ECLI:NL:RBLIM:2013:7917
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging van het ouderlijk gezag in het belang van het kind
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 11 oktober 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van het ouderlijk gezag. De moeder, verzoekster, heeft op 27 mei 2013 een verzoekschrift ingediend om het gezamenlijk ouderlijk gezag over haar kind, [minderjarige], te beëindigen en te bepalen dat zij alleen het gezag zal uitoefenen. De vader, wederpartij, heeft gedurende twee jaar geen contact gehad met [minderjarige] en heeft niet gereageerd op pogingen van de moeder en de gezinsvoogd om contact te leggen. De vader verhuist regelmatig zonder zijn adres of telefoonnummer door te geven, waardoor het voor de moeder onmogelijk is om gezamenlijk gezagsbeslissingen te nemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 1:253n BW van het Burgerlijk Wetboek. De moeder heeft aangegeven dat [minderjarige] specialistische hulp nodig heeft, maar dat de toestemming van de vader vereist is voor behandeling. De vader heeft echter geen medewerking verleend en is onbereikbaar. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van [minderjarige] is dat de moeder alleen het gezag krijgt, omdat de vader zijn verantwoordelijkheden niet neemt en niet bereikbaar is.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een stabiele en verantwoordelijke opvoeding voor het kind, en dat ouders in staat moeten zijn om gezamenlijk beslissingen te nemen over de opvoeding.