scherpe punten, een stroomstootwapen in de vorm van een zaklamp
en
- een schietpen
voorhanden heeft gehad;
hij op 1 mei 2013 te Baexem opzettelijk mishandelend [slachtoffer] met een vuist in het gezicht heeft geslagen, waardoor die [slachtoffer] pijn heeft ondervonden;
hij op 1 mei 2013 te Baexem[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een blinkend voorwerp in zijn
hand gehouden en daarbij deze dreigend de woorden toegevoegd: "Als je niet maakt dat je
wegkomt dan zal ik dit leegmaken op jou" en dat die [slachtoffer] niet naar binnen moest komen of hij, verdachte, zou schieten, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op 15 mei 2013 te Baexem
- een wapen van categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een
elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan
worden toegebracht en
- een wapen van categorie II onder 4, te weten een vuurwapen dat uiterlijk
gelijkt op een ander voorwerp dan een wapen, te weten een ballpoint
en
munitie van categorie III, te weten 46 patronen (merk CCI) en 100 patronen
(merk Prvi Partizan),
voorhanden heeft gehad;
hij op 15 mei 2013 te Baexem een wapen van categorie I, onder 4, te weten een mes dat uiterlijk gelijkt op een ander voorwerp dan een wapen, te weten een sleutelhanger, voorhanden heeft gehad;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.