Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
1.
aan [medeverdachte 1] bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de Wet werk en bijstand (Wwb), telkens opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl zij, verdachte en [medeverdachte 1] wisten dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking, te weten een Wwb-uitkering, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking, immers hebben zij, verdachte en [medeverdachte 1], aan de gemeente Sittard-Geleen telkens opzettelijk geen mededeling gedaan van alle, zakelijk weergegeven, door haar, verdachte, en/of [medeverdachte 1] genoten inkomsten;
2.
in het tijdvak van 6 januari 2005 tot en met 30 juli 2008 in de gemeente Kerkrade, meermalen, telkens een haar, verdachte ter uitvoering van de bij of krachtens de Wet werk en bijstand (Wwb) gegeven voorschriften toegezonden of uitgereikt formulier met het opschrift "Rechtmatigheidsformulier", zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, hierin bestaande dat zij, verdachte, valselijk telkens niet op dat formulier heeft opgegeven dat zij, verdachte, in de periode waarop dat formulier betrekking had, zakelijk weergegeven, inkomsten heeft genoten en niet heeft gewoond op het op dat formulier vermelde adres, en hierin bestaande dat zij, verdachte, valselijk telkens op dat formulier heeft opgegeven dat zij, verdachte, in de periode waarop dat formulier betrekking had, zakelijk weergegeven, geen inkomsten heeft genoten en niet heeft gewoond op het op dat formulier vermelde adres, en vervolgens dat formulier telkens voor waar heeft ondertekend, een en ander met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
3.
in het tijdvak van 1 januari 2006 tot en met 26 januari 2010, in de gemeente Sittard-Geleen, hoeveelheden geld en andere goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, terwijl zij wist dat bovenomschreven hoeveelheden geld en andere goederen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
4.
op 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, een wapen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie II onder 5°, te weten een voorwerp waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, voorhanden heeft gehad;
5.
op 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2287,9 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
6.
op 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad:
zijnde cocaïne en MDMA en amfetamine telkens middelen als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
8.
in de periode van 18 oktober 2006 tot en met 26 januari 2010 in de gemeente Sittard-Geleen, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen elektriciteit en gas, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij verdachte en haar mededader de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van verbreking.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
8.Het beslag
9.De wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachtezich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijke deel van de opgelegde gevangenisstraf;
- verklaart de benadeelde partij
- veroordeelt de benadeelde partij Gemeente Sittard-Geleen, afdeling Werk en Inkomen, in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij
- veroordeelt de benadeelde partij Gemeente Kerkrade in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil.