Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten.
3.Het verzoek en het verweer
4.Verklaringen ter zitting
5.Beoordeling
Beslissing
Rechtbank Limburg
In deze zaak verzoekt de vader om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind, nadat de moeder zonder overleg naar het buitenland is verhuisd. De vader, die het kind voorafgaand aan de geboorte heeft erkend, heeft jarenlang regelmatig omgang met het kind gehad. De moeder heeft recentelijk een nieuwe relatie in het buitenland en heeft de vader pas na haar verhuizing op de hoogte gesteld van haar plannen. De rechtbank oordeelt dat de moeder onvoldoende heeft aangetoond dat er een onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De rechtbank wijst het verzoek van de vader toe, omdat er geen bewijs is dat gezamenlijk gezag schadelijk zou zijn voor het kind. De rechtbank benadrukt het belang van goede communicatie tussen de ouders en stelt een informatieregeling vast, waarbij de moeder de vader maandelijks op de hoogte moet houden van belangrijke zaken omtrent het kind. De omgangsregeling wordt ook vastgesteld, waarbij het kind in de zomervakantie bij de vader verblijft, en de ouders worden aangemoedigd om in onderling overleg verdere afspraken te maken. De uitspraak is gedaan door rechter W.M.A.E. Cornuit op 1 november 2013.