Op 8 oktober 2013 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van hennepteelt en diefstal van energie. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 24 september 2013. De verdachte werd bijgestaan door haar raadsman, mr. J.W.H. Kempen. De tenlastelegging omvatte drie feiten: het bezit van 352 hennepplanten op 29 februari 2012, het telen van hennep in de periode van 1 juni 2010 tot en met 28 februari 2012, en het illegaal aftappen van energie in dezelfde periode. De officier van justitie eiste een taakstraf van 60 uren, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak van alle feiten.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het bezit van hennepplanten op de datum van de doorzoeking, aangezien de verdachte op dat moment niet meer in de woning woonde. Ook voor het telen van hennep was er onvoldoende bewijs van actieve betrokkenheid van de verdachte, die zich had gedistantieerd van de activiteiten van haar medeverdachte, haar man. De rechtbank nam in overweging dat de verdachte zwanger was en dat haar man de woning huurde. Ten aanzien van de diefstal van energie oordeelde de rechtbank dat er geen bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van het illegaal aftappen van elektriciteit.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en verklaarde de benadeelde partij, Enexis BV, niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank en is openbaar gemaakt op 8 oktober 2013.