ECLI:NL:RBLIM:2013:8066

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 juli 2013
Publicatiedatum
25 oktober 2013
Zaaknummer
510524 OV VERZ 13-360
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om extra vergoeding voor werkzaamheden als mentor tijdens vermissing

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 24 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 21 januari 2013 was ingediend door de verzoekster, die optreedt als (voormalig) mentor van de betrokkene. De verzoekster vroeg om een extra vergoeding voor haar werkzaamheden in de periode waarin de betrokkene vermist was, van 14 december 2012 tot 17 januari 2013. Tijdens deze periode heeft de verzoekster 41 uur aan werkzaamheden verricht, waarvoor zij een vergoeding van € 1.394,-- vorderde.

De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen. De rechter oordeelde dat de werkzaamheden die de verzoekster had verricht met betrekking tot de vermissing van de betrokkene niet inherent zijn aan het mentorschap. De kantonrechter benadrukte dat er verschillende professionele instanties betrokken waren bij de opsporing van de betrokkene, en dat de hulp die de mentor had verleend, hoewel waardevol, niet kon worden vertaald in een geldelijke vergoeding. De kantonrechter merkte op dat het verlenen van hulp in dergelijke situaties iets is wat elke 'goed burger' zou doen en niet exclusief verbonden is met de rol van mentor.

De beslissing van de kantonrechter werd openbaar uitgesproken door mr. M.T.A.C. Russel, in aanwezigheid van D.D. Lahaye, griffier. De uitspraak benadrukt de grenzen van de vergoeding voor werkzaamheden van een mentor en de voorwaarden waaronder dergelijke vergoedingen kunnen worden toegekend.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Toezicht
Zaaknr: 510524 OV VERZ 13-360
MBnr: 34725
Typ: DL/MR

Beschikking van 24 juli 2013

op verzoek van:

[verzoekster],

kantoorhoudend te [adres 1],
verder te noemen: verzoekster,
in de hoedanigheid van (voormalig) mentor van:

[betrokkene],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
thans wonend te [adres 2],
verder te noemen: betrokkene.

verloop van de procedure

Door verzoekster is een verzoekschrift ingediend, dat is ontvangen op 21 januari 2013.

beoordeling

Verzoekster vraagt om naast de gebruikelijke vergoeding voor haar werkzaamheden als
mentor een extra vergoeding toe te kennen in verband met extra werkzaamheden in de
periode van 14 december 2012 tot 17 januari 2013 waarin betrokkene vermist was.
De mentor heeft in deze periode overleg gepleegd met diverse instellingen ad 41 uur à
€ 35,--, derhalve totaal voor een bedrag van € 1.394,--.
De kantonrechter is van oordeel dat de kosten betreffende de vermissing van betrokkene niet voor vergoeding in aanmerking komen.
De kantonrechter merkt in dit verband op dat de door de bewindvoerder verrichte
werkzaamheden met betrekking tot de vermissing van betrokkene niet geacht kunnen worden inherent te zijn aan het mentorschap. Dit klemt te meer nu vast staat dat er diverse
professionele instanties, die gespecialiseerd zijn in dit soort zaken, bij de opsporing
betrokken waren. Hoewel de hulp die de mentor in deze heeft verleend zeker van waarde zal zijn geweest voor deze instanties, kan het naar het oordeel van de kantonrechter niet dat deze hulp wordt vertaald in een geldelijke vergoeding. Hulp verlenen in dergelijke gevallen is immers iets wat ieder ”goed burger” zou doen en is niet exclusief verweven met het
mentorschap.
De kantonrechter zal het verzoek dan ook afwijzen.

beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. M.T.A.C. Russel, kantonrechter, in aanwezigheid van D.D. Lahaye, griffier.